Officieele Berichten.

Met verkorting uit hei Kerkblad van 3 Aug.

Kort verslag van den Classicale Vergadering, gehouden te Rotterdam 18 Jnli 1894.

De kerkeraad van den Hoek van Holland vraagt, hoe te handelen met iemand, die dwaalt in de leer, de kerk niet meer bezoekt en kwade geruchten aangaande de kerk verspreidt.

Aan dezen kerkeraad wordt geadviseerd, zich te wenden tot den kerkeraad van Maassluis (A), opdat deze aan de jeugdige kerk van den Hoek van Holland in die moeielijke zaak bijstand verleene.

Aan den kerkeraad van Schiedam (A) wordt toegestaan in een zaak van censuur voort te gaan.

Op een vraag van diezelfde kerk, hoe te handelen met hen, die zich wel van de kerk afwenden, maar niet gerekend kunnen worden onder degenen, die een ergerlijk leven leiden of ongoddelijke leer drijven, antwoordt de vergadering, dat dezulken tenslotte moeten beschouwd worden, als die zich van de kerk hebben af%escheiden.

Op verzoek van de kerk van Katendrecht, wordt aan die zwaar beproefde kerk in plaats van drie, vijf Zondagen, in de drie maanden, uit de Classe hulp in de bediening desWoords toegezegd.

Aan een broeder uit den kerkeraad van Rotterdam B, die bij de vergadering bezwaar inbrengt tegen de bevestiging van een ouderling, die niet geregeld des Zondags de bediening des Woords kan bijwonen, omdat hij zelf in andere kerken oefent, antwoordt de vergadering, dat zij, de afgevaardigden van Rotterdam B gehoord hebbende, zijn bezwaar niet kan deelen.

Kort Verslag der Vergadering van de Classis Breukelen op 19 Juli 1894.

De notulen der voorgaande vergadering worden gelezen, goedgekeurd en geteekend. Naar aanleiding daarvan komt in bespreking, hoeverre de kerk van Kamerik is gevorderd met de uitvoering van een besluit op de vergadering van 19 April 1.1. genomen, en tevens eene commissie benoemd tot onderzoek en advies, bestaande uit Ds. Van Henten, Ds. Koning en de B.B. Oüd. Van der Bijl, Hulsman en Fokker, ten einde, zoo de kerkeraad dit verlangt, hem in dezen bij te staan. — Nog komt ter sprake een flnanciëele aangelegenheid betreffende de kerk van Tienhoven, aan welke kerk door de vergadering een weg wordt aangewezen tot beëindiging. .

Eene vraag uit de kerk van Vinkeveen, of de Classe haar zoude kunnen behulpzaam zijn tot het verkrijgen van een Dienaar des Woords, v.'ordt beantwoord met de opmerking, dat die kerk zelve eerst de handen aan het werk heeft te slaan, waarna verdere bespreking kan plaats hebben.

Als roepende kerk voor de volgende vergadering wordt Maarssen aangewezen.

L. S.

Ondergeteekenden brengen bij dezen ter algemeene kennis, dat door de Provinciale Synode der Gereformeerde kerken in Noord-Brabant en Limburg tot leden van het Provinciaal Inforjnatiehureau zijn benoemd de Bedienaren des Woords M. Ouendag, J. K. van Haerlngen en H. Buitenhuis.

Zij maken er alle belanghebbenden opmerkzaam op, dat ieder colporteur en ieder rondreizend inzamelaar van gelden een bewijs van toelating van dit Informatiebureau zal behoeven, indien hij in de Gereformeerde kerken dezer gewesten dien arbeid wil verrichten. En ontraden lederen kerkeraad en ieder lid van een dezer kerken, eenige aanbeveling of eenige gift te geven, wanneer — om welke reden ook — dit bewijs niet kan getoond worden.

In naam en op last der Provinciale Synode^

J. A. GoEDBLOED, Praeses.

J. M. MULDER, Assessor.

J. H. FERINGA, Scriba.

A. SCHOUTEN WZN., AdJ. Scriba. Nieuwendijtt.^ 20 Juni 1894.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen