GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Schoon merkt de Boodschapper op:

Er zijn nog altijd eenige enghartigen onder de Gereformeerde belijders, diè als er spra!? e komt van de samenwoning en samenwerking vaa de twee bekende groepen, dadelijk de vraag bij de hand hebben: »Maar moeten wij dan eigenlijk bij hen gaan inwonen of zij bij ons ? "

Doorom was het nuttig, dat Gideon Aez^ - lyeek eens herinnerde, dat de kerk van Christus geen particuliere woning is, die aan cén bepaalde groep voorgoed en voor altijd zou.zijn afgestaan; doch dat zij ruimte bevat voor het volk des Heeren vao alle tijden en aan alle plaatsen der aarde. Gods Woord draagt dat gebouw, zijn gebeden beschutten het, en Jezus Christus ontsluit het door middel van den dienst zijner knechten, door het gebruik der sleutel.

Neen, dpt roepen iJjij oftS, , bij ö& ; -.-+' ifömt, ofschoon ikwerf onbewust, slechts voort üit een overschatting an den aardschen kerkvorm, als ware deze in elk opicht zonder vlek of rimpel; en uit een zich aanmatien van een meesterschap over de kerk, hetwelk geen nkel persoon of geen enkelen discipelkring toekomt. Institutie, menschelijke regeling mOet er in de kerk ijn, maar allen die hieraan ordelijk v? illen meeweren, moeten gelijHlijk worden erkend. Men denke an de lessen, in Matth.20 vervat en dringe toch vooral e scheidingsgedachte niet te eenzijdig op den voorrond.

Dit is werkelijk de zaak.

Wie waarlijk Gereformeerd is stelt de eeneid zijner Gereformeerde belijdenis zoo boven lles hoog, dat alle bergen wijken moeten, lle heuvels vanzelf geslecht worden, en dat et name alle molshoopen als met den voet er ergernis worden platgetreden.

Het voorstel van Profi .Gooszen om in Synoale Genootschapskerken van meer dan twee predikanten, de benoeming van predikanten en overige kerkeraadsleden te splitsen naar de wijken vindt steun bij de Hervorming-Ze zegt er van:

Wij houden het er voor dat, wanneer deze nieuwe bepalingen aan het reglement op de benoeming van ouderlingen en diakenen en de beroeping van predikanten worden toegevoegd, daardoor in menige gemeente kwaads weggenomen en in alle gemeenten, waar zij van kracht werden, iets goeds zou worden tot stand gebracht.

Kwaads stichten de kiescolleges in reeds vele gemeenten zeer zeker, als zij da verschillende schakeeringen, die in de gemeenten fgevonden worden, niet tot haar recht laten kom^n.fen de meerderheid der leden haar zienswijze bij de.hej'oeping van predikanten alleen in aanmerking neeratï . pit kwaad, dat de helft plus één sticht, zou door .deze nieuwe bepalingen voor een goed deel kunnen gefeerd worden.

Stel, in wijk A is de meerderheid streng orthodox; zij zou der gemeente een predikant bezorgen in dien geest en hem kerkeraadsleden verzekeren, die met hem konden samenwerken. De minderheid zou het ten goede komen, als de meerderheid in wijk B. bijv. een Evangelisch getinten predikant beriep, die van haar kerkeraadsleden zou ontvangen, van wie hij geen tegenwerking had te vreezen. lu wijk C zou de meerderheid misschien een modern predikant en geestverwante kerkeraadsleden kiezen.

Wij stemmen toe, daar is iets angstvalligs en kunstmatigs in dit alles; en er is geen stoute verbeelding toe noodig om zich voor te stellen, dat in dien bontgekleurden kerkeraad wel eens naast elkaar kleuren zouden kunnen aangetroffen worden, die eenigermate met elkaar zouden vloeken en de harmonie van het geheel verstoren, maar van niet radicale middelen is geen radicale verbetering te wachten. Dit in aanmerking genomen, moeten wij erkennen, als de omstandigheden ten minste een weinig meewerken, kan er kwaad door deze bepaling gekeerd worden. En een voordeel is het zeker — en daarin sluit het voorstel bij dat der parochie-verdeeling zich aan — dat den predikant niet door het toeval een wijk wordt aangewezen, maar dat hij zijn voomaamsten arbeid vindtin een wijk, waarvan de meerderheid althans hem begeert; een voordeel ook, dat hij, eens predikant in een gemeente, niet kan gedwarsboomd worden in wat tot zijn ambt behoort, door kerkeraadsleden, die hem daarin niet willen «bijstaan".

