Officieele Berichten.

WILDERVANK, 14 Dec. Gisteren was het voor onze gemeente een blijde dag.

Na ruim een jaar vacant te zijn geweest, zagen we de ledige plaats thans weer vervuld, door de komst van Ds. M. Meijering, van N.-Pekela. Door Ds. H. Meijering, van Katwijk, in zijn dienstwerk bevestigd, verbond de beroepen Leeraar zich plechtig aan de gemeente en sprak raar aanleiding van i Cor. i vs. 21 eene schoone en treffende rede uit.

Na de gebruikelijke toespraken, mede aan de Edelachb. Burg. en Weth., werd de plechtige ure met dank aan God gesloten, 's Morgens, en inzonderheid 's avonds, was eene groote schare opgekomen, zóo zelfs, dat er voor velen geen plaats was.

Namens den kerkeraad, der Gerei, kerk te Wildervank.

A. R. BROUWER, scriba.

In De Wachter van November j.l. spreekt Ds. Doekes te Heemse naar aanleiding van het apostelschap van Matthias, met groote belang stelling over de „beminden om der vaderen wil." „Wij hebben, " zegt hij, „de roeping om Israël te lokken en tot jaloerschheid te verwekken. Tegelijk echter klaagt hij er over, dat die roeping niet bijzonder wordt gevoeld. In plaats van Is'-aiU te trekken door woord en daad, stoot menigeen den zoon van Abraham af.

„Neen, " zegt hij verder, „wij maken er geen verwijt van, dat voor de heidenen duizenden en nog eens duizenden guldens geofferd worden. Wij hebben er voor te danken. Want ook de hei denen hebben de beloften. Ook hun moet het Woord gebracht worden.

Maar wat schrille tegenstelling vormt met die krachtige arbeid onder de heidenen, de luttele bijstand, dien de commissie voor de Jodenzending ondervindt. Konden tegenover de duizenden voor de heidenzending nog de honderden voor de zending onder Israël geteld worden — er zou reden zijn tot danken. Maar men ga eens de giften na, dien er zoo nu en dan inkomen. Men vrage eens in welke verhouding de ijver voor de heidenen staat tot den ijver (? ) voor Israël.

Kerken van Nederland, bedenkt uwe roeping!"

Voor dit kloeke en kernachtige woord zeggen we (aldus dan Ds E. Kropveld, secretaris van de zending onder de Joden, te Rijswijk) onzen broeder in Heemse hartelijk dank, met de innige bede, dat 'het door de kerken van Nederland ten zeerste moge worden behartigd.

„Dat het al dadelijk ingang heeft gevonden blijkt uit De Bazuin van 4 dezer, waar o. a. voor de zending onder de joden een gift - ver meld staat „van J. H. O. te Leiden, naar aan leiding v. h. schrijven van Ds. Doekes in De Wachter.

„Kerken van Nederland, bedenkt uwe roepirg!

Dien kreet hebben m. a. w. deputaten voor de zending onder de Joden al langer dan het vierde van een eeuw aangeheven; en er is een tijd geweest, dat de kerken ook getoond hebben zich hunner roeping bewust te zijn. Maar er is helaas in de laatste 10, 12 jaar een verslapping gekomen die diep te betreuren is. Ja er zijn gelukkig nog gunstige uitzonderingen, ook in het overnemen van hetgeen in het belang der Joden wordt geschreven; maar over het algemeen is het diep droevig gesteld

„Sinds tientallen van jaren houden we een Pinkstercollecte voor de zending onder de hei denen, waarin we ons hartelijk verblijden.

„Kerken van Nederland! zou het niet goed zijn als ge nu ook eens een Kerstfeestcollecte hieldt voor de zending onder de Joden? Dal feest geeft er toch zoo rechtstreeks aanleiding toe, om onze Christelijke barmhartigheid jegens het oude bondsvolk te openbaren.

„Kerken van Nederland, bedenkt uwe roeping! Uwe roeping vooral om Israël gedurig te gedenken in het gebed; het wordt meer dan tijd."

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen