GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een twist in 1704.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een twist in 1704.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

IX. (Slot? ,

Niet zonder verbazing las de classis het besluit van Hoogmogenden, waarbij bevolen werd, dat de proceduren tegen Ds. Van Leeuwen weer begonnen moesten worden, indien de classis de klachten tegen hem gegrond bevond. Immers hadden de afgevaardigden der classis zelven de Staten Generaal verwittigd, wat er tijdens de surseance was geschied. Daar moest dus een valsche in lichting bij de regeering ingekomen zijn, die de classis in een kwaad daglicht plaatste. Het was dus noodig, dat de Hoogmogenden nog eens vernamen, dat tijdens de surseance Ds. Van Leeuwen slechts geciteerd was. Bovendien was de zaak geen geschil tusschen de predikanten Van Leeuwen en Hattinga, maar eene beschuldiging tegen den eerste wegens gevaarlijke gevoelens.

Ook Ds. Hattinga had een missive van de Staten gekregen, waarin hem bevolen was te antwoorden op twee punten van Van Leeuwen's request: nl. i. 't verzoek, dat Hoogmogenden Ds. Van Leeuwen zouden handhaven en Dsf Hattinga gelasten, dat hij zich vreedzaam tegen genen zou hebben te gedragen en, zoo noodig, bij den kerkeraad te klagen over Van Leeuwen's onrechtzinnigheid; 2. de bede, om een anderen, n. 1. een politieken rechter. Ds. Hattinga riep het advies der classisin. Dit werd hem toegestaan. Intusschen vroeg de classis te Sluis weereen collegium qualificatum aan, maar dit werd afgeslagen, omdat de magistraat eerst wilde weten, hoe men tegen Ds. Van Leeuwen zou handelen. Duidelijk bleek hieruit opnieuw, dat de regeering Ds. Van Leeuwen de hand boven het hoofd hield, zoodat hij op den kansel scheen te mogen zeggen, wat hij wilde, terwijl den rechtzinnigen geweld werd aangedaan, zooals o. a. den diakenen van Sluis. Den 6en Juni 1708 stond de zaak van Sluis nog droevig. Maar na dien tijd kwam een ommekeer. De hooge regeering schijnt Ds. Van Leeuwen tot schuldbelijdenis voor de classis gedwongen te hebben, terwijl de classis eene aanmaning kreeg, om de zaak te laten zooals zij was. In allen gevalle was er voor Ds. Van Leeuwen geen sprake meer van suspensie. Tot 1718 bleef hij leeraar te Sluis, zonder dat iemand hem moeide.

Zoo eindigde een zaak van groot gewicht, wier kerkelijke behandeling ten zegen der Kerk van Christus zou gedijd hebben, zoo zij niet gekeerd ware. De invloed der overheid, waardoor de onrechtzinnigheid zich kon handhaven, al matigde zij zich en bond zich in, was een smaad voor de gemeente des Heeren. Maar niet minder het zwij-Igen der gemeente op zulk eene miskenning harer vechten. Hoe geheel anders ging het gedurende de Remonstrantsche twisten! Maar het verval der kerk was reeds begonnen.

Coccf jaan$c()e prt ifiKtüiJie 'm 'istI8e f fUt».

't Is de 22e April van het jaar 1714. In de nabijheid van 's-Gravenhage wordt een jeugdig predikant bevestigd. Een der Haagsche leeraars komt over, om die plechtig­ heid te leiden. Aan den middag van denzelfden dag houdt de leeraar zijne intreêrede. Een groote menigte is in het kerkgebouw saamgestroomd, nieuwsgierig naar hetgeen haar zal voorgezet worden uit het Woord Gods. Eene inleidmg brengt de hoorders op den tekst van Pred. 10 : 19. »Wat zal dat zijn? " vraagt iedereen zich zwijgend af. Maar wie schetst aller verbazing, toen men de woorden hoorde voorlezen: Men maakt maaltijden, om te lachen, en de wijn ^verheugt de levendigen, en het geld verantwoordt alles." Is dat een tekst voor een inleidingspredikatie ? Hoe moet hij in verband gebracht worden met het werk des Evangeliedienaars? Hoort wat de prediker zegt: pe maaltijd om te lachen is de bediening van het Evangelie onder het Nieuwe Verbond; de wijn is de Heilige Geest en deszelfs gaven, die de levendigen verkrijgen; het geld, dat alles verantwoordt, eindelijk is de voldoening en de verdienste van Christus, die alles verantwoordt en goedmaakt voor den zondaar." Het oordeel over deze preek is verschillend. Velen vinden haar diep; anderen rijk aan gedachten; anderen weer aardig gevonden. Maar daar zijn er ook, die diep verontwaardigd zijn. »Wat dunkt u van dien tekst, " zegt iemand, »zou de dominee een groot gastmaal op zijne bevestiging aangelegd hebben, waar men slechts een glas wijn gedronken heeft? '' Een ander vraagt spottend: Zou de dominee de plaats voor geld gekocht hebben? "

Een ander voorbeeld.

Zeker dorpspredikant koos op zekeren Zondag tot zijn tekst I Petr, 3:15: Heiligt God den Heere in uwe harten", en zeide er van: gt; De apostel spreekt hier van eene heiliging des harten, in tegenstelling van de dagen des Ouden Verbondsj want toen had er geen heiliging des harten, maar alleen een reinigmaking des vleesches plaats."

Nog een ander voorbeeld.

Zeker onbedacht jonkman, onlangs predikende over deze woorden: Gij, mannen ! hoelang zal mijne eer tot schande zijn? Hoelang zidt gij de ijdelheid beminnen, de leugen zoeken ? " (Ps. 4:3), dorst ten aanhoore van ervaren predikanten zeggen, dat dit de woorden waren van den Messias, gericht tot de Joodsche natie, tot de Parizeen en Schriftgeleerden, bij wien Christus' persoon, eer en leer tot schande waren. De ijdelheid en leugen, waarvan vervolgens gesproken wordt, waren de ceremoniën en de Mozaïsche godsdienst, di: , nu Christus geboren was, ijdelheid en leugen waren.

Niet minder dwaas was de uitlegging van Spr. 21:9, volgens welke de bedoeling dezer woorden zou zijn: t Is beter in de open lucht op den hoek van het dak te verkeeren onder de heidenen, bij wie de leere van den Messias meer ingang gehad heeft, dan bij de twistgierige en onrustige Joodsche kerk, hier door de kijfachtige huisvrouw verstaan.

Zoo wordt Gods Woord een speelbal in de hand van grooten en kleinen. Zou men in onzen tijd niets meer van deze Schriftuitleggers over hebben ?

DE GAAY FORTMAN.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 juli 1889

De Heraut | 2 Pagina's

Een twist in 1704.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 juli 1889

De Heraut | 2 Pagina's