GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ds. Klaarhamer gaf in de Uir. Kerkbode reeds zijn tweede artikel in zake het Voorstel-Bavinck, waarvan we het grootste stuk hier overnemen.

Men ziet thans vrij algemeen in en voelt het hoe langer hoe benauwender, dat de Gereformeerde Belijders boven bedoeld geen to«i? inrichtingen voor hooger onderwijs plus een drietal gymnasia kunnen onderhouden.

Als alle Gereformeerden in Nederland de Vrije-Universiteit en de gymnasia steunden, dan zou het wel gaan.

Maar dit geschiedt nu niet.

De Gereformeerden, die buiten de Gereformeerde kerken in een ander kerkelijk instituut leven, meenen voor 't grootste deel, dat de Vrije Universiteit eene kerkelijke universiteit is en dat de vrije-gereformeerde gymnasia toch ook eigenlijk maar dienstbaar zijn aan de Gereform. kerken.

Een treurig misverstand, een zeer te bejammeren en geheel verkeerde beschouwing der zaken; — maar 't is eenmaal zoo. Deze broeders zijn vooreerst niet er toe te brengen, de zaken te bezien, zoo als zij in werkelijkheid en luaarlieid bestaan^ en zij blijven dus handelen naar hutt kijk op de dingen, en onthouden dus hun medewerking en steun.

En nu wordt zoodoende de last voor de overige Gereformeerden te zwaar.

Als èn de Theologische Faculteit èn de kerkelijke opleidingsschool hebben het minste aantal professoren, waarmede zij het kutmen doen, dan moeten er elf Hoogleeraren zijn en die kosten dan saam, — ten minste zoolang de professoren te Kampen het met het te geringe honorarium van /• 3000.— maar moeten zien te stellen, — /'45, 000.— jaarlijks.

Die kapitale som wordt dan uitgegeven voor een goede honderd studenten, die wat hun aantal& 3.r\-( gaat, zeer gemakkelijk en zonder eenig bezwaar aan ééne inrichting onder één stel professoren konden studeercn.

Hierbij komt nog', dat wij geen elftal mannen hebben, die wetenschappelijk hoog genoeg staan, om hetzij in de Faculteit hetzij in de School te doceeren.

Wij hebben dus geen geld genoeg, wij hebbea geen mannen genoeg, en wij hebben geen studenten genoeg.

En indien eens overhoopt de beide inrichtingen een flink getal studenten in haar gehoorzalen zagen, wat zouden we dan met al die candidaten in de Theologie moeten beginnen!

En tock hebben we twee inrichtingen voor Hooger Onderwijs plus drie voorbereidende scholen of gymnasia.

Dit kan eenvoudig niet zóó blijven. Er moet verandering komen.

En er komt nog wat bij, wat de zaak nog bedenkelijker maakt.

Die tweeërlei inrichting is een zeer krachtig middel, om de qedeeldheid in het kerkelijke leven te bestendigen en de wezenlijke ineensmelting der in 1892 vereenigde kerkformaties tegen te houden., óók daar waar deze formeel tot stand kwamen.

De gereformeerden, die behoorden tot het kerkelijk instituut, dat uit de reformatorische actie van 1834 ontstond, gevoelen het meest voor de Theologische opleidingsschool te Kampen. Dit is knn school, die hebben zij lief uit allerlei oorzaak, daarvoor bidden zij 't makkelijkst, daarvoor ijveren zij 't liefst, en waar zij door de meerderheid in het getal dit doen kunnen, beroepen zij liefst een candidaat van die school.

En dit is uitnemend goed te begrijpen. Men kan hierover die broedei's en zusters niet te hard vallen.

Maar zoodoende belichaamt zich langs zoo meer in deze school de voortzetting hunner kerkelijke traditie en van hun vroeger kerkelijk leven.

En hiervan gaat de school zelve de gevolgen ondervinden. Tot haar curatoren worden bij voorkeur en in meerderheid benoemd mannen, die vroeger behoorden tot het instituut T»n 1834, en bij benoemingen van hoogleeraren, wordt ook op deze qualiteit allereerst gelet; enz.

Zoo blijft '34 — wat men tegenwoordig »A" noemt — voortleven, juist in die momenteele en eventueele eigenaardigheden, waarin het ? «> /moest voortleven.

En vooral tengevolge der reactie, die dit werkt, is het nu even begrijpelijk aan de andere zijde ook zoo gegaan.

De Vrije-Universiteit heeft met de zoogenaamde •^doleantie" niets te maken.

Zij is uit de kerkelijke reformatie, die geheel ten onrechte met het woord doleantie wordt aangeduid, niet voortgekomen. Zij bestond al lang, vóór er van de reformatorische actie van '86 sprake was. Zij is medegesticht door mannen, die niets van die actie moesten hebben. Zij had ook een heel ander, hooger en veel ^ifder reikend doel, dan de kerken aan Dienaren des Woords te helpen (dit was óók wel haar bedoelen, maar in de tweede plaats, ondergeschikt aan haar eigen., universitaire doel), en zij heeft van die kerkelijke actie in elk opzicht meer schade dan voordeel gehad.

