GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

,,Ve mildernis zal bloeien als een roos.''

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

,,Ve mildernis zal bloeien als een roos.''

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De woestijn en de dorre plaatsen zullen liierover vroolijk zijn, en de wildernis zal zich verheugen, en zal bloeien als eene roos. Jesaia 35:1.

Niet de woestijn, bloeien. maar de wildernis zeX

Die twee zijn niet hetzelfde. De woestijn is het leege, vale, naakte, kale, dorre, waar niets tiert, en geen kruid den spriet omhoog heft, en het eindelooze zandveld, door niets dan klipgrond omzoomd en afgebroken, zijn wezenlooze, levenlooze vlakte uitstrekt.

Beeld van den dood; beeld van de voleinde verwoesting; en met dood en verwoesting bedreigend al wie zich in haar verraderlijke zandgolven waagt. Maar zoo is de wildernis niet.

Integendeel, de wildernis is één en al leven; schriklijke uiting van woeste, wilde kracht; het plantenrijk treedt er in machtige, dooreengewarde gewassen op, en het dierenrijk kweekt er zijn machtigste vernielers.

Over de woestijn-ligt het gewaad des doods gespreid; maar de wildernis geeft u het beeld van een machtige, die in razernij is uitgebroken.

Nog altoos dezelfde kracht van weleer. Naar het schijnt die kracht zelfs versterkt. Maar kracht zonder zelfbeheersching, zonder doel, zonder orde. Zich zelf vernielend en op vernieling uit.

Zoo als het zwerJc aan den hemel is, als de onweerskoppen van alle kanten opsteken en de donkere wolken wild dooreenjagen; of wilt ge, zoo als de zee is, wanneer de orkanen loeien en de afgronden ontbloot worden; zóó is de wildernis op aarde.

Wilde, persende, alles overheerschende kracht, maar in woeste vormen, schril en somber, dooreen worstelend.

Zoo als de duivelen deze schepping zouden gemaakt hebben, had hun de scheppingsmacht ten dienste gestaan, zoo is de woeste wildernis in bergkloof en rotsspelonk. Er spreekt in de wildernis iets van de sombere woestheid en wildheid der hel.

Oorspronkelijk was daa ook die wildernis et niet.

God schiep niet de wildernis, maar het paradijs, en wij zijn het, die door onze zonde den vloek over het aardrijk hebben gebracht, zoodat het sinds doornen en distelen voortbrengt.

Vandaar dan ook dat jubelen der profetie, dat die wildernis eens weer weggaat, en dat eens die wildernis (niet de woestijn) weer als een roos zal bloeien. De roos herinnert aan de wildernis. De doornen dreigen u nog aan haar stengel.

Maar aan dien stengel met zijn wreede doornen ontluikt straks de koningin der bloemen, die onder alle land en volk steeds als de rijkste verschijning in de bloemenwereld gefierd is.

In de roos evenals in de wildernis die overmaat van kracht in hst volle, zich telkens vermenigvuldigende blad, dat uit haar knop uitschiet; maar tegelijk in de roos met die wildernis de scherpste tegen­

stelling. In de wildernis alles somber en dof van tint, — hier de rijkste kleurschakeering. In de wildernis alles wilde razernij der natuur, zonder maat of orde, — hier de keurigste maat waarmee blad op blad ge­

legd is. En eindelijk in de wildernis alles u afstuitend en terugjagend, en hier de zachtste geuren die uit het rijke rozenblad u tegengeuren, en u lokken door haar welriekendheid en haar zoet.

Een profetie dus, zooals alleen de Schrift ze u bieden kan.

De roos als uit de wildernis genomen, in de doornen aan haar stengel nog de heugenis der wildernis met zich dragend; maar ook die roos aan de woeste, sombere macht der wildernis onttogen, en als overgoten met ambergeuren uit Gods heiligen hof.

