GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De hoogleeraar Valeton, van Utrecht, heeft in een toespraak: „De strijd tusschen Achab en Elia", opnieuw een lans gebroken voor de modern-ethische Schriftbeschouwtng.

Dr. Hoedemaker heeft in de Gereformeerde Kerk hierover een ernstig woord» gezegd, en nu merkt de Geref. Kerk dienaangaande dit op:

Naar wij vernamen, hebben meerderen zich gestooten aan de wijze, waarop onlangs Dr. Hoede maker zich in een ingezonden stuk in ons blad had uitgelaten over een rede door Prof Valeton voor een onderwijzers-vergadering gehouden over »de strijd tusschen Achab en Elia". Wij twijfelen niet, of de aanklacht, tegen den Utrechtschen Hoogleer aar ingebracht, een voortzetting trouwens van vroeger, zal eerlang in »Troffel en Zwaard" nader worden toegelicht, waarbij dan blijken kan of te veel werd gezegd.

Intusschen is er reeds een getuigenis van in dit opzicht onverdachte zijde gekomen, dat het oordeel van Dr. Hoedemaker in deze kwestie rechtvaardigt.

Het Evangelisch Zondagsblad schrijft toch in zijn laatst numm«r onder het opschrift: »Een merkwaardig boekje", het volgende:

Een merkwaardig boekje moet zeker worden genoemd: uDe strijd tusschen Achab en Elia" door Prof. Valeton Jr. Het is een voordracht, die gehouden is in de paedagogische vereeniging van Christelijke onderwijzers te Utrecht.

Merkwaardig is dit boekje om de eigenaardige beschouwingen, die over het eigenlijke onderwerp gegeven worden. Bij sommige gedachten daarover zetten wij nog een vraagteeken.

Maar vooral merkwaardig is dit geschrift, omdat Valeton hier zoo sterk mogelijk uitspreekt, dat de Bijbel, ook in zijn historische boeken, niet juist historie, maar profetie geeft. Dienovereenkomstig wordt dan ook het beschouwde tafereel op typische wijze toegepast.

Van dit gebruik wordt rekenschap gegeven in hetgeen aan het eigenlijke onderwerp voorafgaat over. het gebruik van de Bijbel.

Valeton zegt daar o. a : de Bijbel heeft geen gezag van natuurkunde, geologie, astronomie, aardrijkskunde. Ook is de Bijbel niet maar een boek van teksten, die allen, omdat zij in den Bijbel staan, evenveel waarde hebben, en die men eenvoudig kan citeeren als het einde van alle tegenspraak. Ook is de Bijbel niet, al bevat hij tde leer der zaligheid, " een leerboek van dogmatiek Valeton verklaart, dat men terecht in den Bijbel is begonnen te zien «de geschiedenis der openbaring." Hij verheugt zich er over, dat een geschiedenis der openbaring, ontwikkeling dus in de openbaring, wordt aangenomen, en dat de Bijbel, niet als die openbaring, niet als Gods Woord dus, maar als de Oorkonde daarvan wordt beschouwd. En 't is zeker opmerkelijk, dat deze orthodoxe hoogleeraar o. a daarbij zegt: »Nu weet ik ook hier wel weer, dat ik eene andere voorstelling heb van den gang der openbaring dan de traditioneele en dus orthodox geachte!" Om nog iets aan te halen, merk ik op, dat Valeton van de bronnen, die de schrijvers der historische bijbelboeken gebruikten, o a verklaart: Er zijn er onder, die men het historisch karakter, om zoo te spreken, aan het voorhoofd ziet dragen er zijn er ook onder, van wie wij ons moeilijk onthouden kunnen ze voor eenigszins legendarisch te houden enz." —

Zijn deze dingen niet merkwaardig?

Kan iemand, als zoo door hem wordt gespro ken, nog tot de orthodoxen worden gerekend ? Ons verwondert het niet, dat Dr Hoedemaker en de N. Sprokkelaar dit reeds als zeer bedenkelijk hebben gekwalificeerd.

Als wij, Evangelischen, in dezen geest spreken, dan ontzegt de orthodoxe gemeente ons daarom haar vertrouwen, Aan Valeton, die orthodox heet, zal menig orthodox predikant zijn kansel wel afstaan, aan ons doet hij dit niet Wat leven wij toch — om er niets meer van te zeggen — in een verwarden toestand!

Intusschen is het verblijdend, dat mannen als Valeton de genoemde dingen durven zeggen. Daardoor moet in elk geval een betere tijd worden voorbereid.

Wij laten de conclusie in de laatste alinea natuuriijk voor rekening van de redactie van het Evangelisch Zondagsblad, ook wat die blijdschap betreft over den moed van Prof Valeton Zij wordt ten minste bij ons nog opgewogen door de droefheid over het feit voor het zeggen zelf Maar overigens kan er moeilijk veel tegen de opmerkingen in verband met de heterodoxe Schriftbeschouwing van orthodox-genoemde mannen worden ingebracht.