Maar tengevolge dier kerkelijke actie zijn die kerken welke hierdoor sinds 1886 vrij kwamen van het genootschap van 1816, bijzonder tot deze Universiteit getrokken. Zij besloten alleen met deze Universiteit voor wat haar Theologische Faculteit aangaat •verband te zoeken, en kerkelijk haar te steunen met geld en haar te eereiz in haar professoren.

En nu is tengevolge van het opgeworpen en aanvaarde «beding ' dat de kerken haar »eigen inrichting" moeten hebben, bij deze laatstgenoemde kerken de liefde tot en de betrekking op die Universiteit 'nog eene veel inniger geworden.

Men zag gevaar, en zette zich schrap, om dit kostelijk pand van echt gereformeerde oorsprong en herkomst te handhaven, — èn... zoo ongemerkt werd nu die Universiteit het middenpunt voor hen, die leven uit de actie van '86 — wat men tegenwoordig »B' noemt, — en stijft zij dat eigenaardig momenteele en eventueele in dit kerkelijk leven, dat nu juist niet voortleven moest.

En zóó kan het niet anders of die tweeerlei inrichting houdt de »A" en »B" staande, blijft de broeders in »A"-mannen en »B"-mannen verdeelen en doet voortleven al wat hier nog meer achter zit.

Zullen ooit de Gereformeerde kerken tot bloei en op krachten komen en die invloed op het leven der natie en der volken verkrijgen, die haar toekomt en die voor dit nationale leven zóó zeer noodig en gewenscht is, — dan magdit eenvoudig niet zóó blijven, dan moet dit anders worden.

Dit alles heeft Prof Bavinck ook duidelijk ingezien en dit alles spreekt hij ook uit in zijn brochure, waarin het bovenbedoelde voorstel staat afgedrukt.

De vraag is nu maar, hoe wordt dit anders èn beter, /foe komen we uit deze moeielijkheid.

Men kan een knoop doorhakken en men kan hem losmaken.

Tot nog toe was men er op uit, om den knoop, dien men in 1892 heeft gelegd, los te maken.

Om eene oplossing te zoeken en voor te stellen, die eenerzijds aan de kerken en anderzijds aan de Vereen, voor Hooger Onderwijs kon voldoen; waardoor dus noch tegen de gereformeerde beginselen, noch tegen het belang van de gereformeerde kerken werd gehandeld.

Men wilde ook die beiderlei inrichting vereenigen. De studie en de examens gelijk maken.

Een mooi bedoelen. Als 't maar te verwerkelijken was. Doch naar onze meening is het dit niet.

Het te willen is de quadratuur van den cirkel zoeken.

Het is hier niet slechts tweeerlei maar ook tweeërlei opleiding. inrichting, opleding.

Eene Universiteit is nu eenmaal geen opleidingsschool.

En eene opleidingsschool is nu eenmaal niet eene Universiteit.

Men kan niet dezelfde inrichting tegelijk Universiteit èn opleidingsschool maken, want dan verdisiijnt óf de Universiteit en wordt opleidings school, óf de opleidingsschool verdwijnt.

De vloot én het landleger kunnen viA practisch sadmwerkc7i tot één gemeenschappelijk doel en daarop hun eigen én eigenaardige actie richten en daartoe overleg plegen, - -maar vloot blijft vloot en landleger blijft landleger.

En zoo staat het ook tusschen Universiteit en opleidingsschool.

Eene Universiteit heeft haar eigen aard en leven en doel.

Eene opleidingsschool heeft haar eigen aard en leven en doel.

En die eigen aard en dit leven en dit doel is 7iiet eender.

Dit belet nu wel niet, dat zij sa4m kunnen werken tot het practische resultaat, om aan de Gereformeerde Kerken goede Dienaren te verschaffen, (net als vloot en landleger practisch hetzelfde kunnen bedoelen), maar hierbij blijft Universiteit Universiteit en opleidingsschool blijft opleidingsschool.

En - wij willen dit nu reeds uitspreken - hierom is o. i. het voorstel van prof. Bavinck onaannemelijk, omdat het eenvoudig de knoop doorhakt en de Theologische Faculteit opheft en daarmede de wiiversitaire studie der Theologie prijsgeeft, - om alleen de Theologische opleidingsschool met de hierbij passende school%l\xdi\s. te behouden.

Zoo blijkt al meer de juistheid van ons eerste oordeel, dat het Vporstel-.^. gelijk het daar ligt. ons niet tot de gevvenschte eenheid brengen zou, wijl het afstuit op bezwaren, van beginsel, waarover niemand minder dan Prof. Bavinck willen zou, dat ter wille van eenig opportunistisch belang werd heengestapt.

Zijn Voorstel is dan ook alleen daaruit te verklaren, dat hij in casu metterdaad gewaand heeft, de klip der beginselen ontzeild te zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 april 1899

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 april 1899

De Heraut | 4 Pagina's