GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE TWEE RIPPE». o

Een vrouw, die dacht dat zij veel slimmer was dan haar buren ging eens naar de markt. Zij wilde daar een kip koopen om die in het hok bij de andere te doen. Natuurlijk wilde zij liefst eene hen hebben, die veel eieren legde.

Op de rnarkt gekomen zag zij een koopman die twee kippen had. De eene was groot en dik ; de andere tamelijk mager. Nu vroeg zij naar den prijs.

»De een is net zoo duur als de ander, " was 't antwoord.

»En welke van de twee is de beste ? " vroeg de vrouw. »0m u de waarheid te zeggen, " sprak de koopman, »ik zou u aanraden de magere te nemen, ten minste als 't u om eieren te doen is.''

»Zeker!" i> Nu daii blijf ik er bij; de magere is voordeeliger dan de dikke."

De vrouw stond een oogenblik in beraad en sprak bij zichzelf: »De koopman wil mij zeker foppen. De dikke kip ziet er veel beter it dan de magere, die hij kwijt wil wezen. Ik al mij niet laten bedotten."

sGeef mij toch die vette maar", sprak zij ot den koopman.

»Nu, gij moet het weten", was 't antwoord; e prijs is toch één.

De vrouw ging met de groote, zware hen aar huis. Toen zij daar gekomen was liet zij et dier goed gerst eten en sloot het toen op, '? *^* ^°°P dat het weldra vele en groote ieren zou leggen

Den volgenden dag echter was er geen ei te ien; den daarop volgenden evenmin. Weer gaf e vrouw aan de hen overvloedig eten, maar r werd weinig van gebruikt, en de derde dag ag de vette kip — dood.

Zij was van dikte gestorven. Welk spreekwoord kunnen we op die vrouw oepassen ?

Het oude vers.

Daarover zijn we ten slotte schuldig onze edachten te zeggen. De lezers toch zijn er u over uitgepraat. V d

De kin4eren, zoo zegt de dichter, weten ook zonder almanak best wanneer het de tijd is van knikkeren en kooten, anders gezegd wanneer het de tijd is voor dit of dat spel. Al woudt gij hun ook beduiden dat het even goed vroeger of later kan geschieden, zij zouden er eenvoudig niet naar luisteren.

Dit nu zien we trouwens nog. Er is een tijd dat er gehoepeld wordt, een andere waarin men knikkert of vliegers oplaat. Wie dat vaststelt is niet duidelijk, 't Gaat zonder almanak toch goed.

Maar nu zegt de dichter ook:

Tijd doet en tijd doet met; tijd geeft en wil niet geven,

Al wie wat goeds verzint, mag 't niet altoos beleven, "

Wat doet dat er nu bij ? Wel, vrienden, het is een waarschuwing. Men zou toch uit het voorgaande licht opmaken, dat alles een vasten tijd heeft, zelfs het spelen, en ook zonder almanak. Maar zegt de dichter: reken op de onzekerheid aller dingen, want de tijd (hier wordt bedoeld al wat er is gebeurt) stelt ook te leur. Het komt soms wel, maar soms ook niet. De tijd geeft velerlei, maar soms is het ook als wil hij niet geven. Men denke b. v. maar aan 't mislukken van den oogst, door gebrek aan warmte; aan winters die geheel zondtr sneeuw voorbijgaan enz. n

Daarom kan ook iemand wel iets goeds beramen, zich voorstellen het te doen, maar hij kan ook aan zich zelf ondervinden hoe onzeker de tijd, het leven is. Niet ieder, ook al neemt hij zich iets goeds voor, ziet de uitvoering. Het mislukt, of wel de man sterft eer het plan is uitgevoerd.

»Als de boom is groot Is de planter dood'

egt ook een oud vers. Kortom we leeren hier de onzekerheid van lles. Doch laat ons nu, als die in de Schrift nderwezen zijn, er vooral bij opmerken hoe ok alles in des Heeren hand is en niet bij eval geschiedt. Dan zullen we doen wat nze hand te doen vindt, en het verder den eere overlaten.

EËJV KLEL\ VERVOLG.

Men herirnert zich, hoe een onzer lezers in wijfel scheen omtrent de beteekenis van »kooten." Tot aller inlichting geven we hier at onze lezeres A. E. M. en onze lezer J. W. chrijven.

De eerste zegt: »Mag ik zoo vrij zijn de opmerking te maken at skooten" iets anders is dan bikkelen? Een koot is wel, even als een bikkel, een wervel been, doch 2 a 3 maal zoo groot. In mijn jeugd bracht ik een paar jaren door in Noord-Braband, en daar was gebruikelijk dat als de meisjes bikkelden, de jongens zich met koten vermaakten.

Als de jongens spelen, teekenen ze een langwerpig vierkant met ruiten in het zand, en werpen daarin met de kooten naar een of ander deel; de juiste gang van het spel is mij ontgaan, doch mijn bedoeling was maar om aan te toonen, dat althans in die streken koten van bikkelen is onderscheiden."

Onze lezer merkt op: »»Kooten" is met kooten spelen, bij de landjeugd zeer geliefd. Een koot is een middelvoetsbeentje, waarvan de silhouet zoowat op 0> gelijkt. Elke speler heeft één zoo'n koeof paardekoot. Eén zet de zijne tegen den voet van een muur of boom, en al de andere spelers gooien nu krachtig met de hunne daartegen, enz. enz. Dat kaatsspel vindt men op alle boerendorpen, evenals de meisjes er, óók met een beentje, bikkelen".

A.4K VlUOERS.

Onze lezer C. T. Tz. te B. (ofte R? ) vraagt: Wat beteekent het woord vergeven in de uitdrukking: 't begunstigen der familie boven anderen bij het »vergeven" van betrekkingen.

Er zijn in onze taal vrij wat woorden, o. a. weikwoorden, die met 7'«r beginnen. Dat voorvoegsel heeft allerlei beteekenissen, o. a. ook deze dat het aanduidt hoe de werking zich uitbreidt naar alle z^den, of naar een bepaalden kant.

Zoo voelt ieder dat »stroolen" iets anders is dan »wrstrooien''. Bij dat laatste gaat het een hier 't ander daar. Zoo ook is »deelen" eenvoudig »scheiden"; maar bij »zwdeelen" krijgt elk wat.

Diezelfde beteekenis, schoon minder duidelijk, vindt men ook in „verbreiden", »verkondigen" enz.

Op dezelfde wijs nu staat naast »geven" ook «vergeven", d. i. geven aan verschillende personen of aan één met uitsluiting van anderen, zoodat de gift een bepaalde bestemming kreeg. Daardoor verviel dan meteen de kans dat ook nog anderen iets kregen en zei men: dat ambt, die post is vergeven, d. w. z «toegedeeld" i).

i) Op de eerste vra^g v.in or.zea vriend hopen we in Excelsior van 15 |uli te antwoorden. We zeiden reeds waarom niet hier.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 juli 1892

De Heraut | 2 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 juli 1892

De Heraut | 2 Pagina's