Allen, die er niet aan wanhopen, dat de verschillende richtingen in één kerkverband kunnen samen werken, moet dit voorstel zeer toelachen. Dat die samenwerking draaglijker worde, is het doel van het voorstel. Ware het alleen er om te doen geweest, om sommige onhebbelijke practijken, die bij de stemming voor de kiescolleges plaats hebben, te keeren, dan zou het voorstel, behalve dat die onhebbelijkheden ook in de wijken bij benoeming en beroep kunnen plaats hebben, er zich toe hebben bepaald, om in en naar de wijken de benoemingen in het kiescollege te doen geschieden. Thans echter, nu de stemgerechtigden eener wijk hun eigen kerkeraadsleden en pre dikanten verkiezen, staat als doel op den voorgrond, de verschillende richtingen tot haar recht te doen komen en haar samenwerking in één kerkverband aangenamer te maken. Wij spreken van richtingen, al wil de toelichting, die ter Synode van het voorstel gegeven werd, van richtingen in dit verband niet weten, en al wil zij er de persoonlijkheid door tot haar recht laten komen: naar 't ons voorkomt toch, uit de persoonlijkheid zich o. a. ook in de godsdienstige, of wilt ge dogmatische richting, Daarover willen we thans echter niet twisten-

Wie meent dat voor de kerk, zooals zij bestaat, aan de verschillende richtingen binnen hare muren op den duur plaats moet ingenümd en verzekerd blijven, moet met dit voorstel ingenomen ziiu, en behoeft, dunkt ons, zich van de aanneming niet te laten weerhouden door bezwaren van formeelen aard, die er tegen zijn aangevoerd en die wij kortelijk willen bespreken.

Ter Synode komen dan nu reeds weer de oude twee groepen tegenover elkander te staan.

Eenerzijds, de groep, die thans Dr. Van Ronkel aanvoert, en die het Genootschap weer Gereformeerd wil maken, en anderzijds de Groningers en Modernen, die het zoo mogelijk nog verder van zijn Gereformeerd en Christelijk karakter willen ontdoen.

En tusschen die beiden in staan dan de eigenlijke hiërarchen, thans meest van Ethische herkomst, die rechtstreeks de belijdenis veranderen willen, om er een nieuw confessioneel genootschap van te maken, maar met een confessie naar hun smaak en met het Pantheïsme als diepste levensbeginsel.

Op de pertinente vraag door Ds. César Segers aan zijn Leidschen collega Van Ronkel gesteld, of deze al dan niet bedoelt de drie Formulieren van eenigheid te moderniseeren, teekent de Hoop aan:

Dit is juist gezien en wel gezegd.

Wie in den kerkelijken strijd onzer dagen de bazuin aan den mond zet en eene banier opwerpt, heeft bijzonder zorg te dragen, dat zijn bazuin geen onzekeren klank geve, en dat de banier, die hij omhoog houdt, scherp gekleurd is. En van Dr. Van Ronkel mag gevraagd en moet verwacht worden, dat hij zich duidelijk uitspreke, in bewoordingen voor geen tweeërlei uitlegging vatbaar, waar het hem in deze op het stuk der belijdenis der kerk, om gaat.

Wil ook hij de Belijdenis onzer Gereformeerde keren gehandhaafd hebben, met prijsgeving, zoo het iet anders kan, van de geheele Organisatie van i8i6 n de tijdelijke voordeelen daaraan verbonden? Of is ij van oordeel, dat ten slotte de handhaving der Beijdenis ondergeschikt gesteld moet worden aan het ehoud dier Organisatie? Wil hij in waarheid terugeer tot de oude paden, die, voor zoover de Orgaisatie betreft, in 1816 formeel en in de praktijk veraten zijn, óf is zijn streven, de Organisatie van 1816 óó «Gereformeerd" te krijgen, dat zij op een Gereormeerde kerk gelijkt, behoudens dat ook niet-Gereormeerden, ja zelfs Modernen daarin de rechten beouden, die zij onder de Organisatie verkregen?

Het is te verstaan, dat Ds. Segers c. s niet met r. Van Ronkel meegaan, vóór zij duidelijk van hem eten, waarheen hij hen wil leiden; ra. a. w. de overuiging hebben, dat zijn streven, wat ook gebeure, iet leide tot breken met het Genootschap van 1816, at voor hen «de kerk" is. Doch even duidelijk is et, dat de «Gereformeerden, die zich nog in het Geootschap bevinden, " zoo zij getrouw willen zijn aan e belijdenis en leven onder Gergformeerde Kerkenrdening, evenmin met hem kunnen medegaan, inien hij — zij het langs een anderen weg dan die in e Doleantie gevolgd is — ten slotte niet komt tot reken met de, ook door hem als ongereformeerd, nbijbelsch ten toon gestelde, Organisatie van 1816. ij zien belangstellend uit naar Dr. Van Konkels ntwoord op de vragen van Ds. Gesar Segers, dus ategorisch gesteld.

Dit is voor Dr. Van Ronkel en de zijnen et moeielijke.

Ze zitten tusschen twee vuren.

Doen ze geen water in hun wijn, dan krijgen ze niets van de Synode gedaan.

En doen ze in den wijn water, dan gaat het laatste vleugje vertrouwen, dat vele geloovigen in hen stellen, onverbiddelijk weg.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 juni 1888

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 juni 1888

De Heraut | 4 Pagina's