Het wordt hoe langer hoe duidelijker, dat de oude benaming van ^orthodox"; niet meer dienen kan; tenzij de waarheid daarbij betracht wordt en men zich niet meer met haar siert, waar met de orthodoxe beschouwing gebroken is Men moest zich dan ook liever niet aan een duidelijke aan wijzing daarvan voor het publiek stooten, maar de consequentie willen aanvaarden. Doch het is nog als in vroeger dagen, dat juist degenen, die in de school der geleerden reeds lang met de orthodoxie, d.w z. met de belijdenis der kerk, gebroken hebben, tegenover het groote publiek met angstvalligheid op behoud van den naam «orthodoxen" gesteld zijn. Of daarmee echter de waarheid zeer gediend wordt, waarom het gewoonlijk heet, dat men het als historie in den Bijbel meegedeelde niet als geschiedenis kan aanvaarden is een vraag, waarop tot heden nog nimmer een bevredigend antwoord gegeven werd.

Dit is klaar als de dag. Wat alleen verbaast, is, dat men in deze kringen nu pas in gaat zien, dat de heeren Valeton c. s., wel verre van orthodox te zijn, zelfs op veel gevaarlijker wijs dan de modernen, de orthodoxie ondermijnen.

De Heraut nam daarom reeds in 1878 positie tegen deze richting.

Waarom dan zoo achteraan gekomen? En ook, waarom ter waarschuwing van de misleide schare niet een beslister toon?

In de Baztiitt leest men:

Het Zettensch gymnasium verkeert in eene ernstige crisis.

Tegen het einde van den vorigen cursus scheen de toestand zoo hopeloos, dat heeren Curatoren mmmmmm meenden er maar een einde aan te moeten maken

Maar de Rector, Dr. Kramer, kwam op de algemeene vergadering met een ander voorstel, daarin bestaande, dat de Vereeniging hem voorloopig voor een jaar de gebouwen in huur zou afstaan en dat hij het gymnasium, dat voor het onderwijs onder toezicht der Curatoren bleef staan, financieel geheel voor eigen rekening ging drijven.

Dit voorstel vond bijval, en zoo w.rd wederom althans één jaar aan het leven van Zettens gymnasium toegevoegd.

De diad van Dr. Kramer getuigt van stouten moed en krachtig willen. Zij verdient op zichzelve reeds waardeering en steun.

Maar Zettens gymnasium heeft de oudste brieven : het was het eerste Christelijk gymnasium, dat hier te lande opgericht werd; het heeft in al de jaren van zijn bestaan rijke vruchten gedragen en is voor velen ten zegen geweest.

Het heeft bovendien vóór, dat het gelegen is in eene gezonde streek, dat de leerlingen niet op kamers wonen maar in huis zijn opgenomen en voortdurend onder toezicht staan, en dat de gebouwen, die ervoor gesticht zijn, zich in goeden staat bevinden en bij verkoop zeer weinig zouden opbrengen

Geen wonder, dat de Vereeniging ertegen opzag, om het gymnasium op te heffen en gretig het voorstel van Dr. Kramer aangreep, om het ten minste nog één jaar op de door hem aangegeven wijze te beproeven

Van harte hopen wij, dat deze proef slagen mag Indien er geld is, indien er leeraren zijn, indien het aan leerlingen niet ontbreekt, dan natuurlijk hoe meer Christelijke gymnasia hoe liever en hoe beter!

Moge het aanstaande jaar een bewijs leveren, dat Zettens gymnasium in eene wezenlijke behoefte voorziet.

Gelijke positie is ten opzichte van het Zeitensche Gymnasium steeds door ons ingenomen.

Zijn oorsprong bracht vanzelf meê, dat er in menig opzicht voor klacht wel oorzaak was.

Maar dat mocht nooit verleiden, om het ten doode op te schrijven. Ds. Van Lingen heeft in dat Gymnasium een geloofsenergie belichaamd, die duurzaam eerbied blijft afdwingen, en het zou ons oorzaak van droefenis geweest zijn, zoo Amsterdam, of Kampen, of Utrecht, Zetten hadde doodgedrongen.

Afgezien dus van den gekozen uitweg, waarvan we de profijtelijkheid niet beoordeelen kunnen, verheugen ook wij ons dat de slag die dreigde, is afgewend, en hopen we van harte, dat Van Lingen's oude stichting ook deze crisis te boven zal komen.

Voor meer dan één jeugdig karakter is een zesjarig verblijf ten platten lande, onder generale tucht, goud waard.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 september 1900

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 september 1900

De Heraut | 4 Pagina's