GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Frankrijk. De lijnen tusschen »Evangelisch" èn «liberaal" van lieverlede uitgewischt.

Er is in de Fransche Gereformeerde staatskerk eene partij, die zich »de Evangelische" noemt. Verreweg het grootste deel der Gereformeerden daar te lande wil bij de Evange lischen ingedeeld worden. Daartegenover staan de «liberalen", tegen welke men zich in 1872 schrap zette. In dat jaar werd de laatste officieele synode gehouden, in die synode triumfeerden de Evangelischen en stelden de z.g. „Declaration de foi" op, ' die voortaan als formulier van eenigheid dienst moest doen. Om de besluiten der synode van 1872 ten uitvoer te brengen, was het noodig, dat een nieuwe synode samenkwam; doch hiertoe weigerde de regeering hare medewerking, uit vrees dat door de Evangelische meerderheid maatregelen zouden genomen

i) Voor zooveel officieel bekend, verzendt naar West-Afrika jaarlijks: Duitschland 39, 115, 210 liter. Nederland 5.045.730 » Groot Brittannië . . . 1, 556, 920 » Frankrijk . 1629, 720 » Amerika 3, 688250 » 51, 035, 830 liter worden, om hen, die de korte »Déclara* tion de foi" niet beaamden, kerkelijk te behandelen. Een verbitterende strijd is daarop gevolgd, waarbij de Evangelischen schijnbaar voortdurend wonnen, wanneer men enkel het oog vestigt op den opgang die aanvankelijk „de officieuse synodale organisatie" maakte.. Doch al sloten zich velen daarbij aan en al werden de rijen der liberalen gedund, toch heeft ten slotte de liberale partij de overhand gekregen. Niet dat men openlijk tot haar overliep, maar omdat de orthodoxe of Evangelische partij van lieverlede en steeds duidelijker in het vaarwater der liberalen is terechtgekomen. Behalve een alarmkreet van een ouderling, die de redactie van de Eglise libre niet eens in zijn blad wilde opnemen, maar bij wijze van bijvoegsel liet drukken, opdat helder zou uitkomen, dat zij de verantwoordelijkheid van dat stuk niet voor haar rekening nam, is schier geen enkele klacht daarover vernomen. Integendeel wordt in het orgaan der Fransche Gereformeerden dat den meesten invloed heeft, de Eglise Libre, met de grootste kalmte betoogd, dat de tijd gekomen is om zich wetr met de liberalen te verbroederen, daar men toch nader tot elkander gekomen is. Als een bewijs hoe ver de Fransche orthodoxie reeds verliep, willen wij mededeelen wat daaromtrent in het nummer van 7 Maart in genoemd orgaan te lezen stond. Een zeker predikant Ducasse schrijft daarin het volgende:

»Gode zij dank heeft de Evangelische partij niets positiefs Christelijks prijsgegeven. Voor haar is de Bijbel het document gebleven van de authentieke openbaring Gods; Jezus bleef de gave Gods, het levend wonder en het middelpunt der geschiedenis, de heilige en rechtvaardige, die alleen vermocht zich vrijwillig te beladen met de zonde der menschheid en daarvoor een voldoende verzoening aanbood; wiens zelfopoffering (sacrifice) en kruis alleen aan de geloovigen veroorloven in een nieuwe genadebedeeling te komen, waarin zij den voorsmaak genieten van de voorrechten van het kind van God, waarin zij worden bewaard door de gemeenschap en de liefde van God, ook al leeren zij de zonde steeds dieper inzien. Die Heiland is het, die den dood heeft overwonnen en wiens Geest, vereenigd met dien van den Vader, ons uit den hemel "komt heiligen en troosten. Hij is ons dus nog steeds de Christus van den apostel, «gestorven voor onze zonden, opgewekt tot onze rechtvaardigmaking".

Toch is de theologische gedachtengang in den boezem onzer partij aanmerkelijk gewijzigd onder den invloed van de critiek en de uitlegkunde. Steeds minder verwart men Bijbelvergoding (Biblicisme) met Christendom. Gelijk het betaamde, heeft men de verschillende boeken des Bijbels geordend naar den raad van inspiratie en naar de plaats die zij in de huishouding des heils innemen, naar het gezag vanHem, die alleen het levende Woord is.

