GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de Bazuin wijst Ds, Gispen zeer ter snede op het leedvermaak waarin de politieke correspondenten van enkele bladen, zoo als het Nieuws van den Dag.^ gretig allerlei berichtjes opgaren en verspreiden, die min gunstig voor de Gereformeerden schijnen.

Hij zegt er van:

Het Nieuws van den Dag noemt zich het meest gelezen dagblad van Nederland, en er zijn dan ook duizenden gezinnen, waarvoor het de eenige bron is, waaruit de mensclien leeren kennen, hetgeen zij voor waarheid houden. Wie in dit blad een gekruid en gekleurd bericht kan plaatsen, is zeker, bij duizenden geloof te vinden.

Daar komt bij, dat alles wat op de tegenwerking der Gereformeerden, op elk gebied, betrekking heeft, met graagte wordt gelezen. Het conflict aan de Vrije Universiteit is blijkbaar met gi'oot welgevallen begroet, want men begrijpt, en terecht, dat is weder verzwakking in het streven der Gereformeerden.

En zoo elk bericht, dat er hier of daar weder een scheuring op kerkelijk gebied uitbrak.

Een groot deel onzer landgenooten verneemt dit met belangstelling.

Niet zoozeer, omdat ons volk zoo Gereformeerd wordt, of zooveel sympathie voor de Afscheiding van '34 gevoelt, maar omdat men zeer goed begrijpt, dat zulke dingen verzwakken, het prestige der Gereformeerden knakken, en — de bestuursregeling en bestuursmacht van de Ned. Herv. kerk, in hun oog, rechtvaardigen.

De sympathie, die de nieuwe Christelijke Gereformeerden van een groot deel onzer landgenooten genieten, wortelt niet zoozeer in de overtuiging, dat hun kerkelijk standpunt het echte en ware is, of dat bij hen de ware kerk van Christus zich openbaart, maar materieel, in de antipathie tegen allen en alles, wat onder de banier der Gereformeerde beginselen zich schaart, en formeel, in antipathie tegen den persoon en het streven van Dr. Kuyper.

Wie maar tegen Dr. Kuyper zich stelt is hun man; is eerlijk, waar, goed en vroom.

Maar wie den doctor niet openlijk aanvalt of bestrijdt, wordt beschouwd als iemand, wien het óf aan zijn verstand, óf aan zijn karakter, óf aanbelde hapert.

Hij is stompzinnig, en marionet, die zich Voor elke beweging laat gebruiken, een blinde volgeling, een die onder bedwelmenden invloed gekomen is; of hij is onbetrouwbaar van karakter, of wel geheel en al van karakter ontbloot, verradende en verkoopende het erfdeel des Heeren.

Maar de diepste grond is de felle at keer van de Gereformeerde beginselen en hare toepassing allereerst op kerkelijk gebied, zoo namelijk die toepassing leidt tot eene botsing met het bestaande.

Van dien toestand profiteeren nu onze Christelijke Gereformeerde broeders.

Door de omstandigheid, dat zij het, in 1891 uit de wereld geholpen, reglement van 1869 weder hebben doen herleven, en in 1892 lyeer hebben aangenomen, wat zij in 1891 mede losgelaten hebben, stalen ze het hart van velen in den lande.

Van beginsel-of karakter-vastheid is hierbij geen sprake.

Van al die 40 gemeenten, welker leden zich na 1892 uit het verband der Gereformeerde kerken hebben losgerukt, is er geen enkele, die niet in 1891 toegestemd heeft, het reglement van 1869 te vervangen door de Kerkenordening van 1618/19.

Stond de zaak juist andersom, dan zou er nog van getrouwheid aan eenig beginsel sprake kunnen zijn. Hadden de Afgescheidenen of Christelijke Gereformeerden van den beginne aan niets anders gehad dan de Kerkenordening van 1618/19, en was men er in 1891 toe gekomen, die Kerkenordening te vervangen door een nieuwerwetsch reglement, dan zou nog de vraag kunnen rijzen, of alleen te dier oorzake scheuring geoorloofd ware; maar dan was in ieder geval een beginsel in het spel, en zouden de dissentieerende broeders eerbied afdwingen, en geprezen moeten worden, om hunne getrouwheid aan de oude. Gereformeerde Kerkenordening der Nederlandsche kerken.

Maar waar het nu eigenlijk om gaat, is moeielijk te zeggen.

Heel 't land weet, dat b.v. Ds. Van Lingen zijne groote gaven en talenten altijd gebruikt heeft met het oog op de Ned. Herv. kerk, en met woord en daad de Afscheiding of de Christelijke Gereformeerde kerk tegenstond.

Eerst toen hij, met de Doleantie medegaande, in dien kring ongenoegen kreeg en tegenspraak ondervond, kwam hij tot de Christelijke Gereformeerde kerk.

