In De Boodschapper oordeelt

In De Boodschapper oordeelt de heer Klinkenberg, dat ons advies in zake het Kerkelijk Handboek van den heer Van Alphen niet eerlijk is, en geeft zelfs den raad, aan wie hun naam voor het duplicaat-lidmatenboek opgaven, te breken met de doleerende kerken zoo men dezen weg bewandelt.

Matige de heer Klinkenberg een weinig zijn wel eenigszins voorbarig oordeel.

Ja, als de heer Van Alphen gevraagd had, hoe vele leden der gemeente verklaarden met de Reformatie mee te gaan, dan zou ons advies oneerlijk zijn, en uiteraard nooit zijn gegeven.

Maar dat vroeg de heer Van Alphen niet. Hij vroeg: Welk is het zielental uwerg& ' meejite? En op die vraag nu zou het oneerlijk zijn, iets anders dan het zielental der gemeente op te geven.

Oordeelde dus de kerkeraad, dat hij een nieuwe kerk gesticht had, dan natuurlijk zou hij het zielental moeten opgeven van hen, die tot deze nieuw gestichte kerk toetraden.

Nu hij daarentegen verklaarde aan den Koning op te zijn getreden als kerkeraad over de bestaande kerk, nu zou het onwaarheid en botte verzinning zijn, zoo hij iets anders dan het zielental van de bestaande kerk opgaf.

Hiermee is natuurlijk allerminst ontkend, dat b. V. in Amsterdam zeker drievierde van dat zielental leeft alsof er geen kerk of kerkeraad bestond.

Maar er mag opgemerkt, dat dit óók vóór de breute met de organisatie zoo was.

Op de gemeente van 180.000 zielen kwamen er Zondags nooit meer dan 12000 < t 15000 ter kerk, en naar de overigen zag zoogoed als niemand om.

KUYPER.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen