GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

We kunnen ons uitnemend wel voorstelen,

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

We kunnen ons uitnemend wel voorstelen,

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

We kunnen ons uitnemend wel voorstelen, dat ons schrijven over het Sacrament an den heiligen Doop als eerste openbaarmaing van de zichtbare kerk van Christus, in eer dan één kring met zekere verbazing ntvangen is.

Niet, omdat er iets tegen te zeggen viel, aar juist omdat de conscientie van alle ereformeerden er aanstonds bij moest allen.

Het was toch alleen uit de klare en uidelijke belijdenis der Gereformeerden ls overgeschreven, en door de vaste pracijk van alle Gereformeerden, hier te lande n daarbuiten, bezegeld.

Edoch (en dit is natuurlijk), redenee-v ende van den heiligen Doop uit, dan omt u vanzelf de vraag op de lippen: o Maar eilieve, waar gaan we zoodoende heen} o A]a dan alle gedoopten van de kudde des d eeren} Moet dan over die allen ons opzicht gaan? ”

En op het hooren van die vragen geen we grif toe: Hier is metterdaad een isverstand; en mits men maar niet beinne metaan den heiligen Doop te tornen, zal men zien, dat we lang ons laatste woord nog niet gezegd hebben.

Maar vóór alle dingen vragen we een manlijke, eerlijke discussie.

Als onzerzijds op het SsLcrament van den heil igen Doop wordt gewezen, en desaangaande worden eenige stellingen geformuleerd, en deze stellingen leiden in verband met de door uzelvcn gevolgde practijk; tot een conclusie die niet in uw kader past, dan moogt ge niet eenvoudig zeggen: Dat nooit!

Neen, dan is het uw roeping en uw plicht, om stuk voor stuk elk onzer stellingen omtrent den heiligen Doop na te gaan; en zoo ge iets ontdekt, dat door ons in strijd met de Heilige Schrift of met de formuleering der Symbolische en Liturgische formulieren gezegd mocht zijn, ons hierop in broederlijke liefde te wijzen.

Doch ook, vindt ge. van dien aard niets, en moet ge zelf toestemmen, dat geen woord door ons in zake den heiligen Doop is gesproken, dat niet letterlijk uit deze tormulieren is opgenomen, en kunt ge evenmin beweren, dat we in rangschikking of saamvoeging dezer uitlatingen ook maar in eenig opzicht gefraudeerd hebben - dan moet ge ook den moed hebben, dit rondweg te eirkennen.

Evenzoo, hebben we uw practijk ten opzichte der elders gedoopten verkeerd voorgesteld, eilieve, toon dit dan aan, en we zullen ons laten leeren. Maar kunt ge dit niet, en moet ge zelf toestemmen: , .Ja, alzoo is ook mijn practijk", heb dan ook den moed, dit uit te spreken, en wees van alle spijkers-zoeken op laag water wars.

En eindelijk, is uws inziens u'tdeze formuleering in zake den heiligen Doop in verband met uw Doopspractijk niet jmst geconcludeerd, niets eenvoudiger dan dat gij alsdan door betere conclusie onze conclusie van ongelijk overtuigt.

Maar moet ge zelf erkennen: Als zoo de formuleeringen zijn (en dat zijn ze), en zoo mijn practijk is (en dat is zij), dan volgt er die fatale conclusie ook metterdaad en rechtstreeks uit, heb dan ook den moed, om deze conclusie onbewimpeld te aanvaarden, en ons daarin eerst bij te vallen.

Dan, maar ook dan eerst, kunnen we verder spreken en verder komen ook.

Immers, als gij dan antwoordt: „Maar met deze conclusie stuit ik op die en die gewichtige bezwaren!", dan valt daarom volstrekt de conclusie niet, maar volgt er alleen uit, dat bij deze conclusie nog iets bijhoort, en dat op wegneming uwer bezwaren moet gepeinsd.

Want dit wete men wel: Deze bezwaren ontkennen ook wij volstrekt niet. Ze drukken u evenals ons. En al het verschil is maar, dat o. i. die bezwaren niet weggaan en verdwijnen, maar juist vermeerderenen toenemen, zoo we de rechte lijn verlaten, die voortkomt uit onze belijdenis. En dat gij daarentegen, om spoedig over die bezwar^h heen te zijn, ze met een tour deforce opzij wilt zetten, denkende : „Of ik nu in dit stuk der Doopen zoo haarfijn bij de belijdenis blijf, doet er minder toe, zoo ik mijn belijdende kerk maar gered heb.”

En van dezen weg nu moeten we met ernst en aandrang al onze broederen terug­roepen.

We verstaan het best, dat ge zegt: „Zoo houdt ge u wel haarfijn aan de belijdenis van den heiligen Doop, maar brengt het belijdend karakter derheele kerk in gevaar!”

En zoo eenmaal de vraag stellende, maakt het dan den indruk, alsof ge van twee kwaden het minste moet kiezen, en geplaatst voor de keuze, om óf voor den heiligen Doop even de oogen te sluiten, óf heel de belijdenis in gevaar te brengen, het laatste verwerpt en voor het eerste kiest.

Toch, elk man van beginsel en van logische denkkracht zal het ons toestemmen, dit gaat niet aan.

Zoo mogen we niet doen.

Dat is utiliteit en geen handelen als mannen van karakter.

Neen, er mag niets van uw belijdenis in zake den Doop af, en ook uw belijdende kerk mag niet in gevaar komen, en niet eer mag gerust, 'eer zulk een weg van kerkelijk leven gevonden is, waarop die beide niet meer elkaêr bedreigen, maar wederzijds steunen.

Die weg nu ligt in het verband, dat tusschen de beide Sacramenten van Doop én Avondmaal bestaat.

Deze beide, en niet één van die, zijn saam »de sienlicke teekenen der kerke Christi"; en eerst waar men er in slaagt, om tusschen deze beide in uw kerkelijke practijk het juiste verband te leggen, komt ge waar ge wezen moet.

Reeds Johannes a Lasco heeft, toen hij de Luthersche kerk der vluchtelingen organiseerde, deze noodzakelijkheid gevoeld, en het is opmerkelijk, hoe hij terstond poogde op deze teedere aangelegenheid orde te stellen. Iets waar we op terug komen.

Voor ditmaal geven we slechts aan, waar het vandaan kwam, dat de meeste Gereformeerde kerken, en ook de Luthersche, deze moeielijkheid minder gevoelden.

De oorzaak lag in het vaste gebruik der erk van de i6de eeuw, dat alle gedoopten eeds omstreeks hun 14de jaar ten heiligen vondmaal opgingen.

Zoolang tocii deze gewoonte standhield, as het een zeer hooge uitzondering, dat en gedoopte niet ook communiceerde, en aardoor vanzelf onder de kerkelijke tucht viel.

Tot zijn veertiende jaar was men meer nder de ouderlijke tucht; daarna ging men ver onder de tucht der kerk; en over geoopte, maar niet communiceerende peronen, ging de tucht der kerk niet.

Ook Calvijn, gelijk men uit zijn Institutie ien kan, is sterk vóór deze usantie, en wil at de kinderen, zoo ze slechts even tot ewustzijn komen, terstond ten heiligen vondmaal zullen gaan.

Te Geneve ging men ten Avondmaal soms reeds op zijn 13de jaar.

Wat breuke in deze usantie bracht, was de Dooperije.

Deze toch hief den kinderdoop op, en wilde dat niemand, 'tzij tot den Doop, 'tzij tot het Avondmaal zou worden toegelaten, dan die wist „veranderd" te zijn ea dus belijden kon uit eigen hoofde.

Deze Doopersche denkbeelden vonden vooral in Friesland, Groningen en Oost-Friesland veel ingang, en kwamen van daar naar Londen; en zoo is het geschied : i®, dat, met name nu nog in Friesland, ook onder de Gereformeerden de dusgenaamde Doopleden voortbestaan ; 2", dat met name in onze kerken het gaan ten Avondmaal van het 14de op het i8de en 2odejaaropsc'noof; en 3*, dat hierdoor de vraag ontstond : „Wat als kerk te doen met die vele gedoopten, die, aan de ouderlijke tucht ontwassen, toch niet communiceeren?

Wie dezen gedachtengang eenmaal helder indenkt, zal terstond gevoelen, dat we hiermee in het hart van de quaestie komen, en reeds gissen, dat er wel terdege een uitweg is, maar die niet raag gezocht ia de onderschatting van het Sacrament van den heiligen Doop.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 december 1887

De Heraut | 4 Pagina's

We kunnen ons uitnemend wel voorstelen,

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 december 1887

De Heraut | 4 Pagina's