GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE ELF WEEKEN.

V.

DE HEERE IS EEN HELPER.

De kinderen begrepen evenmin wat er nu gebeuren moest als de volwassenen. De eerste waren wel in de laatste dagen reeds door Duitsche streken getrokken, maar grenslanden, waar men tenminste zooveel Fransch verstond als noodig was om hen te begrijpen. En er werd trouwens al heel weinig met hen gepraat, dit begrijpt gij.

Maar nu er een verhoor moest plaats hebben was het erger. Gelukkig woonde niet ver van daar, namelijk te Offenbach, een predikant, die beroemd was, wijl hij verschillende talen kende. Tot hem nu zond men een boodschap, dat er elf kinderen waren gevonden, uit wier spraak niemand wijs kon worden. Hij moest het dus maar eens beproeven.

De goede dominé dacht, toen hij de boodschap kreeg, zeker aan Zigeuners of dergelijke zwervers. Althans zoodra hij bij de kinderen kwam, sprak hij hen toe in 't Hongaarsch, Maar dit baatte natuurlijk weinig. Toen beproefde hij het Poolsch, waar hij ook wat van kende, maar dat hielp ook niet. Dan zal ik 't met Fransch eens beproeven, dacht hij, en zie — nauwelijks had hij gezegd: »Mes enfants)" 1) of er kwam een blijde trek op de gezichtjes en drie, vier stemmen riepen: »Ah, oui monsieur 2)

i) Kinderen!

3) Juist, mijnheer!

’t Lek was dus gevonden, en weldra zat de dominé druk te redeneeren met zijn nieuwe kennissen. Hij had er al zijn Fransch bij noodig, want de kinderen spraken de taal niet zuiver en vaak waren er drie, vier gelijk aan 't woord. Maar 't ging toch.

»UEerwaarde schijnt hen toch te begrijpen", sprak de commissaris eindelijk.

»Zeker, " was 't antwoord, »het zijn geen heidenen, maar kinderen van zoo goede Christenen als wij; misschien nog wel van betere."

»Ei zoo? " vroeg de officier nieuwsgierig.

»Ja, '' sprak de leeraar, »'t zijn kinderen van Hugenooten, die om hun geloof door hun Koning worden vervolgd.

De moeder is er al onder bezweken; de vader zit gevangen en die arme schapen zijn ver Hit Frankrijk hierheen gekomen. De Heere God heeft hen wonderlijk geleid."

-En nu verhaalde de goede predikant aan den verbaasden commissaris al wat hem de kinderen verteld hadden.

»Dat is een wonderlijke geschiedenis!" riep de officier uit.

»Ja, wel wonderlijk, " antwoordde de dominé, en toen, zich tot de kleinen wendende, sprak hij met tranen in de oogen: »lieve kinderen; ik geloof dat ge thans het land gevonden hebt, waarheen uw vrome vader u heeft gewezen. Hij heeft u niet vergeefs den Heere toevertrouwd ; zijn hand geleidde u hierheen; en met zijn hulp zullen we voor u zorgen."

Intusschen had zich 't gerucht van de elf vreemde kinderen reeds door de stad verspreid. Wie mocht ging het gebouw van de hoofdwacht binnen, en er voor stond een schaar van menschen, allen even nieuwsgierig. Een paar die 't rechte van de zaak vernomen "hadden liepen gauw huiswaarts om brood en koeken en melk te halen voor de vreemde gasten. Dat die niet neen zeiden, begrijpt ge; in hoelang hadden zij zoo niet gegeten. En daarbij waren de menschen zoo vriendelijk, dat ze 't haast niet begrijpen konden. Doch het was waar, zij waren onder goede menschen gekomen, die iemand niet gevangen zetten omdat hij Protestantsch of Roomsch was en zelf behoorden tot die »ketters" welke in Frankrijk zoo hittig werden vervolgd.

Vooreerst bleven de kinderen waar zij waren en er werd goed voor hen gezorgd ook. Ieder wilde hen zien; niemand kwam met leege handen, en menigeen schonk hun bij 't heengaan een stuk geld of kleederen. De dominé bleef zelfs een paar dagen, niet alleen, opdat alles door den commissaris juist zou worden opgeteekend, maar ook, wijl niemand dan hij met de kinderen goed spreken kon. Weldra was hun geschiedenis in heel Frankfort bekend.

