GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

,,De overste dezer wereld buitengeworpen.”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

,,De overste dezer wereld buitengeworpen.”

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nu is het oordeel dezer wereld; nu zal de overste dezer wereld buitengeworpen worden. Joh. 12:31.

De groöte hoop weet van een „Overste der wereld" niet af.

Ze verstaan dat niet. Ze begrijpen dat begrip niet. En ze zien nog minder in, wat ter wereld zulk een voorstelling, van een „Overste der wereld" te maken heeft met hun zaligheid, of zelfs met hun geloof.

Een overste van een land, zelfs van een zeer groot land, als Rusland of China, dat vatten ze.

En desnoods zouden ze zich een veroveraar denken kunnen, die met nog beter kans dan Napoleon, een aanval op meer dan één werelddeel deed. Maar een „Overste der wereld", dien niemand gezien heeft, van wien niemand zeggen kan waar hij is of woont, die geen leger heeft en geen paleis, die geen wapenschild voert, en geen vlag ontrolt, zulk een „Overste der wereld" gaat hun begrip ganschelijk te boven, en schijnt hun een hersenschim der verbeelding.

En toch, als ze dan de Heilige Schriftuur weer opslaan, en ze lezen daar, niet van een profeet, en niet van een apostel, maar van Jezus zelven, hoe hij, niet eens, maar herhaaldelijk op dien „Overste der wereld" als op een werkelijk bestaand wezen de aandacht zijner discipel, n heeft gevestigd, en gesproken heeft van de wezenlijke wereldheerschappij, die hij bezat, en hoe die wereldheerschappij hem door Jezus ontrukt is, en hoe die „Overste der wereld" nog vlak voor Golgotha op Jezus afkwam, maar niets meer tegen hem vermocht, dan durven ze toch ook weer niet tegen hun Heiland ingaan, en gelooven dus weer wel.

Maar natuurlijk, in zulk een op-en neergaand geloof en ongeloof schuilt geen kracht, en de uitkomst leert dan ook, dat verreweg de meeste belijders des Heeren feitelijk zoogoed als niet, met dezen „Overste der wereld" rekenen, en hem, als we ons zoo mogen uitdrukken, alleen pro memorie uittrekken bij hun Bijbellectuur.

Als ze nu en dan nog het „Onze Vader" bidden, fluisteren ze ook de bede na: „Verlos ons van den Booze; " maar in het vrije gebed, als ze uit zich zelf bidden, leeft de behoefte om hulp tegen „dien Booze" af te smeeken, bijna nimmer in hen op.

Ja zelfs in het publieke kerkgebed is de inlassching van een bede om bescherming tegen den „Overste der wereld, " een hooge zeldzaamheid.

En toch is het niet zoo moeilijk in te zien, in wat zin Jezus Satan met den naam van „Overste der wereld" bestempeld heeft.

Er is onder menschen volstrekt niet alleen een heerschappij door uitwendig geweld, maar wel terdege ook een geestelijke heerschappij; en deze laatste is zelfs veel doordringender en duurzamer.

Denk eens in, wat macht, wat invloed een man als Augustinus, een hervormer als Calvijn, een denker als Kant of een spotter als Voltaire op den geest der wereld en daardoor op de ontwikkeling der gebeurtenissen hebben uitgeoefend.

In het klein neemt ge dat in elk gezin, in elk dorp, in eiken kring, op elke vergadering waar.

Onder broeders of zusters is er altijd één, die den toon aangeeft, en de anderen leidt.

In elk dorp vindt ge een man van wijzen zin of sterke wilskracht, op wiens raad de anderen wachten. In eiken kring is er de een of andere geest, die zijn stempel op de overigen afdrukt.

En in elke vergadering vindt ge enkele mannen, wier advies in den regel den geest der te nemen besluiten bepaalt.

En zoo nu als dit in het klein is, evenzoo gaat het in het groot toe, en zoo zijn er zangers, zoo zijn er denkers, zoo zijn er geestelijke leiders, die den geest van heel een volk, en weer anderen die den geest van heel een tijd bepalen, ver over de grenzen van hun vaderland heen.

Nu doen sommigen dit slechts voor korten tijd, en dan komt er weer een ander, die hun invloed breekt.

Maar, al is het zeldzaam, toch toont de historie ons, dat er zoo ook enkele mannen zijn geweest, die nog eeuwen na hun dood in breeden kring door hun nagedachtenis en hun woord heerschappij voeren.

We wezen reeds op de zeldzame figuren van een Augustinus en Calvijn.

Toch konden zulke mannen nooit „Oversten der - wereld" zijn.

Daartoe is de wereld te verdeeld. China is heel iets anders dan Indië. Indië heel iets anders dan Amerika. En Europa in zijn zuider-en zijn noorderdeel heeft een zeer onderscheiden leven.

Machtige denkers en krachtige persoonlijkheden hebben daarom nooit anders dan in een klein deel der wereld heerschappij kunnen voeren, nooit in de geheele wereld.

Maar toch, al liep het leven in die onderscheiden deelen der wereld ook nog zoo uiteen, al die deelen hoorden toch ook weer j-aaw, want ze vormen saam de ééne groote menschheid.

Ook op die menschheid in haar geheel wordt dus een-zekere invloed geoefend, die de stemming der geesten bepaalt, maar die algemeene invloed komt van buiten, en niét uit de menschen zelven.

Die invloed nu kan, zal het goed zijn, alleen van God uitgaan, omdat God alleen de Bron en het Middelpunt van alle leven is.

Maai God de Heere gebruikt daartoe veelszins de engelenwereld als zijn instrument. En toen nu het hoofd der engelen tegen God rebelleerde, en met een machtig deel der engelenwereld van God afviel, hing natuurlijk alles er aan, of de menschheid den invloed van die boos-geworden engelenwereld zou afwijzen en weerstaan, om God getrouw te blijven, of wel dat ze aan die afgevallen engelenwereld invloed op haar bestaan zou gunnen.

Dat laatste heeft ze, in Adam, die feitelijk heel de menschheid representeerde, gedaan. Daar­

heel de menschheid representeerde, gedaan. Daardoor is toen de invloed van Satan in onze menschenwereld overheerschend geworden. De beste zelfs kon dien alles overwegenden invloed niet weerstaan. En daardoor is het gekomen, dat in heel de historie voor Golgotha (Israël natuurlijk uitgezonderd) alle leidende gedachten, alle toongevende richtingen, alle heerschende geesten bij alle volken en onder alle natiën onder den centralen invloed van Satan zijn gekomen, en dat feitelijk Satan, als Overste der geheele wereld, heel ons menschelijk leven heeft bezield en beheerscht.

Wat Satan tot Jezus sprak, dat „alle koninkrijken der wereld hem waren overgegeven", was in dien zin strikte, volle waarheid.

Alle geestelijk leven der menschheid, en dientengevolge ook het uitwendig lot der volkeren, was in zijn middelpunt niet door eenig mensch beheerscht, maar door dien machtigen geest, buiten de menschheid, die als Satan heerschappij voerde over aller hart.

Zoo verstaat ge dan ook, wat het zeggen wil, dat deze wezenlijke „Overste der wereld" buitengeworpen is.

Stelt ge u het geestelijk leven der gansche menschheid voor als één groot, machtig raderwerk, met duizenden fijne raderen, schroeven en cylinders, dan is er natuurlijk in dat groot raderwerk één punt, waarvan de stuwkracht en de richting uitgaat.

Welnu, in dat middelpunt was Satan ingedrongen, en daardoor beheerschte hij den gang van het geheel.

En hetgeen Jezus nu gedaan heeft is, dat Jezus Satan uit dat middelpunt heeft uitgedrongen, en zelf de plaats heeft ingenomen, die Satan wederrechtelijk bezet had.

Satan is niet buiten de wereld geworpen; daartoe is zijn gebroken invloed nog veel te machtig. Ook is hij niet buiten het menschelijk hart geworpen; anders zou Jezus ons niet geleerd hebben, aldoor om bescherming voor ons hart tegen Satan te bidden.

Zelfs buiten de natiën is Satan nog niet geworpen. In alle niet-Christelijke natiën zet hij nog de oude heerschappij voort.

Maar dit is geschied, dat Satan geworpen is uit het middelpunt van het leven van de menschheid.

De volken, die nog door Satan beheerscht worden, geven den toon niet meer aan, beheerschen de wereld niet meer, en wat nu in de wereld, wat in heel de menschheid als zoodanig heerschappij voert, is die nieuwe „Overste der wereld, " dien wij als den ons van God gegeven Koning in onzen Heiland aanbidden.

Satan hield op Overste der wereld te zijn, en Jezus werd het.

Vertwijfeling aan de toekomst voegt daarom geen Christen-man.

. Zeker, in de onderdeden van het ééne groote raderwerk der geesten heeft Satan nog zijn schennige hand. Vandaar die vreeslijke wringingen van rad tegen rad, en vandaar de angst die in deze ontzettende worsteling der geesten ons kan aangrijpen, vooral zoo we zien, hoe het ongeloof veld wint, de afval hand over hand toeneemt, en de belijders zwak en verdeeld staan.

Maar nooit kan dit het feit te niet doen, dat Jezus de hoofdschroef van heel het raderwerk thans in zijn hand houdt, en nooit meer kan loslaten.

Satan wordt nooit meer Overste der wereld.

Jezus is het en blijft het eeuwiglijk. En zelfs al is ons geprofeteerd, dat Satan nog voor een tijd zal worden losgelaten, dan beduidt dat nooit, dat hij weer de leidende, de heerschende geest wordt. Ook al wordt hij losgelaten, dan blijft toch Jezus zijn meester, en hij aan Jezus onderworpen.

Hing dat zijn van Overste der wereld voor Jezus aan ons geloof, dan natuurlijk zou de toekomst vreeslijk zijn.

Maar dit is niet zoo.

Ons geloof hangt aan Jezus, maar Jezus nooit aan ons geloof.

Zijn stellige, vaste heerschappij over de wereld rust in zich zelf, in zijn triomf over Satan, en in Gods onverwrikbare raadsbesluit.

En daarom laat ons nooit versagen of beangst zijn. Dat breekt onze veerkracht en ontzenuwt ons geloofsleven.

Het is zoo, de golven van wereldzin en ongeloof gaan weer hoog. De tegenstroom is sterk. Het is of er in de verte een orkaan opisteekt tegen onze heilige erfenis.

Maar tot wat heldhaftige worsteling dit ons ook oproept, nooit één oogenblik kan de uitkomst onzeker zijn.

Hem, die nu Overste der wereld is, op zijn beurt uitwerpen, kan Satan nooit.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 13 november 1898

De Heraut | 4 Pagina's

,,De overste dezer wereld buitengeworpen.”

Bekijk de hele uitgave van zondag 13 november 1898

De Heraut | 4 Pagina's