Officieele berichten uit de Ued Geref. kerken.

Zoo de Heere wil, zal de samenkomst der Deputaten Synodi voor het examen naar art. VIII der Kerkenordening plaats hebben op Woensdag - April e.k. te Amsterdam

Belanghebbenden worden uitgenoodigd hunne

Namens Deputaten,

G. VAN GOOR, h. t. pr.

Bunschoten, d. 17 Feb. 1891.

SCHETTENS EN LONGERHOU. J.). Zondag 8 Febr. was het voor de kerk alhier een dag die stemde tot lof en dank aan denHeere. Meende de leeraar, voor eenige jaren tot haar overgekomen, dat hij haar behoorde te dienen naar de reglementen, krachtens de organisatie i8i6'52, en scheen hij niet overtuigd dat hij haar daardoor liet afglijden van het besliste beginsel dat tot gehoorzaamheid leidt 'aan Christus naar den eisch van Gods Woord, — thans mocht zij in haar midden tot den dienst des woords bevestigd zien den Eervr. heer C. Hoek, cand. aan de Vrije Universiteit, die niet r aan den mensch, maar aan Christus als koning zijner kerk het hoogste gezag toekent. Als be-­vestiger trad op de consulent Ds. Nieborg van Exmorra, die tot tekst zijner leerrede koos Jes. 62 : 6.

De bevestigde legde tot grondslag zijner intreerede, Hebr. 4:16. Stelle de Heere den jeugdigen dienaar, die m gebondenheid aan Gods Woord, als gezant van Christus wege wenscht werkzaam te zijn, tot een rijken zegen voor heel de gemeente, le opdat de breuke, die tusschen broeders en zusters is ontstaan moge worden geheeld, en de eere Gods en zijns Gezalfden, en Zions heil moge worden bevordftrd.

Vergadering der classis Amersfoort op n Februari 1891, te Amersfoort.

Vertegenwoordigd waren 11 kerken met 21 ketu-stemmen.

Ds. L Adriaanse opende de vergadering met gebed en het lezen van Jesaia 61.

Tot praeses werd Ds. M. J. Bouman en tot assessor Ds. L. Adriaanse gekozen; ouderl. H. C. E. Staverraan fungeerde als scriba.

De notulen der vorige gewone en buitengewone vergadering werden gelezen en goed­

Eerstens werd iemand onderzocht voor de toelating als oefenaar; doch kon, wegens onvoldoende kennis en helderheid in de behandelde vakken, niet worden toegelaten.

Daarna had de omvraag naar Art. 41 D. K. plaats.

In zake de vraag: bij welke kerk leden uit Blauwkapel, die met de reformatie wenschen mede te gaan, zich voorloopig onder kerkelijk opzicht kunnen stellen, werd Maartensdijk voor de leden uit »de Groene kan" en de Bildt voor die uit het overige gedeelte van Blauwkapel r aangewezen-

Aan de kerk van Loenen werd geadviseerd een gekozen ouderling, tegen wiens benoeming bezwaren waren ingebracht, niet los te aten; maar de door den benoemde zelf vurig ewenschte wegneming dier bezwaren, (die egen zijn zin nog bestaan, en welke hij nu eldra hoopt te zien opgelost) af te wachten, n hem alsdan nog te bevestigen.

De regeling der consulentschappen, alsmede de vaststelling van de som, door geëxamineerd wordende candidaten te storten, werden tot de volgende Class, vergadering verdaagd.

Vervolgens deed Ds. Bouman rekening en verantwoording in zake de classicale kas en de vacatuurpenningen, over 1890,

. Dezelve goedgekeurd zijnde, werd de quaestor onder dankbetuiging voor dezelve gedechar­ t geerd.

Een der kerken vroeg advies over een bij haar ingekomen mededeeling van een kerkeraadslid aangaande een lid der gemeente, die een kind had aangenomen, 't welk nog gedoopt moest worden; omtrent welk kind de mededeeler meent, dat de kerkeraad — alvorens het ten doop toe te laten — verplicht is te onderzoeken, of dat kind het kind van een bondgenoot is. De aannemer van het kind is van oordeel, dat de kerkeraad daartoe het recht mist. Na breedvoerige discussie over gestelde vragen bleek, dat de classis tot geene eindbeslissing kon en mocht komen en nam zij daarom de volgende motie aan: »De classe i gehoord de vraag van een der kerkeraden, betreffende het doopen van een aangenomen kind, meent in deze zaak geene eindbeslissing te kunnen nemen, daar alleen eene Synode hierover uitspraak kan doen. Zij acht het echter wenschelijk, dat de aannemer van het kind, (de zaak in haar geheel gelaten) ter voorkoming van uitstel van den doop, voorloopig mededeelt aan den kerkeraad, of het kind een kind van een bondgenoot is, ja dan neen."

Naar aanleiding der vraag van den consulent voor Loenen, waar een lid, dat zich te Vreeland metterwoon gevestigd heeft, zijne attestatie moet inleveren en zijn kind laten doopen, werd de kerk van Loenen voorloopig als zoodanig aangewezen. Op de vraag van den kerkeraad van Westbroek, om vermindering der vacatuurpenningen, diende ten antwoord, dat men dit als punt van bespreking op het agendum voor de volgende classe kon plaatsen.

De kerk van Baarn achtte wenschelijk dat, ter betere openbaring van een beginsel van reformatie, te Eemnes een ouderling aanwezig ware, die dan in den kerkeraad van Baarn kon zitting hebben. Haar werd aangeraden te trachten ook een diaken te verkrijgen, wijL er dan een kerkeraad en dus-feitelijk reformatie aanwezig was.

Ds. L. Adriaanse werd, tot de volgende classicale vergadering, als consulent voor Loenen gecontinueerd.

De afgevaardigden van N.-Loosdrecht vroegen voorziening in de bediening des Heiligen Avondmaals. Een der leeraren zeide hun die toe.

De classicale deputaten voor de gewone zaken. Dr. G. van Goor en Ds. L. Adriaanse, werden als zoodanig gecontinueerd.

\ls datum voor de volgende vergadering werd, volgens huishoudelijk reglement, aangeezen Woensdag 13 Mei a s.

Roepende kerk is Baarn.

De vergadering werd met dankgebed door den voorzitter gesloten.

H. C. E. STAVERMAN, Scriba.

i) Zoo werd de beschuldiging van een der partijen dat men zich tegenover haar aiet gehouden had aan de Kerkenorde, door den rechter als zonder grond verworpen, (pag. 23 en 27 van het vonnis), wijl volgens het Reglement die Kerkenorde alleen behoeft gevolgd te worden «zooveel de omstandigheden het niet verhinderen'" en dat dus »het Classicaai Bestuur bevoegd was de Kerkenorde van 1618 ea 1619 niet te volgen, indien immers de omstandig heden verhinderden, dat deze orde worde gevolgd." Natuurlijk ter beoordeeling van »het Classicaal Bestuur." Ik vraag: hoe staat het dienovereenkomstig met de zelfstandigheid der Gemeenten met hare Kerkeraden ? stukken enz. in te zenden aan den scriba der Deputaten, Dr. C. C. Schot, te Hardenberg, vóór 14 Maart e.k.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen