GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE VERKEERDE WEG.

VIII.

Drie jaren ongeveer waren verloopen, sinds Geertje bij den koster in huis trad. Ze was er vriendelijk behandeld, en had op haar beurt getracht hun genoegen te doen, die voor haar zorgden. Als behulpsel of helpster had zij op de school goede diensten bewezen hoe jong zij ook was. Nu, wanneer men met liefde dient en niet louter om loon gaat het ook goed. Indien allen die dienen — en welbeschouwd dient ongeveer iedereen — dit betrachtten, zou het er in de wereld anders en beter uitzien.

Moeder had het bij den arbeid om orde in den Bajert te houden, hoe zwaar dit op 't gehoor af ook is, toch niet al te moeilijk. Dat ze door een groot heer was aanbevolen maakte dat men met aanmerkingen op haar wat voorzichtig was, en zij zelf zorgde, wel die zoo min mogelijk te verdienen. Soms mocht Geertje geheele middagen bij moeder doorbrengen. Dat was Zaterdags, vi'anneer de school na twaalven toch onbewoond was. Dat waren — hoe goed zij 't bij den koster ook had — toch recht gelukkige dagen. En nog meer de Zondagen. \Vant dan was moeder om de andere week een geheelen dag en anders een halven vrij en bracht zij de uren tusschen en na kerktijd bij den koster door.

Van haar vader had Geertje in al dien tijd weinig vernomen. Met behulp van den heer, die haar aan een postje had geholpen, was het moeder gelukt haar man een brief te doen toekomen, waarin zij hem vertelde hoe 't met haar stond, en dat het dus met den besten wil onmogelijk was hem geld te zenden. In het antwoord dat eerst na eenige maanden kwam, stond dat de man dit zeer goed begreep, en zou zien dat hij er zich door redde. Maar, /co zeide hij verder, het was ook hem onmo; .; ; j; i^eldte sturen. Hij had zich daarin misrekend. ° Daar hij telkens van garnizoen moest verwisselen, had hij allerlei uitgaven waarop hij niet had gezonnen en leed soms zelf gebrek. Hij had al genoeg van het soldatenleven, en zou blij zijn wanneer zijn diensttijd om was. .Overigens ver haalde vader in zijn brieven veel van den oorlog en van den Prins van Oranje (Jan Willem P'riso) en de Franschen, die hen telkens bestookten.

Heel duidelijk waren die brieven echter niet, vooral niet voor moeder en dochter. De koster las ze echter trouw voor, en legde, zooveel hij kon, den inhoud uit, iets wat bij de spelling van die brieven niet zeer gemakkelijk was.

Verder waren er in die twee jaar weinig brieven gewisseld, ook al omdat nóch vader nóch moeder vlug in 't schrijven waren, en daarbij wijl het scheen dat de brieven niet altijd terecht kwamen, en men dus lang vergeefs antwoord wachtte.

Te verwonderen was dit in oorlogstijd nu juist niet. Doch toen er nu telkens berichten kwamen van; gevechten en [veldslagen, die in Brabant werden geleverd en er in verscheiden maanden geen brief was gekomen, toen begon men zich af te vragen of , er ook iets aan schorten kon.

Dit was echter niet zoo gemakkelijk te weten te komen, althans welke pogingen men ook deed, het gelukte niet. En zoo wist niemand of de man leefde of dood was, en schreef men ook maar niet meer, daar er toch geen antwoord kwam.

Ofschoon nu Geertje zoomin als moeder veel met anderen over vader spraken, wijl hij bij die hem kenden lang niet geacht was, vonden zij het toch heel naar, dat zij nu niets meer van hem hoorden. Hij had zich altijd goed voor hen getoond, doch de sterke drank was hem, gelijk zoo velen te sterk geweest, en zoo had hij zijn huisgezin gelijk zich-zelf in de ellende gebracht. Doch daaraan dachten de huisgenooten nu niet meer. Zij vroegen zich af: Waar is hij ? Wie weet, indien hij niet reeds dood is, in wat ellende hij verkeert. En zoo was 't dan ook geen wonder, dat Geertje met een bedroefd hart en een betrokken gezichtje op zekeren schemeravond liep boodschappen te doen, toen zij een bekende ontmoette, 't Was een meisje wat ouder dan zij zelf, een goede kennis uit de straat waar zij vroeger had gewoond.

„Je hebt het zeker ook al niet naar je zin op die school."

Spoedig waren die twee in druk gesprek, waarin men elkaar vertelde hoe het ging, en zoo ongeveer over alle bekenden en allerlei uit de buurt werd geredeneerd. Ten laatste zei 't buurmeisje:

„Hoe dat ? "

„Wel, je ziet er alles behalve vroolijk uit."

„O, " zei Geertje, „ik heb het hier best. Maar zie je, we zouden zoo graag weten waar vader was. We hooren niets meer van hem."

„Ja, dat is naar. Maar waarom ga je niet naar de waarzegster? "

„Weet die het dan ? " vroeg Geertje, die wel eens van zulk een vrouw had gehoord, maar 't rechte niet wist.

„Zeker, ik ben er ook geweest, en ze heeft me heel wat verteld, wat me gebeuren zal, " sprak de ander.

„En wat dan? " vroeg Geertje nieuwsgierig. „Och, dat zeg ik liever niet", antwoordde het buurmeisje. „Je hoort er zelden veel goeds. Ik zal trouwen met iemand die van buiten komt, en veel verdriet hebben in mijn leven. Maar je vertelt het toch aan geen mensch ? "

„Zeker niet. En zou ze ook wat weten van mijn vader? "

„Ik denk het wel. Ze weet alles uit de kaarten. Maar het kost geld, zes stuivers."

Dat was in dien tijd zooveel als nu drie maal zes misschien. En Geertje rekende dan ook in stilte reeds uit, dat zij nooit zooveel zou kunnen bijeenbrengen. Doch zij zweeg daarvan en zei alleen:

„'k Zou ook wel graag eens willen weten waar mijn vader is en hoe 'them gaat. Waar woont die kaartlegster ? "

Zij kreeg het adres, en toen Geertje afscheid had genomen, was heel haar hart met de gedachte aan de kaartlegster vervuld. Gelukkig hield zij haar overdenkingen niet voor zich, maar deelde die aan den avonddisch mede aan haar vrienden.

„Je zijt ei toch niet naar toe geweest? " vroeg de juffrouw bezorgd.

„Neen, " antwoordde Geertje eenvoudig, „want het kost zes stuivers, en ik heb geen duit." „Gelukkig", zei de koster, „want je zoudt daar groot gevaar hebben geloopen, mijn lieve kind, voor dit leven en voor het toekomende." „Maar ik zou toch heel graag weten hoe 't met vader is, " zei Geertje.

„Natuurlijk, kind. Maar zie je, de Heere God houdt soms dingen voor ons verborgen, en heeft daarvoor Zijn wijze redenen. Nu kunnen de menschen wel door de kracht van den booze, en zoo God het toelaat, dingen zeggen en doen, die boven de macht van een mensch zijn, gelijk de Schrift ons leert, maar dat is groote zonde. God heeft dat aan Israël nadrukkelijk verboden, en wil niet dat we doordringen in wat Hij verbergt. Ook zijn daarbij die kaartleggers en duivelskunstenaars niet zelden bedriegers, die den menschen maar wat wijs maken. Daarom houd u ver van hen. Ge kondt anders heel ongelukkig worden ten gevolge van de zojidê die.gij.bedrijft".

CORRESPONDENTIE. s d

Daar er verschillende vragen liggen, waarvan de bestemming niet is opgegeven, verzoeken we nog eens vriendelijk die te melden. We hopen dan te antwoorden.

HOOGENBIRK. s

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 november 1899

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 november 1899

De Heraut | 4 Pagina's