Een teedere vraag wierd

Een teedere vraag wierd ons gedaan, door een vrome uit het midden onzes lands, die vroeger minder geestelijk genoot, n'aar wiens tong er toen over was losgemaakt, en die nu veel rijker geniet, maar zwijgender is geworden.

Dit ontrust het gemoed, en brengt de vraag naar de 1-ppen, of dit zwijgen geen teeken is van geestelijke verachtering.

Stellig niet.

Want vvrel staat het vast, dat de innerlijke geestelijke genieting haar beeld niet in de mier mag zoeken, en eer als de bij honig ook voor anderen moet puren ; maar dit gaat niet in alle stadiën van geestelijke ontwikkeling door.

Soms kan bij nog zeer geringe kennis en inzicht de tong reeds zeer rad en vlot zijn. Vaak te rad en te vlot. Een niet zelden gevaarlijke toestand, die voor niet weinigen oorzaak is geworden, dat ze hun leven veruitwendigden, hol van klank wierden, en meer op Christelijke automaten dan op levende Christelijke zielen geleken.

Daarom kan het zelfs een zegen zijn, als de Heere ons dan stil maakt; ons dieper inleidt; het leven zelf in ons verdiept; en het „eenzaam, maar met God gemeenzaam" bij ons in practijk brengt.

Dan zwijgt men van het goede, omdat het te overweldigend is. Zooals er stomme smart en stille vreugde is.

En dat duurt, zie het maar aan Ps. 39, tot God het vuur in onze beenderen ontsteekt, en ons weer de eere gunt om voor Hem en van Hem te getuigen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen