GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

John Wesley.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

John Wesley.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aan Sturgeon's nagedachtenis.

VI.

Doch Wesley wist ook, dat louter preeken niet voldoende is. Organisatie was onontbeerlijk. De eerste predikhuizen, zooals Wesley altijd zijne tempels noemde, werden gebouwd te Bristol en te Londen in 1739. Lang duurde het, alvorens men overal dergelijke centra van v.ereeniging bezat. Omstandigheden en beleid beide eischten, dat er veelvuldige samenkomsten plaats grepen, nachtwaken en liefdefeesten gehouden werden. De afdeelingsbijeenkomsten, waarbij wekelijksche biecht verplicht was, beschouwde Wesley als de hoofdzenuw des genootschaps en daaraan besteedde hij den meesten zorg. Er werden bijeenkomsten voor mannen en voor vrouwen alleen gehouden; en de gezamenlijke afdeelingen vormden de klasse. Aan het hoofd van elk dezer klassen, stond een klasse-leeraar of klasse-voorganger, wiens taak het was over elke kleine groep het opzicht te houden en de leden in elkanders tegenwoordigheid te ondervragen, over hunnen geestelijken vooruitgang; wangedrag te rapporteeren en de driemaandelijksche diploma's van lidmaatschap uit te deelen of in te trekken. Zoo werd langzamerhand het geheele land in districten verdeeld, binnen welker palen in de geestelijke behoeften werd voorzien door predikers, terwijl de predikers ééns per jaar bij elkander kwamen in een groote conferentie. Zoolang Wesley leefde, was hij van oordeel, dat het de taak der predikers was, hem te raden en bij te staan, niet hem te controleeren. Niet zonder reden heeft men hem wel eens »Paus John" genoemd, hoewel het onrecht zou zijn, in zijn autocratise optreden, een teeken van heersch-en eerzucht te zien. Zijn predikers waren onwetende mannen, wier eerste plicht, zou het genootschap niet te gronde gaan, subordinatie, krijgstucht moest wezen.

Hagepreeken en leekepreken, waren beide voor Wesley gedwongen zaken, waarvan eigenlijk hij niet veel hield. Zelf zeide hij: »Ik houd niet van hagepreeken; ik heb gaarne een gezellig lokaal, en een fraaie preekstoel tot mijn beschikking." Ook kwam zijn beschaafde geest in opstand, tegen het gebruiken van onwetende predikers, Hij had echter geen keuze. En toen hij in dezen eens zijn weerzin had overwonnen, bevond hij, dat het principe: sBlijf laag bij den grond, " voor hem het ware was. Immers de afdoendste resultaten kreeg hij van zijn preeken; van mannen als John Nelson, een metselaar; Thomas Welsh een koopvaardijkapitein; Jonathan Scolt, een dragonder, en William Carey, een schoenlapper.

De arbeid, die Wesley heeft verricht, heeft een ontzeltenden omvang, 's Morgens om vier uur begon voor hem de dag. Om vijf uur preekte hij, en meestal hield hij daarna, vóórdat de avond viel, nog twee preeken. Intusschen legde hij duizenden mijlen reizend en trekkend af, hield het opzicht over klassen, presideerde conferentiën, hield bidstonden met particulieren, behandelde velerlei ingewikkelde en moeielijke zaken, en schreef een geheele bibliotheek van verdienstelijke en groote werken. Aanteekeningen op het Oude en Nieuwe Testament; spraakkunst van het Grieksch, Latijn, Hebreeuwsch, Fransch en Hoogduitsch bewerkte hij ten dienste zijner school in Kingswood. Uitgaven van klassieke, Historische, Geneeskundige Handboeken, en theologische geschriften, vormden te zamen 50 boekdeelen. Waar hij »de man van één Boek" wenschte te zijn, wilde hij dus niet beweren, dat alle menschelijke kennis nietig is. Zijn Dagboek geeft een overzicht van zijne lievelingslectuur. Daaronder vinden wij: Mystische godgeleerdheid van Dyonysius, Theologica Germanica, Behmen's Expositie van de Genesis, Madame Guyon's Methode des Gebeds, en Geestelijke Waterstroomen; Swedenborg enz. Ook schrijft hij ergens: »De klippen waarop mijn geloof het meest gevaar geloopen heeft schipbreuk te lijden, zijn de geschriften der mystieken. Kerkelijke historie is ook een zijner lievelingsstudiëen zooals blijkt uit aanhalingen uit: Eusebius, Episcopius, Beveridge, Laval, Prince, Mosheim, Middleton, King en vele anderen. Hij las vele medische boeken, en op 't gebied van bellettrie, waren ook de romans, de poëzie en reisbeschrijvingen hem niet vreemd.

Zijn krachtig geloof in geestelijke en bovennatuurlijke machten, neigde hem er altijd toe, teekens uit de hoogere wereld af te wachten. Gedurende vele jaren besliste hij, wanneer hij in de verlegenheid zat, wat te doen, door zijn toevlucht te nemen tot de veel gebruikelijke sortes biblicae. De zenuwtoevallen zijner bekeerden schreef hij toe aan goddelijk, zoowel als aan satanisch tusschenbeide treden; in zware onweders zag hij den tegenstand van den Booze; in zijn eigen welslagen, en in het lot zijner antagonisten zag hij steeds "den vinger Gods. Toch was hij een der eersten, die de waarde erkende van Franklins wetenschappelijke ontdekkingen; en zijn mannelijk krachtig geloof trad glorierijk aan het licht, in den tijd, toen fanatieke overredingskracht, onder zijne volgers, het geloof deed post vatten, dat - de ondergang der wereld nabij was.

Ook op politiek gebied heeft Wesley zijn rol gespeeld. Toen het leger van den pretendent op Newcastle aanrukte, was hij daar aanwezig om den zinkenden moed van het garnizoen te doen klimmen en opflikkeren. Bij den oorlog met Amerika steunde hij krachtig de partij van Lord North; terwijl hij bij de Wilkes-beweging, ijverig de zaak van 't ordelijk bestuur omhelsde. Zoo groot waren de door hem bewezen diensten, dat het gouvernement, hem uit erkentelijkheid eene belooning wilde aanbieden. Hij weigerde echter die aan te nemen. Later speet het hem wel, dat hij niet verzocht had, om den titel van, «koninklijk zendeling'' met het recht, om in elke kerk te mogen preeken. Vreemd, zeer vreemd schijnt het ons, dat hij in zijn Dagboek, met geen enkel woord rept van de Fransche Revolutie.

Zoo arbeidde en streefde Wesley gedurende een halve eeuw onafgebroken voort en immer voort. Dikwijls was hij ternedergedrukt en ontmoedigd, wanneer hij de broosheid aanschouwde der hervormingen, die hij had teweeggebracht. Doch hij weid gedragen en geprikkeld door dat verheven enthousiasme, dat allen weerstand breekt, en da wereld verovert, en toen hij op den 2den Maart i79r het matte hoofd ter ruste vlijde, nam hij den eerbied en de achting der geheele denkende menschheid met zich mede in het graf. De vurige liefde en de vereering van duizenden, die zonder hem »in zonde en dood" zouden zijn omgekomen, hielden zijn nagedachtenis heilig. In Samuel Rogers' Table-TalK, tafelkout, vinden we eene hier toepasselijke aanteekening: »Ik wandelde van mijns vaders bankierskantoor naar huis, " zoo spreekt hij, »toen ik een ontelbare schare volks zag stroomen naar de kapel in City Road. Ik volgde de menigte naar binnen en ik zag op een tafel als praalbed, ten toon gelegd, het lijk van een geestelijke in vol ornaat, wiens grijze lokken aan beide zijden, zijn wasbleek gelaat overschaduwden. Ik vernam, dat dit het lijk was van John Wesleij en bleef met eerbied staren op de menigte, die vol ontzag en langzaam steeds door om de tafel heen bleef stroomen, om op den eerwaarden man, voor 't laatst nog een blik te werpen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 februari 1893

De Heraut | 4 Pagina's

John Wesley.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 februari 1893

De Heraut | 4 Pagina's