Uit de Pers.

In haar redactioneel gedeelte zegt de Bazuin

Beat der liefelijkste gevolgen van onze Iterkelijlcegenootschappelijke eenheid is ontegenzeggelijk onze Zendingsarbeid in de Heidenwereld.

Wanneer er in Nederland niet was ééne Christelijke Gereformeerde kerk, zou het moeilijk vallen, ja onmogelijk zijn, leeraren te hebben in de Heidenwereld, en Zending onder de Heidenen anders dan in den vorm van particuliere genootschappen.

Want wel kan men, als men de dingen heel princi piëel en ideëel opvat, de mogelijkheid zich denken, dat elke plaatselijke kerk een of meer dienaren des woords uitzendt om den Heidenen het Evangelie te verltondigen; maar toch zal men ook weder moeten toegeven dat, volgens de Kerkorde, de examinatie en approbatie van de dienaren des woords niet staat in de bevoegdheid van elke plaatselijke kerk, maar bij de Classicale vergadering.

De plaatselijke kerk kan iemand ter examinatie aanbieden. Hem zenden, in zijn onderhoud voorzien. Maar zonder examinatie en approbatie van de Classis, kan iemand, in de Gereformeerde kerk, nooit zijn een wettig dienaar des woords.

Althans in eene geordende kerk. In tijden van strijd en beroering, veelal met de reformatie gepaard gaande, gaat niet altijd alles zoo het behoort. Dan geschiedt wel eens iets, wat niet behoort te geschieden, maar dat, eenmaal geschied zijnde, daarna niet ongedaan gemaakt kan worden of behoeft te worden.

Afwijkingen van den goeden regel kunnen uit de omstandigheden verklaard, zelfs, tot op zekere hoogte, gerechtvaardigd worden; maar als regel ze te laten gelden, of er bewijskracht aan te ontleenen, mag nooit geschieden.

Hier wordt het dus voorgesteld, alsof de zending van kerkswege onmogelijk zou zijn, bijaldien de Christelijke Gereformeerde kerken niet collegialiter in één kerkgenootschap vereenigd waren.

Mogen we de redactie verzoeken deze uitspraak nader toe te lichten?

We kunnen niet verstaan noch vatten, hoe de redactie zóó iets neer kan schrijven, , daar hieruit toch volgen zou, dat er vóór 1869 nooit kerkelijke zending hier te lande bestaan had.

En dit ware toch een algeheele misktnning van het werk onzer vaderen en een al te kras voorbijzien van de waarheid der historie.

Interessant is een schrijven waarop C. M.

') Machtsvertoon p. 9.

') Zie Niet van eigtn mtlegging p, 45.

in de Bazuin wijst. Het is een brief van Chineesche Christenen aan hun Engelsche broederen over den opium.

Daarin heet het o. a.

De Christelijke kerken van Inboorlingen uit Canton wenden zich met eerbied tot de Christelijke kerken van Engeland.

Dit jaar, toen wij onze gewone Nieuwjaarsmeeting hielden, werden wij verblijd met een bezoek van een Westerschen Evangelist — Alfred S. Dyer — die ons verhaalde, hoe de Christenen in Indië ten getale van zeven duizend gebruik hadden gemaakt van de gelegenheid om, voordat de bepaalde tijd voor de herziening van het handelsverdrag in betrekking tot den opium verloopen is, bij den uitvoerenden Raad en den Keizer van China te rekwesteeren tot samenwerking van uw gouvernement in het afschaffen van den opium-handel. Na ons dit medegedeeld was, werden wij vervolgens aangespoord om dezen brief te schrij ven, onderteekend door Vertegenwoordigers van al onze kerken — om uwe kerken, leeraren, en onderwijzers, te verzoeken uwe krachten samen te spannen en eenige afdoende middelen te beramen om dezen opium-vloek weg te nemen.

Jaren geleden reeds wendde de heer Turner, daargelaten zijne andere goede daden, zich tot uw parlement om den invoer van opium naar China door Britsche kooplieden te verbieden.

Alhoewel het gezochte niet is verkregen, de beweging om deze zaak mogen wij niet laten verslappen, want de rampen, die de opium brengt, zijn talloos.

Veroorloof ons om kortelijk wat duidelijker enkele feiten bloot te leggen.

De invoer en verkoop van opium strekt zich uit tot alle steden en dorpen des lands, terwijl de Chinees er jaarlijks meer dan 125, 000, 000 gulden aan uitgeeft. Door deze middelen worden alzoo de rijken arm gemaakt, en de armen ertoe gebracht om hunue kinderen te verkoopen; en de vloek openbaart zich. aldus in de verspilling van den rijkdom des lands.

Geleerden, landbouwers, kunstenaars en kooplieden vertegenwoordigen de vaststaande en winstgevende betrekkingen en beroepen onder het volk. Doch als zij eens de opium gewoonte volgen, worden zij verweekelijkt, krachteloos en traag in alle soort arbeid. Alle handwerk verslapt, de zaken lijden, en de tijd wordt verbrast. Er is geen erger kwaad dan dit, en zijn vloek komt niet minder uit in de trapsgewijze vernietiging van nijverheid en handel in het land.

Ons volk is oorspronkelijk in vergelijking met anderen sterk en gezond, maar wanneer ; zij eenmaal de opium-gewoonte hebben, worden zij louter ranke geraamten en kunnen, om te versterken en goed uit te rusten, eten noch slapen. Deze Uchaamlijke verslapping gaat over op hunne kinderen en kleinkinderen, en de amfioenvloek wordt aldus ook gezien in de schending van het gezondheidsleven der natie.

Wanneer iemand genoeg heeft om te eten en zich te kleeden, dan let hij op de regels en gewoonten van maatschappelijlte netheid, maar als hij opium be gint te schuiven verliest hij alle zelf achting; en daar geld eiken dag moeilijker te krijgen' wordt, gaat hij tot oneerlijke middelen over om zijn onderhoud te winnen, en wordt tot op 't uiterste verlaagd, — zoo komt de opium vloek ook uit in de verontzedelijking der manieren ea karakters des volks.

Terwijl deze euvels het Chineesche volk ten prooi maken, zijn de hinderpalen, die zij het ChristeUjk werk in den weg leggen, niet weinig. Uw volk komt om de leerstellingen van het EvangeUe te prediken, welke inderdaad de waarheid zijn, en uw werkelijke begeerte is om velen tot het geloof te leiden: maar zij die hen hooren zeggen: dat biide opium en het Evangelie van Engeland gekomen sijn. voelen den twijfel in zich opkomen, of ze drukken dien uit in woorden, — dat het Evangelie valsch is.

Ook aan onze Regeering heeft dit stuk iets te zeggen.

Immers nog altoos draagt ook zij voor het opiurakwaad een deel der zedelijke verantwoordelijkheid.

KUYPBK.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen