GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onderwijl de Moderne orthodoxie steeds verder van de Heilige Schrift afraakt, is het opmerkelijk, hoe in Moderne kringen de vraag weer opleeft, of met de Heilige Schrift niet meer onder de gemeente te werken ware.

In Nieuw Leven was daarop aangedrongen, en in de Hervorming herinnert een inzender aan het bekende getuigenis van Busken Huet over den Bijbel, dat we hier afschrijven:

«Om den bijzonderen aard zijner schoonheden is de Bijbel leerzaam. Dit boek is geen klein geestig aangelegd wandelpark met afgestoken paden, gladgeschoren hagen, kunstmatige beken of watervallen en tam wild: veeleer gelijkt het een dier statige eikenwouden, waarin onze voorouderen hunne offerfeesten vierden, met wegen ongebaand, doorkruist van schuimende bergstroomen, vol geheimzinnig licht en donker. Ook zweemt de Bijbel naar geen provinciestad van middelbare grootfe, wier geza menlijlce merkwaardigheden de vreemdeling op éénen voormiddag kan bezichtigen; maar veeleer naar een dier wereldsteden , ils het oude Niniveh, dat naar het zeggen van het boek Jona eene stad van drie dagreizen was; men komt aan uit den vreemde en is bij het eerste bezoek teleurgesteld; het geheel is niet met één blik te overzien, en men had van een overstelpenden indruk gedroomd; doch na een wemig toevens gaan de oogen open, men slaat van verbazing en bewondering de handen ineen, men had met durven denken, dat op éfin punt der aarde zoovele schatten van allcrhanden aard en vorm konden v/orden saamgebracht. De Bijbel eindelijk gelijkt geen vorstelijk en nieuwenvetsch zomerpaleis opgetrokken m luchtigen bouwtrant, in bastaardstijl mef.sttijds; maareene dier oude gothischekathedralen waarvan iemand gezegd heeft, dat door de poriën van hare steenenzelve het loflied van den Schepper ruischt: haar fondamenten hebben de gedaante van een kruis, het verlossingsteeken der menschheidde Spitsen harer gevels wijzen hemelwaarts, en herinneren ons, dat de sterveling hier beneden geen blijvende woonstede heeft; als met gevouwen handen schragen de bogen het gewelfen rusten biddend op de zuilen als korenaren zoc/ slank en nochtans l w d d k e d z h even massief als de cederen van den Libanon, Kortom, de schoonheden des Bijbels, doordat zij alle te zamen een streng en verheven karakter dragen, noodzaken ons afstand te doen van dien zin voor het alledaagsche, waarin wij door zoo vele dingen om ons henen worden opgevoed en gestijfd."

«De Bijbel is slechts een boek, - onaanzienlijk en schijnbaar samenhangloos; geen gouden vrucht op zilveren schaal, maar de ruwe schors eener wrange noot; een godsgezant ja, maar een gezant in de kleederen van een dienstknecht, en aan wiens voeten het stof der oude aarde kleeft. Toch heeft van alle boeken dit ééne gedurende eene lange reeks van eeuwen, het diepst en gevoeligst ingegrepen in het leven der ontwikkeldste volken. Jeruzalem is gevallen, Israël verstrooid, wereldmonarchiën zijn voorbijgegaan, steden en staten werden omgekeerd, scholen gesloten en door andere vervangen, tempels brokkelden tot puin: de Bijbel is gebleven."

«Hoe men over den Bijbel denke, dit boek is gesproten uit het krachtigst geloofsleven dat ooit op aarde bloeide; en waar zedelijke kracht is, daar is recht van spreken. En gelijk in alle dingen het hoogste gezag bij de grootste meesterschap berust en in haar geëerbiedigd wordt, zoo gaan wij ook in de dingen des geloofs bij de helden des Bijbels ter schole".

«Meent niet dat de Bijbel geen boek is waaraan de eenvoudigen zich het hart kunnen ophalen, of dat men in de theologie moet hebben gestudeerd, om zich in zijn schoonheden te kunnen verlustigen. Het tegendeel wordt ons door de ondervinding geleerd. De schare ja zal steeds gelijk voorheen blijven hunkeren naar de spijze die vergaat, en teekenen willen zien; doch de eenvoudigen zijn de schare niet. Menigeen wordt onder hen gevonden, aan wiens onvervalschten schoonheidszin en onbevangen oordeel, de zich noemenden beschaafden en ontvikkelden een voorbeeld mochten nemen. Behoeft men een musicus te zijn, om tot in de ziel getroffen te worden door eene kerkmuziek wier samenstelling voor den oningewijde eene. onnaspeurlijke verborgenheid is? "

Anderen slaan weer een anderen weg in, en willen een nieuwen Bijbel maken, saamgevoegd uit de schoonste stukken van den ouden Bijbel met nieuwe stukken er bij. Zelfs wil de heer Vrendenberg voor dien nieuwen Bijbel een soort Bijbelgenootschap oprichten.

Maar nog cëne zaak! Een volksboek moet goedkoop verkrijgbaar zijn. Nu geeft het Bijbelgenootschap zeer goedkoope Bijbels. Het gaat maar altijd voort met het verspreiden van Ezechiël en Habakuk, van onleesbare Nieuw-testamentische Brieven en de Openbaring vol geheimzinnige tafereelen. Of dat geen geldverspilling is? Ik zag liever alleen andere Bybelstukken verspreid, maar vermeerderd met goede bijdragen uit lateren tijd. Zegen over. den man, die zoo'n beteren Bijbel weet samen te brengen. Maar dan moeten wij óók nog een genootschap hebben, dat voor een goedkoope uitgave zorgen kan. Aan die twee rlingen is behoefte, waarlijk ten bate van de opbouwing van het godsdienstig leven. En mijns inziens is het beter, daarvoor te werken, dan voor het bijeen laten blijven van den ouden Bijbel. Dit wilde ik nog even zeggen. En daarmede vooreerst genoeg, totdat, de heeren het vraagstuk wat beter zullen verstaan hebben.

Alleen de redactie van de Hervorming loopt met deze reactie niet hoog. Zij meent, dat nu er zooveel goedkooper andere lectuur te geven is, men zulk een Bijbel niet noodig heeft.

Vroeger, dit vergete men niet, toen nog niet als thans van alle zijden de huizen en vooral de schamele woningen kon binnenkomen een stroom van geschriften, die den kenriisdorst stilde, of voedsel voor de verbeelding, of voor verstand en gemoed medebracht —vroeger voorzag in dat alles de Bijbel, en de Bijbel schier alleen. Thans bestaat daaraan in veel geringer mate behoefte, nu goedkoope lectuur van allerlei gehalte in de woningen kan gebracht worden.

Wondere tijden.

De mannen van de half-wetenschap voelen zich zoo sunheimisch". Ze hebben den dorst van het menschelijk hart, en de gave Gods voor dat hart miskend.

En nu zitten ze neer bij de waterbakken, die ze zich zelven hebben uitgehouwen, maar die gebroken zijn, en geen laafnis geven voor den dorst der ziel.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 februari 1896

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 februari 1896

De Heraut | 4 Pagina's