GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

TWEE RAADGEVERS.

XV.

In het ouderlijk huis werd natuurlijk veel over al deze dingen gesproken, en vader liet niet na, zijn zoon te wijzen op de uitredding die God gegeven had, maar ook op de kracht des geloofs, dat ons staande houdt te midden van vele beproevingen, en in tijden van nood en druk. Bernard zei daar meestal niet veel op, doch te meer dacht hij na. Hij had, gelijk onlangs te Warmond, ook nu weer tehuis gezien, hoe zij die God vreezen, zich op Hem volkomenlijk verlaten, en hij voelde, dat hij dit miste.

Toen Bernard weer naar Leiden vertrok, om er zijn studiën te voltooien was hij niet meer dezelfde als toen hij de stad verliet. Hij begon meer en meer zich af te vragen of de wijsheid van Descartes wel de rechte was, of het waar is, dat we eigenlijk van niets zekerheid hebben dan van ons zelf. Doch het wilde hem nog niet duidelijk worden.

Op zekeren Zondagmorgen kwam de gedachte bij hem op, eens weder ter kerk te gaan, wat hij in lang niet gedaan had. Er predikte dien morgen een leeraar uit een andere stad, doch Bernard wist dit niet en 't was hem ook vrij onverschillig. De kerk was zeer vol en onze student begreep dit, toen hij een poosje naar den leeraar had geluisterd. Want deze sprak bijzonder krachtig en zoo, dat men als 't ware wel gedwongen werd te luisteren. Het best van alles echter was, dat hij zeer duidelijk den weg der zaligheid voorstelde en daarbij hen, die nog hinkten op twee gedachten, ernstig vermaande, heden nog te kiezen wien ze dienen zouden, zich te haasten om huns levens wil, te vlieden den toekomenden toorn.

Nu had Bernard reeds veel gehoord, ook in de kerk, en kende hij den Bijbel zeker beter dan menig ouderling. Toch was er in deze predikatie iets dal hem trof, zoo zelfs, dat hij na den dienst trachtte te weten te komen waar de predikant tijdelijk zijn verblijf hield. Toen hij dit wist stapte hij er heen, en vroeg den leeraar te spreken. Dit gelukte, al had de dominee slechts enkele oogenblikken te missen, wijl hij dien avond nog elders moest spreken, 't Gesprek, hoe kort, was echter hoogst ernstig en van groote beteekenis. Bernard zei ronduit, wat hem in de preek had getroffen, en ook hoe hij alle zekerheid miste en hoe dat kwam.

De dominee antwoordde daarop in woorden die hierop neerkwamen: Alle valsche godsdiensten en alle menschelijke wijsheid is gebouwd op zoogenaamde leerstellingen. Allerlei dingen worden vastgesteld, en door denken en nadenken, moet men de waarheid en weer nieuwe waarheid vinden. Maar met ons ongetwijfeld en allerheiligst Christelijk geloof is het anders. Dat steunt op feiten. Onze Verlosser is het Kind geboren te Bethlehem, de Man van Smarten, gekruisigd op Golgotha. Dit is alles geschiedenis. Hij is opgestaan uit de dooden. Is dit niet zoo, dan, zegt Paulus, kunnen we wel ophouden te gelooven. Hij zegt niet allereerst: neem de leeringen van Jezus aan, maar geloot in Hem. De Heere Christus zegt niet: Ik zal u een stelsel van wijsheid ontwikkelen, u zeggen hoe gij de waarheid kunt uitvinden. Neen, hij zegt Ik ben de waarheid. Zoo hebben we dus een vasten grond, een levenden Heiland, terwijl bij dewijsgeeren alles staat of valt met hun eigen beschouwing en inzicht.

Ik hoop, vrienden, dat ge wat ik hier vertel, recht begrijpt. Anders, denkt er eens over na. Want het is goed, dat we dit recht inzien. Bernard begreep het volkomen. Hij dankte den predikant en ging naar huis. Wel kon hij naar vriendeii gaan, doch hij voelde daartoe weinig lust. Hij gevoelde meer behoefte aan stil nadenken, gelijk het meer gaat, als de Heere God in Zijn genade tot ons hart spreekt. Wel houden vele menschen, vooral jonge, in onzen tijd niet van zulk een stil nadenken, maar daarmee schaden zij zich zelf het meest.

Tegen den avond ging onze vriend de deur uit, om zich door een wandeling wat te verfrisschen. Hij liep de stadscingels om. Weldra bespeurde hij voor zich uit een man, dien hij kende; 't was Govert de knecht. Deze groette hem, en Bernard die, gelijk we weten, volstrekt geen hoogmoedigen aard bezat, wandelde met Govert op, en raakte met hem in diep gesprek.

Waar het hart vol van is, loopt de mond van over. Zoo was het dan ook geen wonder, dat ongemerkt het gesprek kwam op de dingen die thans Bernard's ziel vervulden. Aanleiding daartoe was de preek van heden morgen, die Govert ook gehoord had.

In den loop van 't gesprek bleek al spoedig, dat de twee wandelaars niet eenerlei gedachten hadden over 't gehoorde. Govert had het heerlijk gevonden en was dankbaar dat hij zulk een zegen had genoten. Bernard daarentegen, schoon hij de leerrede roemde, had toch allerlei in te brengen en was blijkbaar niet geheel voldaan. Wel sprak hij tot Govert op andere wijs dan tot den dominee, maar in den grond der zaak kwam het op 'tzelfde neer, dat hij twijfelde aan de waarheid en eerst \vilde bewezen zien, waar die op steunt.

Hoewel nu Govert geen geleerd man was, • begreep hij dat toch zeer goed. Zeker kon hij niet zoo dadelijk veel inbrengen tegen hetgeen hij hoorde, doch hij gevoelde er toch al het onjuiste en verkeerde van. Ten slotte zei hij:

„Ik ben maar een eenvoudig man, mijnheer! en kan natuurlijk niet zoo spreken als een geleerde, maar ik geloof toch, dat u het niet recht inziet. Ik dacht daar zoo aan iets, wat ik heb bijgewoond op een reis vroeger, toen ik nog ter zee voer. Het was te Porto of te Setubal, maar .in alle geval in die streek."

„En wat gebeurde daar dan? "

Wel, we hadden lading in en zouden uitzeilen. Maar daar werd de kapitein ziek. U begrijpt dat was een leelijk geval, want we voeren geen dokter, en redd'en het maar zoo wat op eigen gelegenheid als het kon. Maar dat ging nu niet. We moesten een dokter hebben en er kwam er dan ook een, zoo'n Portugees. De kapitein kon hem best verstaan, maar 't was toch net of hij dien man niet vertrouwde, schoon er zoover ik weet, geen de minste reden voor was. Alleen gaf hij heel andere middelen, dan die ze hier gebruiken en die in onze medicijnkist waren. Misschien had den ouwe i) daar wat tegen, maar om kort te gaan, hij vroeg den derden dag — want het duurde nog al lang — aan den dokter allerlei over de middelen en zoo meer, en toen zei den ander, natuurlijk zoo op zijn Portugeesch: „Ja, zie je, schipper, één van tweeën. Je moet me vertrouwen en dan neem je in wat ik je geef, of je vertrouwt me niet en slikt het ook niet. 01 ik je goed help en of het baat, kan je alleen zien, als het met Gods hulp zijn werk heeft gedaan. Al dat geredeneer er over helpt niemendal. Je moet er de proef van nemen, het gebruiken". „En wat deed je kapitein toen ? "

„Wel, de schipper nam het in en nog een dag of wat daarna ook. 't Hielp niet dadelijk, maar we konden niet langer wachten en gin gen toen maar zee in. De middelen had hij meegekregen en dat kan ik je zeggen: na een dag of tien was de schipper weer zoo gezond als een visch."

„En wat zei hij toen? "

„Wel, hij zei: die Portugees was toch wel te vertrouwen. Ik ben blij dat ik zijn middelen heb ingenomen; ze hebben me goed gedaan." — En ziet u, daar dacht ik nu aan, toen u straks redeneerdet over de preek, 't Is met de waar heid als met dat drankje. Wc moeten ze aannemen; dan kan het werken en goed doen.

i) De kapitein.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 maart 1903

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 maart 1903

De Heraut | 4 Pagina's