De vraag was echter nu, wat met de kinderen te beginnen. Doch daarop had men spoedig een antwoord.

»De twee oudste knapen moet ik hebben, " zei de dominé. »Ik sta hen aan niemand af. Zij zullen bij en door mij worden grootgebracht. — Dan heb ik ook iets voor mijn moeite, " voegde hij er lachend bij.

»En ik, " sprak een rijk koopman, »neem op mij voor een der meisjes te zorgen."

Zoo sprak ook een tweede en een derde. Om kort te gaan: Nog dienzelfden dag hadden al de kinderen een goed tehuis gevonden, waar kostelijk voor hen werd gezorgd, en zij den Heere niet behoefden te verloochenen, maar integendeel in de waarheid werden onderwezen en hoorden van den eenigen naam die gegeven is tot zaligheid.

»De Heere Jezus, " zoo zegt de grootmoeder na het oude verhaal, »was hun Voogd. Hij vervulde zijn belofte: Geen van hen was verloren geraakt of ziek geworden."

{Wordt vervolgd.)

Van twee batten.

IV.

Over dag houdt zich het mannetje altijd in gezelschap van het wijfje in de afgelegenste en donkerste gedeelten van de boschen op. De losch krijgt in het voorjaar veelal twee, hoogstens drie blinde jongen en woont dan in een hol dat het wijfje zelf graaft of menigmaal ook in een vergroot dassen-of vossenhol onder een boomwortel of diep verborgen rotsspleet. Zij voedt hen met mollen, muizen, kleine vogels enz. en beschut en verdedigt hen met vreeselijke woede. Het geluid dat de losch laat hooren heeft veel overeenkomst met het huilen van een hond.

Door de groote zeldzaamheid van dit roofdier kunnen eigenlijke loschjachten niet plaats vinden. Omsingelen en afsluiten heeft ook zelden een gunstig gevolg. Gewoonlijk is hij reeds zeer ver weg, wanneer men een spoor van hem vindt; ook vlucht hij spoedig dagreizen ver naar andere streken, wanneer hij bemerkt dat de omtrek voor hem niet meer veilig is. Het beste wordt hij gevangen, wanneer de jager hem onverwachts ontmoet. In dit geval blijft hij rustig op een boom of waar hij zich op dit oogenblik bevindt, liggen, en staart onbevreesd zijn vervolger aan. Gelukt het echter dezen niet hem met één schot te vellen, dan springt de losch hem in hevige woede op het hootd of de borst, slaat hem de scherpe klauwen diep in het vleesch en bijt hem dan zoo vreeselijk, dat hij moeielijk van hem ontslagen kan worden. Voor honden heeft hij geen bijzondere vrees, daar hij veel zekerder springt en aanvalt dan zij en desnoods twee of drie van hen kan overmeesteren.

Niet zelden vangt men den losch met vossenvallen, uit twee getande ijzeren bogen bestaande, die met versch vleesch als lokaas bedekt zijn Is er een in zulk een val gevangen, dan heeft men de. schoonste gelegenheid hem in al zijn wildheid te, zien; namelijk wanneer slechts zyn voorgedeelte in het ijzer geklemd is. Komt namelijk de jager naar de vangst zien, dan trekt de losch, achterwaarts gaande, het ijzer dat altijd met een sterken ketting aan een stevigen boomstam bevestigd is, met zich, zoover hij kan en richt, vreeselijk grommend, zijn blikken op de naderenden. Denkt hij dan zijn vijand te kunnen bespringen, zoo beproeft hij dat met zulk een geweldigen sprong, dat het vreeselijk is om te zien. Menigmaal hebben de aldus gevangenen door bovenmatige krachtsinspanning om zich los te maken, de nagels aan de nog vrije pooten en hun tanden gebroken. Niettegenstaande dit alles heeft een Beiersch jager voor eenige jaren een gevangen losch levend uit de klem gehaald en hem gekneveld in zijn tasch naar Tegernsee gedragen. Hij deed dit op de volgende wijze: Een jon­ H z gen dennentak schoof hij over den losch onder den boomwortel waaraan de val bevestigd was, drukte, door met zijn gansche gewicht a daarop te gaan liggen, den losch vlug op den grond en naderde langzamerhand het woedende dier. Hij wierp het toen een strop om den nek en bevestigde een touw met om den muil. knoopen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 juli 1888

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 juli 1888

De Heraut | 4 Pagina's