Toch ligt niet in dit wonder der natuur het einddoel van dezen profetischen jubel. Zeker, op de natuur zelve doelt het ook. Eens gaat de vloek, en met hem de doorn en de distel weer weg, en zal ook in de zichtbare schepping op een nieuwe aarde de heerlijkheid des Heeren gezien worden.

Maar toch dit woord heeft diepere duiding.

Al het zichtbare is slechts spiegelbeeld van het onzichtbare, en ook die wildernis, die als een roos zal bloeien, heeft een sprake tot uw hart.

Uw hart immers o, mensch, dat is die onzichtbare, die geestelijke wildernis, waarin do distelen dojreengevlochten liggen en de doornen dooreengeward.

Neen, uw menschelijk hart is niet als de woestijn, waarin niets ritselt, noch als de dorre vlakte, waarop niets groeit.

Integendeel, uw hart tintelt van leven. Het zwelt en perst van leven. Het is van overmaat van leven vol. Slechts dit is uw ellende, dat al het leven van uw hart verwilderd is; dat woeste hartstocht u van binnen jaagt; en dat het somber en onheilspellend is geworden in die verborgen diepte binnen in u, waarin niets schijnen en stralen moest dan de afglans van het azuur van Gods hemel.

De wildernis is de razernij der natuur, en in uw hart woedt de waanzin van uw menschelijke kracht.

Het groeit en tiert in uw hart aldoor, maar het bloeit er niet; want wat er opschiet en uitschiet is in vorm onschoon, wild in zijn gestalte, woest in zijn voortdringen, en heeft voor bloemen doornen, en distelen voor de geurige knop.

Zoo als wij bij den aanblik van een wildernis in de bergkloof terugschrikken, zoo ook moeten Gods engelen terugdeinzen bij het staren in deze wildernis van ons menschelijk hart.

Belangwekkend gelijk de wildernis aangrijpend blijkt; maar schriklijk, en getuigend van een ontzettende verbastering. Zonder maat en zonder orde. Zonder hooger lichtglans, zonder welriekende geuren, zonder doel.

Zoo groeit het en wast het in deze wildernis van ons hart. Somber en dof dooreengemengd!

o. De vloek die op de aarde doornen en distelen voortbrengt, wat is hij anders dan beeld in het zichtbare, van wat verwoest en verwilderd wifj; d in ons eigen

Maar nu, hoor dan ook de profetie, die meer nog dan over de wildernis der natuur, over deze wildernis in uw eigen hart uitging.

Ook die wildernis binnen in u 5; al zich eenmaal verheugen, ja bloeien zal ze als een roos.

Dat is het heilgeheim, het wondere wonder van Gods almachtige genade, dat Hij die wilde rank in u weer aan de wildernis ontrukt en er rozen aan kleuren en rozen aan geuren doet.

Als uw hart aan de woestijn gelijk was, zou dit niet kunnen, want waar niets dan leegte en dorheid is, valt niets te herscheppen.

Maï.r omdat uw hart een wildernis is, vol en overvloeiend van het wildste en meest woeste leven, daarom grijpt de Heere dien wilden wingert aan en maakt er ranken uit voor zijn wijnstok.

Omdat uw hart zijn kracht in het voortbrengen van doornen en distelen uitputte, daarom komt de Heere uw God en doet rozen aan uw stengel uitbotten.

En dan zitten onder aan den stengel de doornen nog wel, die u gedurig herinneren, wat ge van nature waart en nog van nature zijt; maar aan dien gedoornden stengel wast dan toch de knop van het nieuwe leven, en die knop ontsluit zich, en de rozenbladeren ontplooien zich, en uit die bloeiende roos drijft God de Heere geuren des heiligen levens uit, die wel ook uzelven en den broeder verkwikken, maar die Hij toch bovenal schiep als een welriekende ofiferande voor Hem, den Heere uwen God.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 juli 1889

De Heraut | 2 Pagina's

,,Ve mildernis zal bloeien als een roos.''

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 juli 1889

De Heraut | 2 Pagina's