GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

INGEZONDEN STUKKEN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

INGEZONDEN STUKKEN.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Buiten verantwoordelijkheid van de Redactie)

Hooggeachte Redactie!

Onder mijn stuk in Uw Nr. van 24 Dec, 1903 schrijft u o.a. het volgende: „Ds. Diermanse heeft een opvattitig van het beding, die lijnrecht in strijd is met de historie, gelijk indertijd door Prof. Rutgers afdoende is aangetoond."

Laat mij op deze uitspraak van niet geringe beteekenis, s. v. p. mogen antwoorden.

Prof. Rutgers heeft 4 Jan. 1903 in ds Heraut op verschillende gronden betoogd, dat „er na de kerkelijke vereenigiug" ter zake der opleiding „geen contract of beding meer bestaat of bestaan kan." Deze geheele kwestie concentreert zich op het rechte verstand van het vierde voorbehoud, waaronder de Voorl. Syn. der Ned. Geref. Kerken in 1891 met „het beding" genoegen nam. Dit voorbehoud luidt: altoos verstaande dat de bedoeling van deze verklaring niet^ is... om tegen te spreken, dat de vereenigde kerken over de regeling dezer zaak later, indien noodig, hebben teoordeelen. Prof. Rutgers betoogt nu, dat van Ned, Geref. zijde bij de woorden „de r^^«/? «^ dezer zaak" eigenlijk gedacht werd aan de zaak zelf. In het bewuste voorbehoud der Voorl. Syn. zou alzoo feitelijk niet bepaald zijn, dat de kerken later over de regeling der zaak zouden hebben te oordeelen (want immers dit sprak vanzelf), maar over de zaak zelve.

Men zou echter kunnen zeggen, dat óók dit laatste volgens het eigen oordeel van Prof. Rutgers toen van zelf sprak. Prof. Rutgers zegt immers in zijn stuk: Niemand had toen de gedachte, dat er op dit punt later wel eens quaestie zou kunnen i) komen". Dus ook de bepaling dat de zaak zelve later, indien noodig, aan het oordeel der Kerken zou onderworpen worden, had geen zin. En ik weet niet, dat er ook nu iemand is, die ontkent, dat op denzelfden voet als belijdenis en kerkenorde, ook deze zaak altijd voor de Kerken onderworpen blijft aan de H. Schrift.

Het komt er dan op aan, wat dat vierde voorbehoud, waarop „het beding" aanvaard is, feitelijk inhoudt; — óf het inhoudt dat de Kerken later, indien noodig, over de regeling, der zaak zullen oordeelen, of over de zaak zelve. Met andere woorden: het komt er op aan, of in dit voorbehoud slechts van de regeling der zaak gesproken wordt, dan of hier

I) De cursiveering is van mij.

weder op de zaak zelve, na ze pas aanvaard te hebben, teiuggekomen wordt, en de zaak zelve, eerst aanvaard, later weder in hetzelfde stuk, voor de toekomst onzeker gemaakt wordt I

Ons dunkt, dat ook de vraag gepast mag heeten: waarin de Synode der Chr. Geref. Kerk berust heeft, toen zij in de Vereeniging toestemde; en waarin de gansche Chr. Geref. Kerk bertest heeft, toen zij bij de Vereeniging aller wege zich neerlegde. Wdirin? In hetgeen de Voorl. Synode of sommigen onder haar, mogen 'bedoeld hebben, toen zij met „het beding" ge' noegen namen? Of hebben de Synode der Chr. Geref. Kerk èn die gansche Kerk met hun gemoed en ziel berust, in hetgeen de duidelijke woorden zeiden, waarmede het beding aanvaard werd? De gansche Synode van Leeuwarden en de gansche Chr. Geref. Kerk het f; er in berust, dat de Voorl. Synode van 's Gravenhage met het oordeel der Leeuwarder Synoie betreffende eigen opleiding, genoegen nam, onder voorbehoud ten vierde, dat zij hiermede niet tegensprak „dat de vereenigde kerken over de regeling dezet zaak later, indien noodig, hebben te oordeelen."

Daarop hebben Syn. en Chr. Geref. Kerk vertrotcwd. En daarop was de weg bij hen tot de door velen gewenschte Vereeniging Ö/^W. En de VereeiMging werd gesloten. Waarop is nu de Vereeniging gesloten? Op de bedoeling der Voorl. Syn. om het beding slechts voor dat oogenblik aan te nemen, of op een vast beding, dat óok bedoeld werd, ja/«/ƒ/bedoeld werd, voor de toekomst 1

Het is vaststaande waarheid, dat de Syn. der Chr. Gerf. Kerk èn die gansche Kerk „het beding" niet begreep als „na de kerkelijke ver eeniging" niet meer te zullen of te kunnen be staan. Maar juist omgekeerd! Juist voor die toekomst, waarin het volgens aan de zijde der Voorl. Syn. te vinden bedoeling niet meer zou bestaan, juist voor die toekomst werd het beding algemeen door Kerk en Synode der Chr. Gereformeerden geloofd, vertrouwd en bedoeld. Want het is ganschelijk buiten kijf, dat het doel alleen was en juist was: zich te vrijwaren, wat de eigen opleiding betreft, voor de toe komst.

De gedachte is dan ook gewettigd, dat de Heraut zelf niet vast in zijn schoenen staat betreffende de juiste opvatting van „het beding". Want het oordeel, dat de Heraut 27 Deo. aan het slot van mijn stuk velde over de opvatting van schrijver dezes, vormt een scherp contrast met het oordeel van dat geachte blad op 15 Febr. 1903. Van de brochure „Bezwaren tegen het Beding", welke niet anders dan de een voudige vrucht en uitwerking is van de door de Heraut op dit oogenblik ganschelijk veroordeelde opvatting, heette het /< 7w juist andersom. De Heraut zeide toch van dit geschrift: „der lezing en overdenking dubbel waard. Aan Ds. D. zij onze dank geboden, dat hij te midden van zooveel verwarring een woord sprak, dat klaarheid in de nevelen brengt".

Voor - verdere beantwoording van het stuk van Prof. Rutgers, verwijs ik nog naar „Bezwaren tegen het Beding" pag. 37—41.

Ds. Littooy spreekt volgens de Heraut van 27 Dec. van een „tweezijdigheid van dit verbond". In den zin, dat hetgeen in de „nadere bepalingen" staat betreffende de Vrije Universi teit, op één lijn zou staan met „het beding", waarop tot de Vereeniging besloten werd, is ook dit zeer zeker niet juist. Zie „Bezwaren tegen het Beding" pag. 9 en 10 en mijn stukken in de Bazuin no. 17 en 19 van 1903.

Schrijver neemt alzoo „het Beding" in bescherming? Wèl tegen onwaar getuigenis, dat onwillens geuit werd, — maar niet tegen zijn eigen ougereformeerd karakter, en zijne met dit karakter samenhangende k-erk en kerkelijk leven verwoestende gevolgen! Want ook hier is het een waarheid: „Zion zal niet door den weg van onwaarheid en onrecht, maar alleen door recht verlost worden". Door eerstens de waarheid te spreken; door recht te doen aan de wederpartij. Het beding is waar, en legt aan de Kerken, zoolang het niet wettiglijk opgeheven is, verplichtingen op, en staat ook geenszins gelijk met andere bepalingen die van minder ingrijpend karakter zijn. Want het beding be hoort tot die gewichtige bepalingen, die indertijd leidden tot het beslvit om de door velen gewenschte Vereeniging te sluiten, en de hiervoor noodzakelijke regelingen te maken. Maar ook moet het Beding nu aan zuivere beginselen getoetst worden, en «r moet duidelijk gezegd worden, dat het Beding geen recht heeft beding van de onderlinge eenheid en het samenleven van Kerken te zijn die. als onze Gereformeerde Kerken, onbedongen bijeen behooren. En er moet op gewezen worden, dat onze Kerken nu dan ook met dit principieel onwettige beding reeds zwaar gekastijd worden, en hierdoor ge maand worden om tot gezonder beginselen te komen in zake kerkelijk leven en kerkverband. Het beding, ten volle gekend als beding, zal vanzelf bij ons Gereformeerd volk, zoowel „A" A als „B", onbemind wezen, en de weg tot een wettige en wezenlijke opheffing van een beding, dat geen beding mag wezen, zaj vanzelf open liggen.

Ontvang, hooggeachte Redactie, mijn beleefden dank voor de zoo vriendelijk verleende plaatsruimte. A

Met heilbede,

Uw dw.,

Ben Haag, 5 Jan. 1904.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 januari 1904

De Heraut | 4 Pagina's

INGEZONDEN STUKKEN.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 januari 1904

De Heraut | 4 Pagina's