GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

In Hollands Kerkblad schreef Ds. Winckel, naar aanleiding van de aanranding van den heiligen Doop door de Haagsche Synode:

De Gereformeerde Kerk bevat het volgende onder de rubriek sAlgemeene Synode der Nederlandsche Hervormde kerk":

»Het hoofddebat van deze week lag in de vergaderhig van Donderdag 12 Augustus. Indertijd hebben leerlingen van Ds. Bommezijn te Sneek geweigerd bij het doen van belijdenis gedoopt te worden. Dit heeft aanleiding gegeven tot het voorloopig aannemen van eene wetswijziging, waarbij de doop verplicht werd gesteld. Uit het rapport van de heeren Gooszen, Kruider en Bronsveld bleek, dat het overgroote deel der Provinciale kerkbesturen en Classicale vergaderingen de wetswijziging wilde zien aangenomen. Desniettemin meenden de heeren Gooszen en Kruider dat het voorstel geen wet mocht worden. Prof. Gooszen zegt: met deze komt men op een bedenkelijken weg, er is een terrein van het Godsdienstig leven, waar het individueele leven een groote stem heeft, hij begrijpt niet hoe er menschen kunnen zijn, die den doop gering schatten; ligt dit ook aan het onderwijs? De doop heeft zoo groote waarde. De ma? ons hebben allerlei symbolen; ze worden aangenomen. Hoeveel heerlijker de doop. Maar toch heeft hij bezwaar den doop voor te schrijven. Men gaat al verder en verder, men zal er straks toe komen voor te schrijven, dat ieder eiken dag driemaal een formuliergebed moet opzeggen. Men zal er toe komen om ook den kinderdoop voor te schrijven, enz. Natuurlijk vielen de een na den ander van de modernen den hoogleeraar Gooszen bij. Scherp en snijdend klonk de stem van broeder Leenmans als hij met heiligen ernst opkwam voor het bevel van onzen Heer en Heiland. Bronsveld, bekend als zoo zeldzaam kalm, bleef uiterlijk kalm, maar ieder gevoelde het, hij trilde van verontwaardiging als hij allerlei argumenten van de tegenpartij geeselde en haar voorhield het votum der kerk. De vice-president wees nog op de conclusie van het rapport; v/ordt ze aangenomen dan beteekent dat voor de kerk: da Synode stelt dea doop vrSj. is er onverschlllJg voor. Niettegenstaande dit alles stemden 10 modernen voor de conclusie. Slechts één. Dr. v. d. Ven, ouderling te Haarlem, ging met de orthodoxen mee. Zoo is nu & .00X de meerderlieidvan de Synode uitgesproken dat de doop een adiapkoi-on, een vrij onverschillige zaak is.

Wat zullen wij tot deze dingen zeggen? Eigen­ aardig is altijd het zeggen van de modernen, dat zij alles op o! zoo hoogen prijs stellen, maar niets wettelijk willen handhaven. Het is nog altijd de oude historie; in de dagen van Asa, den Koning van Juda, diende men den Heere, doch oflerde op de hoogten. Het ging toen zooals het vooral met de Groningers thans het geval is: men verstond de kvnst te bakken met twee pannetjes.

Maar is er voor ons niets te keren? Merkwaardig is het, dat zoodra iets ons gemoed raakt, terstond het dierbaar Psalmboek spreekt. De stemming was nog niet gevallen, ol terstond kwam mij voor den geest Psalm 79 : i.

»Getrouwe God, de Heidenen zijn gekomen,

Zij hebben stout uw erfland ingenomen".

Maar terstond moet daarbij het vierde vers: .

„ Gedenkt niet meer aan 't kwaad, dat wij be-[dreven",

want wij zien ook in deze uitspraak der Synode een oordeel Gods.

Hoe treurig staat toch in onze kerk de gemeente tegenover de Sacramenten! Hoe wordt de tafel des Heeren gemeden. Jaren lang wordt in gemeenten, die zich bij uitstek Gereformeerd noemen, de Avondmaalsdisch niet aangericht. Zoo komt de Heere Jezus om zijne eere en wordt niet voldaan aan het bevel van den Heiland. Vanwaar dat droevige? Omdat men de tucht heeft laten varen. Heeft Prof. Gooszen er zich tegen verklaard, dat men ouders, die belijdenis deden, zou dwingen hunne kinderen te laten doopen, uw correspondent sprak als zijn meening uit, dat dit zeer zeker moest gebeuren, en dat zij, die de tafel des Heeren geregeld mijden, door de censuur moesten worden getroffen, maar voegde-er bij, dat hij door den bedroefden staat der kerk daartoe vooreerst nog geen mogelijkheid zag.

Men zij daarom in het Gereformeerde kamp niet terstond opstuivende tegen de meerderheid der Synode, maar hoore in deze materie de stem van Maleachi: > Ben ik een Heere, waar is mijn eer? Ben ik een Vader, waar is mijn vreeze? "' En als dan bij de leege avondmaalstafel het woord van Zacharia klinkt: iHebt gij Mij, Mij eenigszins genood? " dat de gemeente zich dan verootmoedige en bekeere tot den Heere, opdat zijne gunst tot de kerk wederkeere.

Lezers! Gij merkt het, het is den rechtzinnige niet gemakkelgk in het hoogste kerkbestuur; daarom bidt voor ons en laten wij ons troosten, gelijk ik gisterenavond na dien zwaren middag deed, met het lezen en zingen van Psalm 27 : 5: V'Iijn hart zegt mij, o Heer! van Uwenlwegen;

«Zoek door gebeên met ernst mijn aangezicht!" Dat wil, dat zal ik doen; ik zoek den zegen

Alleen bij U, o Bron van troost en licht! Verberg toch niet uw oog van mij, o Heer! Ik ben uw knecht, ziet niet in toorne neer; Gij waart mijn hulp in al mijn zielsverdriet: O God mijns heils! begeef, verlaat mij niet.

Weet de correspondent van de »Gereformeerde Kerk, " zelf hd der Synode, wel wat hij neergeschreven heeft?

De tien modernen die er voor stemden dat de doop niet verplichtend zou zijn voor leden van de Nederlandsche Hervormde Kerk, worden doorhem genoemd: «Heidenen", die «stout'' het erfland des Heeren hebben ingenomen. Zij worden aangeduid als «geweldenaren", die den tempel en de altaren des Heeren hebben verwoest, die door hun «verwoed geweld" de knechten des Heeren hebben «geveld".

Dit zegt een lid van de SjTiode van zijn medeleden .... medeleden van het hoogste rechtsprekende, wetgevende, besturende college van de Nederlandsche Hervormde Kerk!

Maar de correspondent wordt indachtig gemaakt, dat hij mede schuld heeft , aan zulk een toestand door de aangrijpende woorden van Fs. 79 : 4. De schrijver ziet in de uitspraak der Synode een oordeel Gods en daarom bidt hij met den Psalmdichter :

«Gedenk niet meer aan 't kwaad, dat wij bedreven".

Welk kwaad zou de schrijver, lid der Algemeene Synode der Nederlandsche Hervormde Kerk, hier bedoelen ?

Het blijkt uit het verband. De luchteloosheid! Men heeft de tucht laten varen!

Maar had het orthodoxe lid der Synode niet ook moeten denken aan de woorden van Jesaja: «Wascht u, reinigt u, doet de boosheid uwer handelingen van voor mijne oogen weg, laat .\f van kwaad te doen, leert goed te doen, zoekt het recht, helpt den verdrukte, doet den wees recht, behandelt de twistzaak der weduwe. Komt dan en laat ons te zamen richten, zegt de Heere, al waren uwe zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw; al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol."

Laten de'orthodoxe leden v, - in de Hervormde kerk eerst de zonde uit hun midden wegdoen, van namelijk, zonder eenige beperking, op te treden als leden van een college, dat over de Hervormde kerk het hoogste bestuurscollege zijn wil. Wanneer dit college eenigszins aan Gods Woord gebonden was, indien het ook maar eenigermate gevoelde, dat het zijn Opperhoogheid aan den Christus dankte, het zou den doop niet voor een onverschillige zaalc hebben verklaard. De Christus heeft toch zoo uitdrukkelijk aan zijne apostelen en daardoor aan de ambtsdragers der kerk bevolen: Zoo gaat dan henen, onderwijst alle volken, dezelve doopcnde in den Naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes.

Hoe zouden de Room.schen oordeelen over hun paus, wanneer deze eens denzelfden treurigen moed had als de Haagsche Synode? Een paus, die den Heiligen Doop verwierp, zou beschouwd worden als een, die verbijsterd was van zinnen. Maar de Haagsche Synode blijft als hoogste besturende, wetgevende en rechtsprekende macht geëerd, ook altast zij de heihgste en gewichtigste dingen, die de Christelijke kerk bezit, aan.

Ja, rechtzinnigen blijven met «heidenen", met «geweldenaren", die heiligschennis plegen, het hoogste kerkbestuur uitmaken! Ach, mochten die rechtzinnigen nog eens leeren, met het oog op die zonde, uit te roepen: «Gedenk niet meer aan 't kwaad dat wij bedreven."

En nu wil een rechtzinnig lid dier Synode, die met «heidenen" en «geweldenaren" vergadert, dat de gemeente voor hen bidden zal, omdat het > den rechtzinnige" niet gemakkelijk is in het hoogste kerkbestuur!

, Een rechtzinnig predikant wil, dat men voor hem bidden zal, opdat zijn weg geëffend worde in een vergadering, die de schendige hand slaat aan de kroon van den Koning der koningen! Mag men voor dezulken dan niet bidden?

Zeer zeker. Maar dat dan het gebed opga, dat de jammerlijke verblinding wijke, die het mogelijk maakt, dat zij zitting blijven houden in een college, dat door zijn bestaan reeds een loochening is van de Souvereiniteit van Koning Jezus over zijne Kerk. Het treurigste van alles is, dat het rechtzinnige lid der Synode nog «troost" kan putten uit Ps. 27 : 5. Heeft men waarlijk «zielsverdriet" over het bestaan van een vergadering, die zich onverschillig toonde voor den doop, daji kan m^n liet er niet in inüwicden.

Ook in de Hervormde kerk zelve schijnt men te gevoelen, dat de Haagsche Synode een treurig stuk bestond door haar besluit in zake den doop. Dit

blijkt uit het volgende bericht: De heeren Joh. Besselaar, H. B. Driesen, B. Crevecoeur, A. L. J. Sloots, P. van de Wiel Jzn. en W. Buskop te Rotterdam hebben aldaar het volgende adres < !.Aan den Algemeenen Kerkeraad der Nederlandsclie Hervormde Gemeeiiie ie Roiierde7n" ter teekening gelegd:

, Met leedwezen en verontwaardiging hebben ondergeteekenden vernomen dat de Synode haar voorloopig besluit om iemand tot het doen van belijdenis toe te laten dan die gedoopt is of bij de belijdenis zich wil laten doopen, heeft teruggetrokken en aldus heeft gedecreteerd, dat men lidmaat der Nederlandsche Hervormde kerk kan wezen en aanzitten aan het Heilige Avondmaal des Heeren zonder gedoopt te zijn.

Behalve dat dit besluit ten eenenmale in strijd is met de ordonnantie des Heeren: «Gaat dan henen, onderwijst alle volken, dezelve doopende in dea Naam des Vaders, des Zoons en des Heiligen Geestes, waardoor dus het belijdend karakter der kerk in de hartader wordt aangetast, is het ook een verregaande minachting van datgene wat die kerk altijd heeft willen gehandhaatd zien, n. 1. de-Belijdenis en de Sacramenten.

En nu vragen ondergeteekenden met heiligen

ernst: i". Is een lichaam als de Synode, dat geroepen is, om zoowel de geestelijke als de stoffelijke belangen der Nederlandsche Hervormde Kerk te behartigen, zedelijk gerechtigd om besluiten te nemea en uit te vaardigen in flagranten strijd met Gods Woord en daardoor de wanorde te vermeerderen, welke zij tot hiertoe reeds bracht over de kerk onzer

vaderen ? 2'. Waar het reeds zoo dikwerf bleek dat het bestuur der Kerk grootendeels in voor de belijdende gemeente niet gewenschte handen is, komt het hun voor, dat de tijd gekomen is. om ernstig protest aan te teekenen tegen dergeUjke handelingen.

3°. Achten zij het gewenscht, ja zelfs gebiedend noodzakelijk om alle kerkeraden der Nederlandsche Hervormde kerk uit te noodigen adhaesie te betuigen aan den hoofdzakelijken inhoud dezes, opdat in het gemeenschappelijk handelen van alle goedgezinde kerkeraden in ons vaderland de Synode moge zien, dat er nog een kracht der behjdenis in de gemeente leeft, waarmede zij weinig toont te rekenen, die dringend vraagt om uitvoering van art. II Algemeen Reglement.

Op al deze gronden nu nemen ondergeteekenden de vrijheid zich tot u te wenden met beleefd doch dringend verzoek: Wilt ingaan op hun verlangen en protest aanteekenen tegen dergelijke handelingen, en de Heer der gemeente gebiede hierover zijnen onmjsbaren zegen.".

Jammer, dat slechts op protesteeren wordt aangedrongen. Om protesten geeft de Synode niets. Scheepsladingen liggen er in haar archief. Mocht het van woorden tot daden komen.

Dit is niet te hard geoordeeld. Schuldbesef dat niet tegelijkertijd den wil verraadt tot aflaten en uitbannen van de beleden zonde, is vrome geveinsdheid.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 september 1897

De Heraut | 2 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 september 1897

De Heraut | 2 Pagina's