GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Uit nood en dood g'ered.

II.

Het daglicht scheen reeds helder door de vensters, toen onze slaper ontwaakte. Met schrik sprong hij op. Doch 't was iwi te laat om den roover te snappen. Haastig ging de Boer naar 't hoenderhok en zie — de luipaard was hem al weer voor geweest. Een bos veeren, die op den grond lag, bewees het duidelijk.

Maar waar was de luipaard? Hoe kwam het, dat hij weer geen spoor had nagelaten?

Een Afrikaansche Boer raakt niet zoo spoedig in drift Is hij echter eenmaal boos, dan is hij niet gemakkelijk. Peters besloot dan ook 't niet op te geven. Hij riep al zijn Kaffers bijeen en sprak:

»Jongens! Wij moeten den luipaard opsporen. Elk van u krijgt een halven zak koren, als het beest wordt gevonden."

De mannen, hun meester voorop, verlieten nu de boerderij en begaven zich in het dichte hout, dat haar omringde. Daar ging men nu aan 't zoeken; hoe brandend heet de zon ook scheen, ze gaven 't niet op. Doch ^les was vergeefsch. De kippendief was nergens te ontdekken.

Teleurgesteld en verdrietig keerde Peters tegen den avond weer naar huis. Evenwel, als Christen begreep hij, dat zijn volk toch wel een belooning mocht hebben, al was de luipaard ook niet gevonden. Zij hadden toch hun best gedaan ; dat had hij zelf zeer goed gezien. Ik zal hun wat koren geven, zoo dacht hij; zette zijn geweer neder, en begaf zich naar de schuur waar het graan lag.

In de schuur stond een ladder, waarlangs de Boer naar boven klom; het luik was open en weldra bevond hij zich op den zolder. Daar 't hem bevreemdde, dat het luik niet dicht was liet hij 't vallen, ten einde te zien of het soms niet goed sloot. Daarna ging hij naar den koornhoop, om daar eenige zakken te vullen die vlak bij lagen.

Terwijl hij ^zich bukte om het graan in de zakken te doen, hoorde hij eensklaps achter

zieh een schuifelend geruisch. Hij zag om en — twee vurige oogen staarden hem aan! Die behoorden, gelijk hij zag, in den kop van een luipaard, die daar lag te midden van een hoop gedroogd gras. Hij had niet langer te zoeken. Ongezocht en ongedacht was de roever vlak bij hem!

In het eerste oogenblik was de man door schrik als verstijfd. »Heere, bewaar mij!" zoo fluisterde hij, de oogen op het vreeselijk dier gericht houdende. Allerlei gedachten vlogen hem door 't hoofd. In een oogeiiblik werd hem duidelijk, hoe het listige beest had gehandeld. De luipaard had dicht bij het geliefde hoenderhok een veilige schuilplaats opgespoord, en ongelukkig had het luik opengestaan. Zeker had het dier daar na den maaltijd, lui en makkelijk, heel den dag gelegen en was het van plan den avond weer op roof uit te gaan. 't Was nu duidelijk, hoe 't kwam dat men geen sporen had gevonden.

Doch niet duidelijk was Wat den man nu te doen stond. Zijn geweer had hij niet bij zich, zelfs ongelukkig geen mes; ja geen dikke stok was binnen zijn bereik. Vluchten naar beneden? Jawel, maar hij wist ook hoe groot de kans was dat bij de eerste beweging die hij maakte, het wilde dier op hem zou springen. Als een beeld bleef de man een poos staan. Hij kon zich niet bewegen. Dit scheen echter ook met den luipaard zoo te zijn. Althans ook het dier verroerde zich niet. Het lag maar voortdurend den man aan te staren, doch met zulk een woesten blik dat het Boer Peters benauwd om 't hart werd, en hij in stilte tot den Heere zuchtte om uitkomst.

»Wist ik maar weg te komen!" zoo sprak hij in zich zelf; »maar hoe? "

Hij dacht een poos na, tot eensklaps een gedachte in hem opkwam, die althans, een goede kans bood. Er was geen tijd te verliezen; hij besloot aanstonds zijn voornemen uit te voeren.

De schuur was met stroo gedekt, dat echter op sommige plaatsen zoo los en uiteen lag, dat het daglicht er tusschendoor scheen. Het stroo rustte op daksparren, die om de twee of drie door lichte dwarsbalken waren verbonden om het dak stevigheid te geven.

De gedachte vloog onzen Boer door 't hoofd, dat als hij eens op een dier dwarsbalken kon komen, het niet moeilijk zou zijn het dak te bereiken, het stroo er af te werpen en door de opening zich naar buiten te werken. Als hij op een vollen zak ging staan, kon hij, daar de zoldering niet hoog was, zich wel optrekken, zoodat hij op den dwarsbalk kwam te staan. Maar moeilijker was dit alles te doen zonder dat de luipaard er erg in kreeg of althans het verhinderde. Groot, zeer groot was 't gevaar, dat, zoodra hij maar eenige beweging maakte, het woeste dier onrustig zou worden en zich op den landman werpen. En toch — 't moest gewaagd worden, 't Was de eenige kans die overbleef. Wel kon hij ook door 't luik gaan, maar dan moest hij den lui • paard voorbij en dat waagde hij niet.

»Weetgraay."

Zoo goed mogelijk wil ik wel beproeven te vertellen waar het speelgoed van daan komt dat gij zoo mooi vindt, de luchtboUen, poppen, soldaatjes en zooveel meer.

Een groot gedeelte komt uit Duitsehland vooral uit de Beiersche stad Neurenberg, die al vóór 500 jaren om haar speelgoed bekend was, Ook wordt veel te Berlijn en te Stuttgart gemaakt, zooals houten of blikken soldaatjes, kasteelen, huizen enz. Er zijn zelfs groote fabrieken, waar men niets dan speelgoed maakt; de eene man snijdt het hout, de ander schildert het, de derde pakt het in. Er helpen ook veel vrouwen en kinderen aan.

In landstreken waar veel hout is en de landbouw niet veel opbrengt, zoodat demenschen arm zijn, levert het snijden van allerlei speelgoed hun nog een stuk brood. Over dagwerken zij in het veld en des avonds zit bijna elk lid van 't gezin tehuis bezig met het snijden van poppen, het maken van doosjes enz. Vooral in den winter hebben ze daar goed den tijd voor.

Ook de Franschen doen in de laatste jaren veel aan 't vervaardigen van speelgoed. Te Parijs zijn er duizenden menschen mee bezig, meest vrouwen. Ook deze werken veelal thuis en verkoopen dan wat zij gemaakt hebben aan de groote winkels. Er zijn ook fabrieken en werkplaatsen, waar men kleine luchtballen, tooverlantaarns, koppen van poppen en al zulke dingen vervaardigt.

In een soort werkplaatsen worden die mooie zakuurwerken vervaardigd, die voor kleine jongens zoo aardig zijn. Hoeveel menschen daarvoor noodig zijn, kunt gij daaruit opmaken, dat er alle jaren ongeveer d(rtig millioen van die horloges worden afgeleverd, dat is genoeg voor elk kind tusschen de vijf en tien jaar in nagenoeg heel Europa. Trouwens heel lang duren die uurwerken dan ook niet.

HOOGENBRIK.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 januari 1890

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 januari 1890

De Heraut | 4 Pagina's