GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Zending.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zending.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

II.

DE VREEMDELING.

De betrekkingen van China met vreemde volken ware.i tot nu een halve eeuw geleden weinige en ongeregeld. Aardrijkskundig van de wereld afgesloten, was China vódr de uitvinding der stoomvaart moeielijk bereikbaar. Zoodoende liet men het^groolendeels zijn eigen lot bestemmen; slechts volken van mindere beteekenis oefenden er eenigen invloed.

Thans echter is alles vejanderd. China staat, zoo zegt een van zijn uitnemendste staatslie den, aangezicht tot aangezicht voor toestanden, die hun weerga in de geschiedenis des rijks niet hebben. Het is 't besluit des Hemels en wij kunnen onze deuren niet sluiten en weigeren vreemdelingen te ontvangen of onze handen vouwen en weigeren met hen te doen te hebben.

Het is betrouwbaar en bewezen, dat de Chineezen reeds 150 jaar vóór Christus handelsbetrekkingen hadden met het Romeinsche rijk. Maar de lange en gevaarlijke reis naar China over de bergen en hoogvlakten van Midden-Azië maakte den handel onzeker en ongeregeld. In de 9de eeuw dreven de Arabieren handel met China, door middel van jonken of schuiten, die den Indischen Oceaan bevoeren, door de straat van Malacca gingen en de oostkust van China bezeilden tot Hangchow. De reis van den beroemden Venetiaan Marco Polo in de dertiende eeuw, zijn lang verblijf in China, en 't verhaal dat hij van zijn bevindingen en ervaringen deed, vestigden zeer bijzonder de aandacht van West Europa op het groote Mongolenrijk. Een der gevolgen hiervan was de uitzending van Roomsche zendelingen naar China, om de heidenen tot het Christendom te bekeeren. Hun arbeid was schijnbaar althans bijzonder gelukkig; doch hun werk werd vernietigd, toen het Mongoolsche vorstenhuis werd verdreven.

In de i6e eeuw vinden wij Portugal en ons | vaderland bezig met het vormen van handels-| betrekkingen met China, natuurlijk over zee, Aanvankelijk slaagde men. Opmerkelijk is dat China tot dien tijd voor den buitenlandschen ; handel openstond. Doch onze voorvaderen veroverden Malacca en vestigden zich op het Chineesche eiland Formosa, later weer verloren, waarbij Ds. Hambr.ek zijn leven opofferde; de Spanjaarden namen de Philippijnsche eilanden; de Portugeezen vestigden zich zelfs in eigenlijk China door Macao in bezit te nemen. Dit al, en 't meest wel de min of meer roofzieke wijs waarop sommige handelaars uit Europa langs de kusten van China te werk gingen, wekte den argwaan der Chineezen. Zij sloten hun gcheele land, de stad Canton uitgezonderd, voor den overzeeschen handel af.

In de zeventiende eeuw begon de handel in Engeland met China. Eerstgenoemd rijk voerde in 1842 met China den zoogenaamden opiumoorlog en 't eind was, dat tal van havens voor de vreemdelingen werden geopend en zij zich in China konden vestigen. Is ook Engeland's invloed 't laatst gekomen hij is voor China en op zijn verhoudingen van, grooter beteekenis geweest dan die van alle andere volken saam.

Doch zijn er ook reeds zeer vroeg door Europeesche rijken pogingen gedaan om handels-en staatkundige betrekkingen met China aan te knoopen, in de laatste vijftig of juister dertig jaar is het land werkelijk voor het verkeer van vreemdelingen opengesteld. De opiumoorlog van 1842 was een onrechtvaardige diad van Britsche zijde. Het Christelijk Engeland dwong het heidensche China ri miljoen te betalen voor den opium, die Britsche kooplui in het land hadden gesmokkeld en die de Chineesche regeering had doen vernietigen. Daarbij had China 10 miljoen oorlogskosten te betalen. Toch heeft het God in zijn voorzie nighcid behaagd, ui: dit kwaad het goede èn voor China èn voor de beschaafde wereld te doen geboren worden. Want deze krijg opende China voor den vreemdeling en maakte het optreden van Christelijke zendingen in het land mogelijk.

