GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Door Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Door Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zijn meester gevonden.

II.

Toen nu Ben Achma en zijn metgezel nader kwamen, bespeurden zij twee mannen. De een was een slachter, de ander een oliekooper. De slager was bespat met bloed; de koopman glom van vet en olie.

De slachter kwam vooruit en sprak: »Ik ging olie koopen in den winkel van dezen schelm. Toen ik nu zou betalen, stak ik de hand in den zak en haalde daaruit een handvol geld om het stuk uit te zoeken, dat ik noodig had. Maar zie — nu hij 't geld zag, kreeg hij er lust toe, greep mijn band vast en zei, dat ik het geld had gestolen van zijn toonbank. Maar ik hield mijn hand stevig dicht, met het geld er in. Hier is het."

»Wat hebt gij daartegen in te brengen? '' vroeg nu de Kadi den oliekoopman. » Deze schurk ...."

„Gij zijt hier niet om elkaar uit te schelden", sprak de k-idi. »Ik heb 't straks laten begaan. Maar dat moet uit wezen."

»Nu, deze beestenmoorder", sprak de olieman, »kwam bij mij, juist toen de toonbank vol geld lag, waarmee moest worden betaald. Hij wilde een paar kan olie hebben en ik vulde zijn kruik. Nu vroeg hij: kunt gij een goudstuk wisselen ? Ik wist wel dat er daarvoor niet genoeg gereed lag en liep even heen om geld te halen. Doch mij omkeerende zag ik hoe hij zijn handen sloeg aan het geld dat gereed lag. Ik sprong toe en hij wilde vluchten, maar ik hield hem stevig vast. Hel geld is het mijne. Doe gij recht, o Kadi"

«Laat het geld hier!" sprak de wijze man, »en komt beide morgen terug."

De twee mannen gingen heen.

Twee andere kwamen. De een was 'een boer, de ander, gelijk men-aan zijn kleeding zien kon, een schoolmeester.

»Wat wilt gij? "' vroeg de Kadi.

Heer, " sprak de schoolmeester, 5> deze landman is heimelijk in mijn huis gekomen, en heeft mijn dienstmaagd weggevoerd. Ik eisch haar van hem terug."

»Dat is niet waar, " sprak nu de boer. »Deze

dienstmaagd is al jaren bij mij. Ik heb haar gekocht op de slavenmarkt en geef haar niet af."

»Breng de vrouw hier, '' sprak de Kadi. Dit geschiedde en nu werd haar gevraagd, hoe 't met de zaak stond.

Doch er volgde geen antwoord en weldra bleek het dat zij stom was. Van haar kon men dus niets vernemen. ^

De rechter peinsde een oogenblik, toen zeide hij: »Deze vrouw moet hier blijven. Gij beiden kunt morgen weder komen."

Nu kwam eindelijk de beurt aan Ben Achma en zijn reisgenoot, den slimmen ouden man. „Heer Kadi", zoo begon de sheik, »ik was op den weg naar deze uw stad Mesjid, om koopwaren .in te slaan. Toen kwam deze listige man en naderde mij om mijn hulp en dienst te vragen. Daar hij moe was van het reizen wenschte hij achter op zijn paard te zitten. Ik was dwaas genoeg toe te geven en zie — nu houdt hij vol, dat het paard hem toekomt. Ja al was dit ook niet zoo, toch, zegt hij, zoudt gij het paard toewijzen aan den man die het lAs de oudste en zwakste 't meest behoeft."

»En wat zegt gij ? " vroeg de Kadi den ander. »Dat het paard mij toekomt" sprak de oude man bedaard. »Niet alleen wijl ik zwak ben, maar veel meer omdat ik het opgevoed en zoo lang reeds in mijn bezit heb."

De Kadi streek met zijn ^vingers door zijn langen baard en krabde zich achter de ooren, al te maal teekenen, dat hij met de zaak verlegen zat. Doch ten slotte klonk het weer. »Komt beide morgen terug. Maar het paard blijft hier."

(Slot volgt)

Het groote boek.

Een zendeling uit Noord-Ameiika verhaalt ons een kleine geschiedenis, maar groot in leering.

Op zekeren dag kwam een aantal Indianen in mijn huis, op een zoo bedaarde manier, dat ztj reeds binnen waren eer ik hen bemerkte. Kc vroeg hen vanwaar zij kwamen.

»Van een reis van veertiennachten, antwoordden zij, — want zij hebhen de gewoonte om den afstand te berekenen naar het aantal der nachten, die zij onder weg zijn — »wij hebben het groote Boek gekregen, maar wij verstaan het niet, ofschoon wij lezen kunnen." Eerst dacht ik, dat zij onwaarheid spraken omdat ik wist, dat zij kwamen uit een streek, die zeer ver lag van een zendingstation, en ik begreep toch dat zij zonder hulp niet hadden kunnen leeren lezen.

»Van welken zendeling hebt gij lezen geleerd ? "

»Wij hebben nooit een zendeling of leeraar gezien.',

Nu nam ik mijn Bijbel in de Kri-taal en tot mijn groote verwondering zag ik dat allen goed lezen konden. Nogmaals vroeg ik hun waar zij woonden en weer zag ik, dat daar in de verste verte geen zendeling te vinden was. Maar weldra bleek mij het volgende: hun jachtvelden grensden aan die van eenige christelijke Indianen en, zoo vertelden ze mij — »wij kwamen met uw Indianen in kennis en bevonden dat zij het groote Boek hadden. Wij baden hem ons daaruit voor te lezen en ons dat ook te leeren. Dat beviel ons zoodanig, dat wij gedurende den winter allen leerden lezen.'' Bijna al de Indianen van dien stam, omtrent 300 zielen sterk, hadden den Bijbel leeren lezen zonder ooit een blanken onderwijzer gezien te hebben. Later waren zij door agenten der pelshandelaars in het bezit gekomen van eenige Bijbels in hun taal en nu hadden deze heidensche Indianen veertien nachten ver gereisd door de sneeuwvelden om zich te laten onderwijzen in het boek, dat hun zoo dierbaar was geworden!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 november 1890

De Heraut | 4 Pagina's

Door Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 november 1890

De Heraut | 4 Pagina's