GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Zending.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zending.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Moslemen en Christendom.  II.

Over den invloed van den Islam handelt de heer Schot in zijn 2e opstel. Hij merkt o. a. op, hoe twijfel aan den Koran den Islamiet nooit bevangt; nooit zal hij er aan denken de zoogenaamde vervalschte boeken met den Koran te vergelijken. De prediking van het Christendom heeft op hem slechts hoogst zeldzaam invloed, en minder nog dan het Protestantisme moet het Catholicisme met zijn beeldendienst en leer der goede werken, iets tegen den Islam vermogen.

Maar die geestelijke stilte in het gemoed van den Moslem schaadt zijn intellectueele ontwikkeling, en nog donkerder is een andere schaduwzijde van den Islam. Het is deze, dat de Islam, product van een zinnelijken geest, in sterke mate de zinnelijkheid opwekt. Door die eigenschap dooft hij langzamerhand alle hoogere intellectueele aspiratiën uit.

De schrijver brengt Mahomed hulde voor zijn pogingen om den stand, de qualiteit der vrouw te verhoogen. Maar toch alles wijst aan, dat de vrouw slechts een ondergeschikte positie bekleedt, en het recht mist, om haar stem te doen gelden in zaken waarover zij evengoed kan oordeelen als de man., Zij is meer dan een slavin, maar minder dan een vrije. Vandaar een zekere onhuiselijkheid, die nog vermeerderd wordt door de veelwijverij, en die den omgang met slavinnen bevordert. Maar wat bovenal het huiselijk geluk ondermijnt, zijn de bepalingen omtrent de echtscheiding.

Op de vraagen: Hebben alle dezelfde persoonlijke vrijheid? Hebben allen dezelfde rechten? Staan allen gelijk? Moet volmondig neen geantwoord worden. En niet alleen wegens de minderheid der vrouw, maar ook wegens de slavernij en de verhouding tusschen geloovigen en ongeloovigen.

Over het algemeen wordt aangeraden de slaven met zachtheid te behandelen, en. een uitmuntend voorschrift is dit, dat de heer zijn slavinnen niet aan anderen mag afstaan als prostituees, om zoodoende winst te behalen.

Ook de vrijlating van geloovige slaven wordt wettelijk bevorderd, of als een godsdienstig werk aanbevolen. Mild noemt de schr. daarom dit slavenrecht.

Maar een maatschappelijk ongeluk blijft het, dat de wet de slavernij erkent, ja, door den heiligen krijg in stand houdt, en het milde beginsel zelf heeft ook schipbreuk geleden.

Gewoonlijk houden de Moslemen slavenjachten, alleen om in het gebrek aan slaven te voorzien, en daarbij bekreunt men er zich niet om, of de ongelukkig weggevoerden Moslemen zijn of niet. Ook is in de streken waar vóór de invoering van den Islam geen slavernij bestond, of alleen de ter dood veroordeelden tot slavernij werden gebracht, door het beginsel van den heiligen krijg de slavernij ontstaan of wel toegenomen. In den tegenwoordigen tijd is het wel is waar door den westerschen invloed zoo goed als onmogelijk geworden, den heiligen krijg nog op groote schaal te voeren, maar nu beschouwen de Moslemen kleine rooftochten als zoodanig, ofschoon zij daarbij de voorschriften van den heiligen krijg niet in acht nemen.

Dus heeft Mahomed het Christelijk beginsel, dat alle slavernij opheft, niet gehuldigd.

Met zijn beperkingen ten aanzien van ongeloovigen, staat Mahomed almede tegenover het Christendom, dat verdraagzaamheid leert.

Op het strafrecht valt insgelijks veel aan te merken. Mr. L. W. C. van den Berg zegt in zijn handboek over de beginselen van het Mahomedaansch recht, dat het strafrecht is een van die leerstellingen van den Islam, welke het meest indruischen tegen de beginselen, door de Europeesche wetgevers, vooral in de latere g tijden, gehuldigd. Niet alleen dat de wreedheid, z waartoe dat strafrecht aanleiding geeft, onvereenigbaar is met alle moderne beginselen van humaniteit, en als zoodanig bij uitnemendheid te huis behoort in een lang vervlogene eeuw van halve barbaarschheid; maar men zoekt tevergeefs naar de grondslagen, waarvan de pro­feet moet zijn uitgegaan, evenzeer als naar het doel, dat hij zich heeft voorgesteld." De schrij­ver voegt er bij, dat de moderne humaniteitsbeginselen een geleidelijk uitvloeisel zijn van het meer en meer doordringende Christendom, dat alléén de ware humaniteit huldigt, en dat het dus niet te verwonderen is, dat het Mahomedanisme zich door andere dan humane beginselen openbaart.

Wat echter wel het nadeeligst heeft gewerkt op elk gebied, is het fatalistisch principe van en Islam.

Dit geloof heeft in het begin der Islamietische beweging, op het krijgstooneel, wonderen van dapperheid doen verrichten. Onversaagd ging de strijder den vijand tegemoet. Was bepaald, dat hij zou blijven leven, zoo kon hij zich veilig in het woeligste van den strijd storten. Was bepaald, dat hij zou sterven, welnu, dan was het begeerlijker te sterven in den heiligen krijg als martelaar, dan in stilte als een gewoon Moslem. Maar niet alleen werd door het fatalisme de Mahomedaansche eenheid verbroken, zij verbrak ook de veerkracht der Moslemsche wereld.

De overtuiging dat het lot niet kan gewijzigd worden, door wat ook, drukt allen, zoowel den geringe als den staatsman en regeerder. Wat baat het, zich in te spannen? Niets verandert indien God het niet wil, en wil God het, zoo verandert het ook zonder den mensch. Hervormingen mogen Moslemsche staatslieden, door overmacht geprest, eindelijk decreteeren, hervormingen blijven het op 't papier, in het maatschappelijk leven dringen zij niet door.

De gevolgtrekking waartoe het voorafgaande leidt is, dat de Islam niet de drager van beschaving, de brenger en kweeker van kunsten en wetenschappen kan zijn.

De schijnbare bewijzen hiertegen worden door den schrijver ontzenuwd.

In de Islamsche wereld is het wereldlijke ondergeschikt aan het godsdienstige, of liever, maakt daar een deel van uit, en dus is lichtelijk te begrijpen, welk doel de Moslemsche politiek beoogt. Die politiek zal altijd een propaganda moeten zijn van het Islamisme, dat als het ware niet werd geschapen om overheerscht te worden, maar om zelf te overheerschen. Dat gedeelte der wereld, dat niet tot de Moslemsche gemeente kan worden gerekend, moet de Moslem trachten daartoe te brengen, hetzij door er den Moslemschen godsdienst ingang te doen vinden, hetzij door het schatplichtig en dus indirect Moslemsch te maken.

En opmerking verdient het, dat in die landen, waar de Islam veel aanhangers telt, doch die onder Europeesch gezag staan, toch nog menigmaal het geval zich voordoet, dat er, niettegenstaande den Islam geen belemmering wordt in den weg gelegd, min of meer gelukkige pogingen worden aangewend tot verzet tegen het niet-Mahomedaansch bestuur.

Men kan zegt de schrijver van den waren Moslem niet anders verwachten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 juni 1890

De Heraut | 4 Pagina's

Zending.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 juni 1890

De Heraut | 4 Pagina's