GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Gereformeerde prediking.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gereformeerde prediking.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

TWEEDE REEKS.

VII.

Het leerstellige deel komt niet in elke predikatie als afzonderlijk deel voor. Bij een predikatie b.v. over het gebeurde met Naboths akker, zou zulk een afzonderlijk leerstellig deel zelfs bedenkelijk zijn.

Alsdan toch zou men de geschiedenis van Naboh herleiden moeten tot een zeer algemeene stelling, en, in die algemeene stelling verloopende, zou men het feitelijke, en daarmee het bijzondere, het sprekende, van Naboths geschiedenis schieten laten.

Zoo zou men feitelijk ni^ over Naboth, maar over een heel anderen tekst gaan prediken.

Maar wel zit daarom in elk woord, waarover men predikt, leerstellige inhoud, en moet die inhoud ook bij het prediken over dat woord tot zijn recht komen.

Slechts versta men het woord 3 leerstellig" hier dan niet in te beperkten, en daardoor te armen zin.

Een groote fout begaat hier hij reeds, die de zedenkundige leerstellingen hier buiten sluit, en alleen aan heilswaarheden denkt.

Dat toch leert de Catechismus ons wel anders. Daarin toch geven de kerken ons niet alleen onderwijzing over de heilswaarheid, maar ook wel terdege over het Gebod en het Gebed, en ook dat onderwijs is in den volsten zin van het woord leerstellig.

Dat voelde men voor honderd jaar zoo niet, omdat toen op zedelijk gebied alle menschen tamelijk wel gelijke gedachten koesterden. Men beschouwde toen wel de heilswaarheden als kritiek, maar de zedelijke waarheden als algemeen vaststaande.

Maar thans merkt ge dit •; -eI anders.

Er is in onzen tijd bijna niet ééne zede-Hjke waarheid meer die vaststaat.

Niet dat men de wet overtreedt is meer het erge booze, maar dat men de wet tegenspreekt. Een ander zedelijk stelsel tegen het zedelijk stelsel van Gods wet overstelt. En aldus op het gebied der zedenkundige waarheid allengs met nog meer scherpte tegen de Christelijke belijdenis komt over te staan dan op het gebied der heilswaarheid.

Zelfmoord geoorloofd. Het huwelijk vrij. Eigendom diefstal. Het kind onder Staatsopvoeding. En wat niet al meer, wordt heden ten dage niet vergoelijkt maar als theorie gepredikt.

Daarom nu is het zoo van het hoogste aanbelang, dat onze Dienaren des Woords ook in dé zedenkundige dogmatiek grondig ervaren zijn, om het ware stelsel der zedenleer op alle deze punten, op grond van Gods Woord, tegenover het valsche stelsel te kunnen handhaven, te kunnen inprenten, en te kunnen doen zegevieren.

Een Bedienaar des Woords, die wel vaardig is, om de verdorvenheid onzer natuur tegenover het stelsel van den lonberispelijken mensch" te verdedigen, maar met de handen in het haar zit, als nu voorts ook deze zedelijke vraagstukken aan de orde komen, staat buiten zijn tijd, en mist daardoor op het werkelijk leven van zijn gemeente den noodigen invloed.

Paulus bespreekt in zijn brieven alle vraagstukken die toen aan de orde waren, en deed dit zoo, dat hij de gronden legde, waarop voort te bouwen viel.

En zoo ook zijn wij er maar niet van af, zoo we nu en dan, met een vluchtig woord, de valsche theorie veroordeelen, maar de gemeente, vooral het opkomend geslacht, moet ook op zedenkundig gebied zoo onderlegd, dat ze grond onder de voeten voelt, en niet verlegen staat, als ze op dat terrein wordt aangevallen, maar hem die ons aanvalt, verlegen maakt.

Het is zoo, bij de toepassing komt ook menige zedenkundige waarheid ter sprake. Maar dit is heel iets anders. Dit is de vermaning en terechtwijzing, de ontdekking en scherping der conscientie.

Maar heel iets anders is het, At. zedelijke grondvesten in het bewustzijn der gemeente weer vast te zetten, en de valschheid der tegen ons overstaande theorieën scherp te doen uitkomen.

En dit nu juist behoort tot het leerstellig deel der predikatie.

Niets intusschen zou ons hierbij verder van den goeden weg afleiden, dan breedvoerige vertoogen over algemeen zedelijke stellingen.

Dit zou ons licht den weg opleiden, om de predikatie in deugdprediking te doen ontaarden, en op den predikstoel te brengen wat beter op een meeting thuis hoort.

Vooral de zedelijke waarheid wil concreet gegrepen zijn.

En dat concrete nu vindt ge juist in het historische deel der Schrift, ia de ondergeschikte bepalingen van de wetgeving Gods aan Israël, in enkele apostolische uitspraken. en niet het minst in de ontmoetingen van Jezus, in zijn onderwijs, en in zijn wijze van omgang.

Op het laatste leggen we bijzonder nadruk. Voor de heilswaarheid geeft de profetische en de apostolische Schrift ons veel rijker stof dan de drie eerste Evangeliën.

Het valt dan ook niet te ontkennen, dat er gemeenlijk veel meer uit de profeten en apostelen, dan uit de Evangeliën gepredikt wordt.

In de Evangeliën is alles zoo massief, en daarom geeft men er de voorkeur aan de apostelen te hooren, die het ons in meer uitgewerkten vorm bieden.

Maar hierbij kan men toch niet blijven staan.

Ook in de predikatie des Woords moet toch de Christus zelf, gelijk hij sprak en optrad, frisch en helder voor den geest blijven leven.

De predikatie moet, zal het wel zijn, toch weer den weg vinden, om ook de Evangeliën, met wat ze ons van Jezus melden, volledige tot hun recht te doen komen.

En hiertoe nu zal men vanzelf geraken, zoo men de zedenkundige vraagstukken, evenals eertijds, weer met onzen Catechismus, onder de leerstellige waarheid opneemt.

Het is toch ontegenzeggelijk, dat ge in de Evangeliën uw HeUand zich schier bij voorkeur met deze soort vraagstukken hoort bezighouden.

Zijner is de Rijksgedachte, en in die Rijksgedachte staat de verhouding van de burgers van dat Rijk tot hem, en tot elkander onderling, steeds op den voorgrond.

Ook in de gelijkenissen en in de wonderen onzes Heeren komt ge gedurig met die onderlinge verhoudingen van mensch en mensch, en van den mensch tot het goed der aarde in aanraking.

De weg is dus gebaand.

Wie én de liistorie der Schrift, én vooral Jezus' optreden daarin, steeds vollediger voor oogen stelt, komt ongemerkt en vanzelf telkens op die zedenkundige problemen in hun concreten, aantrekkelijken vorm. En, mits hij er dan niet over heenloope, maar er in dringe en er zijn gemeente voor winne, legt hij vanzelf de zedenkundige leerstellingen vast, en schuift onder zijn gemeente een vasten zedenkundigen grondslag.

Vooral waar men dit aan het optreden van Jezus vastknoopt, ontloopt men dan tevens het gevaar, van een prediking zonder den Christus te geven.

Hij, onze Heiland, staat dan veeleer in het middelpunt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 oktober 1895

De Heraut | 4 Pagina's

Gereformeerde prediking.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 oktober 1895

De Heraut | 4 Pagina's