GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buiteuland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buiteuland.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Duitschland. Christus en Socrates. Voor een veertigtal jaren verscheen er in de Dageraad, het orgaan der vrijdenkers in Nederland, een artikel getiteld Socrates en Christus, om te betoogen dat deze beiden op één lijn te plaatsen zijn.

Verleden jaar hield de Berlijnsche hoogleeraar Harnack een rectorale oratie, die eerst in de Christliche Welt werd afgedrukt, om daarna als een afzonderlijke brochure te verschijnen, waarin hetzelfde onderwerp behandeld wordt. Nadat Harnack zijn Wesen des Christenthums in de wereld zond, is in het Christelijk Duitschland groote ontroering ontstaa.n; niet minder opzien baart in Christelijke kringen zijn rede over „Socrates en Christus". Immers de Berlijnsche hoogleeraar, die naar wij meenen nog steeds in het bestuur van een orthodoxe zendingsvereeniging zitting heeft, sprak daarin uit: Socrates en Christus, deze beide mannen geven de hoogste herinneringen te kennen, welke de menschheid bezit". Men ziet hieruit dat Harnack den heidenschen wijsgeer Socrates zonder blikken of blozen op één lijn stelt met den Middelaar Gods en der menschen.

En toch gold Harnack tot voor weinige jaren bij allen voor. een gematigd orthodox man!

Zwitserland. Toestand der tantsche kerken.

Tot onze blijdschap vernamen wij, dat in Geneve het optreden van den heer F. Brunetière met zijn conférence over Calvijn althans dit had uitgewerkt, dat er eenige belangstelling in den persoon van den grooten hervormer gewekt is. Het is opmerkelijk, dat hetgeen het uitnemend werk van den Protestantschen hoogleeraar Doumergue niet heeft kunnen te weeg brengen, gewerkt is door een voordracht van den Roomschen hoofdredacteur van de Hevue des deux Mondes.

Het geeft veel te denken, dat juist in het land en op de plaats waar het licht van Gods Woord door Calvijn's arbeid het meest heeft geschenen, dat aldaar het werk van den reformator het meest vergeten is, Van uit Geneve ging de kracht uit, waardooor in de i6e eeuw Engeland, Schotland, Frankrijk, Nederland en ten deele ook Duitschland bezield werd. Na Calvijn's dood werd zijn arbeid door Beza en andere uitnemende mannen voortgezet.

Genéve was het toevluchtsoord voor de vervolgde Gereformeerden, en tevens de kweekplaats van vele voortreffelijke voorgangers.

Doch het is Geneve bijne gegaan als de kerken in Klein-Azië, die eerst hebben gebloeid en daarna tot versterving kwamen. Wanneer en tegenwoordig in Geneve komt en men zoekt naar vruchten van Calvijn's arbeid, dan zijn die er niet vele aan te wijzen. Het is aar, uitwendige ingetogenheid van leven vindt en er nog bij de hoogere standen in eere, aar op kerkelijk gebied heerscht het ongeloof, erwijl de kerk eene volkskerk geworden is. el zijn er naast de zoogenaamd nationale erken in Zwitserland vrije kerken ontstaan, och niet. ééne van deze leeft uit de beginselen ie door Calvijn zijn voorgestaan; maar zij ebben Alexandre Vinet tot hun geestelijken ader. Het denkbeeld van de Vrije Kerk, amelijk dat de kerk onafhankelijk behoort te ijn van de Staatsmacht, kwam wel bij haar ot ontwikkeling, maar het groote denkbeeld an Calvijn: de erkentenis van de Souvereiniteit ods in de zaliging van den zondaar en bij de egeering der kerk en op elk terrein van het even, is helaas niet bezielend element geworen van de Zwitsersche Vrije Kerken.

In het laatste nummer van The Quarterly egister lezen wij, dat de Raad te Bern, elukkig tegen den wil van den kerkeraad ldaar, aan een professor der stad een der erken afstond, om daar een Brahmaanschen ienst te houden en tevens om de schildererken van den meester Boeklin daarin ten oon te stellen. De raad der stad motiveerde ijn afstaan der kerk voor genoemd doeleinde

door te zeggen, dat hij „het onzelfzuchtig doel gehad had, om het volk te veredelen en op ie heffen."

In Parijs worden ook allerlei heidensche eerediensten georganiseerd, tot die van Isis en Osiris toe, doch dat is eene particuliere zaak van enkele menschen die er een behagen in schijnen te scheppen, om de heidensche afgoden in Frankrijk's hoofdstad te dienen, gelijk dit in Indië, Egypte enz. geschiedt of geschiedde. Maar in Bern wordt op het vereeren van Brahma een officieel stempel gezet.

In de Staatskerken van Zwitserland heerscht onbeperkte leervrijheid. terwijl ieder die burger van den staat is, ook stemrecht in de kerk bezit. In het kan ton Grauwbunderland beloven de predikanten om „het Woord Gods te prediken volgens de beginselen der Gereformeerd Evangelische kerk, volgens hun eigen licht en geweten"; in het kanton Thurgau moeten zij den Godsdienst van Jezus prediken, in den geest des Evangelies volgens hunne overtuiging." Opzettelijk zijn die formules aldus gemaakt, opdat de predikanten zouden kunnen verkondigen wat hun goed dunkt. Het is geen wonder, dat de schrijver in The Quarterly Register ten slotte uitroept:

„Indien 'Calvijn, Farel en Viret in sommige steden, waar zij eens predikten, zouden terugkeeren, zouden zij in wanhoop uitroepen — „Was het voor deze leer dat wij den toorn van Rome getrotseerd hebben en onze levens niet lief gehad hebben tot den dood toe, waar wij door de wilde streken van Zwitserland omtrokken ? Was het om deze dingen mogelijk te maken, dat mannen en vrouwen hunne levens feil gaven op het slagveld of op den brandstapel? Zeker neen, maar voor iets dat oneindig beter was, voor het heerlijk Evangelie van den machtigen God, dal alleen de harten van menschen kan reinigen, dat alleen hunne gewetens kan vrijmaken en hun de hope kan geven des eeuwigen levens. En toch wat hooren wij ? In deze predikstoelen, waar wij plachten op te treden, vinden wij dat de Meester, dien wij dienden, verworpen wordt; de Zaligmaker, dien wij predikten, bespot wordt; en de zaligheid, op wier aanneming wij aandrongen, belachelijk gemaakt wordt.”

Laat ons hopen, dat er ook in Zwitserland nog een „overblijfsel" gevonden wordt, dat nog eenmaal tot openbaring komt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 maart 1902

De Heraut | 4 Pagina's

Buiteuland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 maart 1902

De Heraut | 4 Pagina's