Ware hij toen slechts naar de Ned. Herv. kerk teruggekeerd, dan zouden vele dingen. anders zijn.

Maar eenmaal van de doleerenden naar de Afgescheidenen overgegaan zijnde, laat het zich menschkundig en zielkundig volkomen verklaren, dat hij, tenzij een buitengewone genade en een grootkapitaal van liefde hem geschonken werd, met alle macht de vereeniging der kerken moest tegenhouden en tegenwerken, opdat hij niet weder in kerkelijk verband kwam met zulke mannen, die hij nu eenmaal niet verdragen kon. En toen die toeleg mislukte, bleef dan ook niets over dan zijn eigen weg te gaan of, zooals men het noemt, de Christelijke Gereformeerde kerk »uit het stofte doen herleven."

Van Velzen en Brummelkamp hebben het beginsel van '34, waarvoor zoovelen geleden en gestreden hadden, verloochend; maar Ds. Van Lingen, hun principiëele tegenstander van jaren her, heeft het gered!

Uit dit éene feit kunt gij reeds afleiden, hoe goedgeloovig de menschen zijn, en hoe eenvoudig en onnadenkend soms gezegd wordt; . »ik wil van die nieuwe leer en van die nieuwe wetten niets weten; ik blijf Christelijk Gereformeerd!"

Het groote publiek weet van alle dingen weinig en begrijpt er natuurlijk niets van. Maar het vindt voldoening in de gedachte, dat er opstand in de hut is, en Kuyper's vlieger niet opgaat. Men verwacht dan ook, dat weldra achter het getal 40 nog eene nul zal bijkomen en dan is de vereeniging van alle Gereformeerden spoedig de wereld of — het land uit.

En al is dit bij velen meer een wenschen dan een dadelijk gelooven, toch is het vermoeden aanwezig, dat in een groot aantal gemeenten nog bezwaarden en ontevredenen zijn, die vroeg of laat uit het kerkverband zullen treden. Zoo iets ligt in de bedeeling van deze tijden, en zoo iets voorkomt men niet door disputeeren, argumentatie, of zelfs niet door vloekspraken aan de H. Schrift ontleend. En wie van het laatste gebruik maakt, doet het waarlijk niet uit wijsheid.

Want indien er broeders zijn, die de Belijdenisschriften der Gereformeerde kerken en de daarin gewortelde Kerkenordening niet voldoende achten, maar het vereenigings-beginsel in iets anders, wat dan ook, zoeken en stellen, dan zal dat niet alleen strijd en wrijving geven, maar toch lichtelijk ook tot verwijdering en scheuring leiden. Dit verhinderen, kan niemand; we kunnen het slechts betreuren.

En ten slotte zal er dit uit blijken, dat het gaat om de vraag, of de kerk eene geschrevene belijdenis zal hebben, die een band is, in kerkrechtelij ken zin; óf dat ieder geloovige zijn eigen belijdenis en zijn eigen dogmatiek heeft; in de Herv. kerk, onder één centraal bestuur; en in de z. g. vrije kerken, in een steeds grooter aantal kerken of genootschappen, elk met een eigen leider — een eigen «beginsel"!

Inderdaad rijkdom van beginselen overstelpt ons tegenwoordig.

Maar dit kunt ge ten slotte wel voor waar houden dat, welken loop de zaken ook nemen, het getal dat aan belijdenis en kerkorde genoeg heeft, en dat zal blijven zoeken en streven naar vereeniging met allen, die daar ook genoeg aan hebben, nog wel voldoende zal blijken, om eénig stormweder te kunnen doorstaan.

En ook kan ik u verzekeren, dat die 40 gemeenten, die zich aan het kerkverband der Gereformeerde kerken onttrokken hebben, voor het grootste deel alleen bestaan in de verbeelding van den correspondent van Het Nieuws van den Dag.

Dit is volkomen juist.

De correspondent van het N, v. d. D, en andere bladen van dien aard, kennen niets van onze toestanden, en laten zich iets op de mouw spelden.

Wel verre van zich over enkele separatiën te verbazen, moest men zich veeleer verwonderen over den kostelijken loop, dien alle ding nog neemt.

Vergeet toch niet, dat we allen doodziek, uit het groote Genootschappelijke Krankenhuis, van t834 tot 189S zijn uitgedragen.

En dat het nu reeds zoo aanmerkelijk aantal van deze reconvalescenten allengs wint in kracht, en van lieverlee weer op de been komt^ en aan vrij uitgaan kan denken, is wel een zeldzaam sterk blijk van de kracht, die het Gereformeerde beginsel, ook bij jammerlijke ontaarding nog altoos in zich draagt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 december 1895

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 december 1895

De Heraut | 4 Pagina's