Door het verdrag van Nanking, waarmee de oorlog werd besloten, werd in vijf Chineesche kusthavens aan vreemdelingen vergund te wonen, t. w. in Canton, Foetsjoe, Ningpo, Shanghai en Tientsin. Vóór de opening dier havens, sinds het land voor Ponugeesche en Nederlandsche handelaren was gesloten, sedert de uitdrijving der Jezuïtische zendelingen, had geen vreemdeling op Chineeschen grond mogen wonen, tenzij dan binnen de enge grenzen of de kleine ruimte de »Factoriën" genaamd op den oever der rivier van Canton. Thans kun nen vreemdelingen, 'tzij zendelingen, kooplieden, of ambtenaren, binnen de grenzen des rijks wonen, wel is waar onderworpen aan hun eigen wetten, maar terwijl bescherming van leven en eigendom hun door de Chineesche regeering is gewaarborgd.

Beperking blijft dus ook na de intrekking van het verbod bestaan, 't Is hier niet de plaats daarover uit te weiden. Zeker is dat wie let op de geschiedenis, vooral der laatste drie eeuwen moeilijk kan ontkennen dat, zoolang vreemdelingen getracht hebben met China m handelsbetrekkingen te komen, het nooit veilig voor dit rijk zou zijn geweest onbelemmerd verkeer met de volken in het Westen toe te laten. De aanleiding van den argwaan melden we reeds; 't was het hoogst laakbaar gedrag van velen die op deze kusten handel dreven. Daarbij kwamen de plannen der Jezuïeten die naar staatkundige macht streefden en zich met het burgerlijk gezag inüeten. Wel verging het den Rooraschen zendelingen in China niet als in Japan, maar het wantrouwen en de vrees omtrent den vreemdeling was bij de Chineezen opgewekt, 't Is trouwens wellicht kwalijk te ontkennen dat had men den steeds talrijken vreemdelingen vrijelijk toegelaten, hoogstwaarschijnlijk de regeering zou zijn omgeworpen en het land verdeeld tusschen drie of vier der machtigste volken van Europa.

Na den oorlog tusschen China en de twee bondgenooten Engeland en Frankrijk, werden wederom havens voor vreemdelingen ter woon opengesteld. Nogmaals werd in 1876 na onderhandelingen ten gevolge van de moord op een Engelsch commissaris door Chineezen gepleegd het getal »verdrag-havens" vergroot. In 't geheel telt men er thans zr op de Chineesche kust en langs de Yangtse of Blauwe rivier Vreem delingen mogen daar wonen, eigendom bezitten en handel drijven.

Aanvankelijk waren ook de zendelingen tot deze havens beperkt. Doch zij hebben reeds lang de grenzen daarvan overschreden en thans vindt men hen over geheel China verspreid, gelijk o. a. bleek bij de jongste vervolgingen

Kortom, naar Gods bestel heeft de christelijke beschaving het gro, ote, lang afgesloten land bereikt en zijn de Chineezen uit hun verstandelijken en zedelijken slaap opgeschrikt. Wel hebben ze van tijd tot tijd nog blind en dwaas gepoogd de binnenkomst van vreemdelingen en nieuwigheden tegen te houden maar dat mindert. Zij beginnen zich in den toestand te schikken, als in het onvermijdelijke en buigen zich onder de van buiten komende kracht, die zich steeds sterker toont. Tegelijk echter ontwikkelt China zelf zijn stoffelijk weerstandsvermogen naar Westersch model en kan alzoo meester blijven op eigen erf.

HOOGENBIRK.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 april 1892

De Heraut | 4 Pagina's

Zending.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 april 1892

De Heraut | 4 Pagina's