De Godheid van Christus, die ongeschonden gehandhaafd is, werd daarom toch beschouwd uit een meer ethisch, meer menschelijk gezichtspunt, dat haar meer aannemelijk voor de moreele conscientie maakt. De verlossing en de verzoening zijn nauwer verbonden aan de zielkundige en zedekundige begrippen. Het hart en de geest gaan hier boven de letter van de formules uit en weten een waar voedsel te vinden."

Wat de liberale partij betreft, zegt de heer Ducasse, dat haar vurigste aanhangers onder de predikanten haar verlaten hebben, om een loopbaan in de journalistiek, de staatkunde of in de magistratuur te zoeken. «De liberale predikanten die in de kerk bleven, begonnen in te zien, dat men met critiek de kudde niet kon voeden. Om hun gehoor te houden, moesten zij iets meer geven dan een dor rationalisme en koud wijsgeerige bespiegelingen. Zij die waarlijk herders waren, hebben gebeden en gezocht; het godsdienstig, zedelijk en Christelijk gevoel heeft hun nooit ontbroken. Zouden onder die omstandigheden de leer, de persoon en het werk van Christus, die zoo nauw met elkander vereenigd zijn, als leden van hetzelfde organisme, zich niet steeds met meer aandrang aan de conscientie dier broeders voordoen? Geen onoverkomelijke slagboom verwijdert ons meer van die broeders, er is tusschen ons en hen slechts een verschil van nuance.

Wat staat er dan nog in den weg? De geloofsbelijdenis van 1872. Doch dit kan geen hinderpaal zijn om met de liberalen te verbroederen. Die geloofsbelijdenis (bestaande uit weinige regels, niets specifiek Gereformeerds bevattende) heeft slechts een moreele beteekenis, en ieder is individueel vrij om haar uit te leggen, en is in zoover aan haar gebonden. Het is een vaandel, waaronder wij onze gelederen kunnen aaneensluiten; het is eene uiting van haar geloof, die de kerk aan de aandacht van al hare kinderen kan aanbevelen en meer in 't bijzonder aan de predikanten, die geroepen zijn om te leeren en te vermanen. De liberalen zijn toch geen voorstanders van onbeperkte leervrijheid ? "

Zoo gaat de heer Ducasse voort en zegt ten slotte, dat de jongeren de verbroedering der Evangelischen en liberalen maar moeten uitwerken, daar de ouderen moeilijk op hun verleden kunnen terugkomen en daarom jeugdiger krachten maar moeten laten begaan.

De redeneering van den heer Ducasse bewijst zonneklaar, dat het pleit in de Gereformeerde staatskerk door de liberalen gewonnen is. Er is tusschen Evangelischen en liberalen slechts een verschil van graad. De Evangelischen zijn nog zoover niet afgezakt op de baan van ontkenning van alles wat de kerk van alle tijden beleden heeft. Duidelijk loochent de heer Ducasse het stuk van de inspiratie der Schrift, va, n de verzoening, van de persoonlijkheid van den Heiligen Geest, van de twee naturen van Christus enz. enz. En volkomen terecht beweert hij, dat hetgeen hij neerschrijft het gevoelen is der Evangelischen. Daarmede is niet gezegd, dat alle Evangelische leeraars, ambtsdragers en leden het met zijne stellingen eens zijn, doch over het algemeen genomen sprak hij uit wat in den boezem der zich noemende orthodoxen leeft.

Hoe jammerlijk is de toestand in Frankrijks Gereformeerde kerken! Ons is niet éen Fransch godgeleerde van eenigen naam bekend, die tegenover den steeds wassenden stroom van het ongeloof de banier van Gods Woord omhooghoudt. En dan willen zij, die op alle punten tot het modernisme of liberalisme neigen, nog beweren, dat zij de mannen zijn, geschikt om aan het Roomsche Frankrijk het Evangelie te brengen! Is het te verwonderen, dat bij zulk een stand van zaken er wel telkens gemeld wordt, dat hier of daar een z.g. evangelist op een plaats spreekt en vele hoorders heeft, doch dat het getal van hen die zich aan een der Gereformeerde kerken in Frankrijk

aansluiten, toch niet vermeerdert, maar zelfs schijnt af te nemen ?

Zie de Heere in genade op zijn zoo ver afgeweken kerken, opdat men de afkeeringen bemerke en er genezing gezocht worde onder de vleugelen van de Zon der gerechtigheid.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 maart 1890

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 maart 1890

De Heraut | 4 Pagina's