Jongstleden Zaterdag mocht

Amsterdam, 26 Oct. 1888.

Jongstleden Zaterdag mocht de Vrije Univer.siteit haar zevenden jaardag vieren. Reeds dat ze nog leeft, mag een wonder heeten; want zoo er ooit een plantje ontkiemd is, dat men met geweld dood en stuk wilde trappen, dan is het wel de Vrije Universiteit geweest.

Ze mocht en ze zou niet leven.

Alle wegen werden haar afgesneden; alle licht haar betimmerd; alle levenslucht hrar weggezogen.

Al den dag stonden er schimpers en kwaadwilligen van allerlei allooi om steentjes door haar glazen te gooien; leelijke dingen met krijt op haar muren te schrijven; en schandelijke dingen tegen haar uit te roepen.

Over geen stichting van dien aard is meer geschreven, meer gepraat, meer getwist, meer onwaarheid verspreid.

Waarlijk het zou geen wonder geweest zijn, indien ze onder den last van dezen smaad en deze tegenwerking reeds lang ware bezweken.

En toch, zie, nog steeds heft ze blij en moedig het hoofd opwaarts, met dank aan haren God, door wiens genade alleen ze is, wat ze is.

En hoe wel ging het haar niet!

Nog nooit had ze eenigs dings gebrek. Mild vloeiden de bronnen van haar bestaan. Het aantal harer kweekelingen is nog steeds wassende. Mannen van goeden huize en naam rekenen het zich een eere aan haar hoofd te staan. En de sympathie van het vrome volk in den lande is nog steeds klimmende.

De „ure des gebeds" die in Frascati door de heeren Ds. Karssen en Dr. Geesink geleid wierd, kon dan ook tot hartelijken dank voor zooveel verleende genade stemmen, en het gebed dat opging was geheel onder den indruk van Gods grootheid en der zekerheid van onzen triomf.

Op den Zaterdag zelf werd te één ure de samenkomst in de Schotsche Zendingskerk geopend, waar insgelijks een zeer talrijke schare was opgekomen, en Dr. Kuyper als aftredend rector een rede hield over het Calvinisme en de Kunst, die reeds bij den heer J. A. Wormser de pers verliet.

Op deze redevoering volgde de voorlezing der Annalen, waaruit o. a. bleek dat het getal ingeschreven studenten nu 104 is, waarvan 23 de Universiteit verlieten en nog 81 daar studeeren.

In de toespraak die op deze Annalen volgde, verdient vooral opmerking het hartelijk woord aan Mr. Keuchenius ge^^ijd, den Curator van Insulinde en Suriname bef; terwijl ten slotte het rectoraat wierd overgedragen op Prof. Dr. F. L. Rutgers. Als nieuwe Directeuren in plaats van de heeren Fabius en Van Boetselaer waren opgetreden de heeren E. J. Th. a Th. van der Hoop, burgemeester van Doornspijk, en E. G. Wentinck, lid der Prov. Staten van Utrecht, te Schalkwijk.

Plaatsvervangende Directeuren zijn thans g de heeren C. E. M. van Löben Sels en Mr. Th. Heemskerk, leden der Staten-d Generaal.

Aandoenlijk was ditmaal de eerste afweigheid van Dr. Hoedemaker, die een vorig maal, hoezeer reeds bedankt hebbende, toch nog met de andere hoogleeraren binnenkwam.

Thans moesten we hem missen.

Toch v/erd hij door den aftredenden rector herdacht op hartelijke en broederlijke wijze, al mocht van universitair standpunt decritiek niet uitblijven over het ongemotiveerde van zijn daad.

Moge de Vrije Universiteit, ook dezen nieuwen cursus, mildelijk in de gratie onzes Heeren deelen. Winne ze in de gunst van menschen. Worde ze het vaderland ten zegen. Helpe ze Gods kerke bouwen. En diene ze aldus in nederigheid Zijns Naams eere! j

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen