GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

AAN VRAGERS.

Onze lezer H. W. Bzn. te S. (Dr.) zendt ons deze vraag:

Is het foutief wanneer de klem op verschillende lettergrepen wordt gelegd bijv. Samaria of Samaria; Éfeze of Eféze; Catalogus of Catalogus; Pagina's of Pagina's enz. Zou hiervoor ook een regel zijn aan te geven; zoo niet, is de pers dan niet verplicht ons daarin voor te gaan, door klemtoonteekens te plaatsen?

Deze schijnbaar eenvoudige vraag houdt toch zeer veel in.

Het is natuurlijk foutief om "den klemtoon te leggen op een lettergreep, die hem niet hebben moet. Niemand zal' in onze taal het onverschillig achten, of men zegt: kippenhok of kippenhok, toren of toren.

Maar de groote vraag is: op welke lettergreep moet de klemtoon vallen?

Hierbij nu zijn drie dingen op te merken:

Dat als het woorden betreft die wij geheel onveranderd uit een vreemde taal hebben overgenomen, of ook wel nagenoeg onveranderd, men zich moet houden aan den klemtoon, dien ze hebben in die taal, b.v. bureau, nota.

Daarvoor is echter meestal bepaald kennis van die talen zelf noodig.

Men kan wel regels geven die vaak uitkomen, b.v. den nadruk leggen op de laatste lettergreep, of op de derde lettergreep van achteren, maar dat gaat lang niet altijd door. Ten tweede zijn er woorden, die wij hebben overgenomen en veranderd b.v. Evangelie, majesteit, Eféze. In die gevallen hebben we ons naar de in zwang gekomen uitspraak te richten, die veelal met den aard onzer taal in verband staat. Met het oog op den Griekschen naam van Eféze bv. is onze gewone uitspraak zeker verkeerd. Toch raad ik niemand Eéfeze te zeggen. Want de twee stomme, danachtereen volgendelettergrepen maken het — nu verhollandschte — woord, foei leelijk. In vele gevallen is het zelfs ondoenlijk de juiste uitspraak te volgen. Wie zal bv. gaan zeggen: thermometer, barometer, zooals het eigenlijk zou moeten zijn ?

Ten derde zijn er een aantal woorden, waaromtrent de geleerden het nog altijd niet eens zijn, bv. altaar en pilaar.

Het best is in twijfelachtige gevallen een „gestudeerd" man te vragen, hoe 't wezen moet. Wij Nederlanders spreken van nature altijd uit Theofilus, Christofilus. Toch moet de kleintoon op de tweede lettergreep vallen. Maar dat moet wie 't niet weet, gezegd worden.

En daarom heeft onze lezer gelijk, als hij wil dat de pers ons voorlicht en toonteekens plaatst (gelijk thans reeds in vele Bijbels geschiedt). We komen dan allengs te weten, dat het moet zijn Catalogus, Pacific, Stéfanus enz. Ja wie weet, of dan ook niet misschien de Amsterdammers zelfs leeren de namen hunner straten behoorlijk uit te spreken en niet te kallen van Bilderdz/kstraat, Oldenbarnevifldstraat bedenkend dat het niet om een dijk en een veld maar om twee beroemde mannen te doen is.

Een andere vraag (van N. de B. te B.) luidt: Is het licht van den eersten dag hetzelfde als dat van de zon op den vierden dag? m. a. w. bestaat er behalve het zonlicht nog aen ander natuurlicht?

Men zou hierop met den oud-Nederlandschen dichter kunnen zeggen: „Dinevragheesswacr". Met zekerheid te beantwoorden is ze nog niet. Wat het eerste gedeelte er van betreft, zoo dient opgemerkt dat, al wordt hierop met ja geantwoord, daarom het tweede gedeelte nog niet vervalt. Als God den eersten dag het licht schiep, kan Hij dat op den vierden in de zon als in een lamp of lichtdraagster hebben vereenigd, gelijk vele Schriftonderzoekers hebben geloofd.

Maar al is dit ook zoo, toch behoeft daarom nog niet beweerd, dat er geen ander licht is dan het zonlicht. We kennen b.v. het elcctrisch licht, dat zich vertoont in den bliksem en ontzettend schel en schitterend is. Zoo ook de onlangs gevonden stof Radium, die een lichtgevend vermogen bezit, grooter dan ooit iemand ill eenige stof had kunnen vermoeden. Wat te dien opzichte in de laatste tijden is gevonden, maakt zelfs veel vroegere wetenschap denkelijk waardeloos. Doch volkomen zekerheid omtrent deze dingen hebben we nog niet. Meer er van te zeggen gaat, hier althans, moeilijk. Moge het den vrager eenigszins bevredigen.

Een derde lezer O. te A. doet een vraag, die hierop neerkomt, oi men de berekeningen der sterrekundigen over den afstand der zon van de aarde enz. niet als dwaasheid moet beschouwen, en of men werkelijk zulke dingen kan berekenen.

Het zou nogal moeilijk zijn duidelijk hier aan te toonen, hoe het komt, dat tal van berekeningen volkomen betrouwbaar moeten zijn. Daartegenover staat dat ook de sterrekundigen zich vaak vergist hebben. Doch om nu maar één ding te noemen ten bewijze, dat er ook betrouwbare berekeningen zijn, wijzen we slechts op de zonsen maansverduisteringen, die vele jaren vooruit tot op de seconde toe voorspeld worden en uitkomen, gelijk ieder zien kan. Met de komst der kometen is het evenzoo. Men ziet dus, dat volstrekt niet alle berekeningen der sterrekunde maar gissingen zijn.

Met nog een vraag, die van A, H, P. te B., sluiten we voor ditmaal. Ze luidt: In Ezechiël, de verzen 17 en 24, lees ik van een bath, een efa, een hin en een homer olie. Hoeveel liters zijn deze maten?

Hier schijnt Ez. 45 vs. 11 en 24 bedoeld te zijn, althans we lezen daar:

Eene efa en een bath zullen van eenerlei maat zijn, dat een bath het tiende deel van een homer houde: ook eene efa het tiende deel van eenen homer; de maten daarvan zijn naar den homer;

ook zal hij een spijsoffer bereiden, eene efa tot eenen var, en eene efa tot eenen ram; en een hin olie tot eene efa.

Omtrent de maten en hun inhoud onder Israël heeft men geen volkomen zekerheid.

Waarschijnlijk dan is

een homer =160 Liter (ruim)

een efa of bath = 16 Liter ( „ )

een hin = 3 Liter (ongev.)

Een efa werd gebruikt voor droge waren, bv. meel; een bath voor natte, bv. olie.

Als gezegd, met zekerheid is de inhoud niet aan te geven. Sommige meenen zelfs dat de efa tweemaal grooter was dan hier is gesteld.

Men ziet, dat een homer zooveel was als tien efa's (bath) en dat een bath weer ruim vijf hin bevatte. (De gomer, die men niet met den hottter moet verwarren, was een tiende van een efii.) Zie verder de boven aangehaalde teksten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 mei 1904

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 mei 1904

De Heraut | 4 Pagina's