GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

OOST EN WEST.

XLI.

ALLERLEI WISSELING.

Voor de verwondering en verrassing die zich van De Raye meester maakte, toen hij den brief las, was alle reden. Daarin toch stond niet minder, dan dat koning Willem hem uit bijzondere gunst niet alleen tot ridder der Bathorde, een Engelsche kroonorde, benoemde, maar hem tevens in Ierland een landgoed schonk, Waterfield genaamd.

De koning voegde er bij dat hij, ziende op de wisselvalligheid van alle aardsche dingen en de onzekerheid des levens, dit aan zijn vriend De Raye wilde schenken, als een bewijs van groote erkentelijkheid voor de goede diensten door den graaf aan zijn vorst bewezen. Ik wil, zoo schreef Willem, dat gij en uw geslacht daarvan een blijvend aandenken zult hebben, ook na mijn dood, die wellicht niet meer verre is.

De graaf las den brief nog eens over. Het trof hem diep, hem die door den vorst van zijn eigen land, koning Lodewijk XIV, zoo met ondank was geloond, dat nu een koning hem eigenlijk vreemd, zich zoo gansch anders betoonde. Hoe geheel verschillend een man was Willem van Oranje van zijn tegenstander. Het landgoed Waterfield was aan den graaf welbekend. Hij had er een paar weken met den Koning verblijf gehouden, tijdens den oorlog in Ierland. Het was niet alleen een zeer uitgestrekte bezitting, maar tevens een die bekend was wegens de schoonheid der ligging en de heerlijke bosschen en akkers. In waarheid 't was een vorstelijk geschenk, dat zulk een gever ten volle waardig was.

Hij wilde aanstonds naar koning Willem gaan om hem dank te zeggen, doch deze liet weten dat zware hoofdpijn hem belette iemand te ontvangen.

Toen De Raye het in den namiddag van den volgenden dag nog eens beproefde, was de koning reeds vertrokken, en bleef niets over dan hem schriftelijk dank te zeggen. Daarop vertrok de graaf met spoed naar Den Haag om daar zijn moeielijke zending te volbrengen.

Deze liep af gelijk voorzien was. De gezant D'Avaux wilde volstrekt niet toegeven, dat de Duitsche keizer ook recht van meepraten had, in zake de Spaansche erfenis, en toen men het niet eens kon worden vertrok de gezant naar Parijs en waren de onderhandelingen afgebroken. De Raye deed daaiop verslag aan den koning van zijn zendiug, en vertrok daarop weder naar Amsterdam, waar vrouw en kinderen hem wachtten.

Met groote verrassing vernamen zij de blijde tijding van het vorstelijk gunstbetoon. De gravin vooral was er diep door getroffen en zei:

„Door mijn dwaasheid en onvoorzichtigheid zijn wij in groot leed gekomen, en hebben wij harde tijden doorgemaakt. Doch de Heere heeft ns ook weder gezegend en ons welgedaan. Hem l de eer!"

De dagen die nu volgden waren rijk aan roote gebeurtenissen. Niet lang meer leefde oning Willem. Naar Engeland getogen, had ij daar een ongeluk, dat bij een rit zijn paard n een molsgat trapte en struikelde. De koning iel en bezeerde zich. Enkele dagen later reeds as hij niet meer. Hij stierf als een Christen n het vertrouwen op de verdiensten van zijn eiland. Nog lang dronken zijn vijanden de ezondheid van den „fluweelen heer, " den mol, ie hen van een gevaarlijken tegenstander had erlost.

In denzelfden tijd brak de gevreesde oorlog it, waarin onze republiek, Engeland en Duitschand tegenover Frankrijk stonden, 't Was de angdurige en vreeselijke Spiansche erfsopvolingsoorlog, die ons land en anderen zoo zware ffers kostte, en waarin Frankrijk toch ten lotte grootendeels verkreeg wat het wenschte.

Intusschen had graaf De Raye zich naar Ierand begeven en zijn nieuw landgoed in oogenchouw en in bezit genomen. Ernstig had hij er ver gedacht er ook te gaan wonen. Doch land n volk waren hem geheel vreemd. Ook in Eneland vond hij zich niet thuis, waar men hem

zelfs gedwongen had het leger te verlaten-Des te meer voelde hij zich getrokken tot Nederland en hij besloot dus vooreerst teAmster dam te blijven.

Intusschen had Karel in het verre Zuid-Afrika zich niet te beklagen over het lot, dat hem te beurt viel.

Allengs had hij meer te doen gekregen. De bevolking van het fort nam in aantal toe, en allengs begon de stad te ontstaan, die den naam van Kaapstad kreeg. Er werden huizen gebouwd, straten en grachten aangelegd, zoo wat in den geest der oude HoUandsche steden. Dat deden onze vaderen overal, tot zelfs op Java toe. Later heeft men ingezien, dat dit juist niet ver standig was. Kaapstad heeft tegenwoordig echter ziin Hollandsch voorkomen genoegzaam verloren.

Met de menschen die er kwamen, kwamen ook kinderen mee, gelijk er later nog meer geboren werden. Zoo werd de school allengs voller en moest zelfs een tweede geopend worden. Dit gebeurde dan ook, en er kwam een schoolmeester uit Nederland over, om de tweede school te besturen. Karel had zijn best gedaan om de kinderen te onderwijzen, en de ouders stelden dit op prijs. Vooral legde hij er zich op toe de kinderen in de vreeze Gods groot te brengen. Geregeld werd eiken dag Gods Woord gelezen en verklaard, en wel zoo, dat de leerlingen gaarne luisterden, en er wat van meedroegen ook. Wat verder onderwezen werd was nu wel niet zoo als wij het gewoon zijn, of ook zoo als het toen in ons vaderland zelf gegeven werd, maar het was voor 't oogenblik en voor dien tijd het beste wat men geven kon.

De oude regel was: lezen, schrijven en cijferen leeren en daarmee ongeveer uit. Die drie dingen echter werden in den regel goed onderwezen, al ging het vrij wat langzamer en lastiger dan nu. Men had toen zoo'n haast niet, wijl er minder te leeren was, en dat weinige goed geleerd werd. In 't cijferen althans waren onze voorvaderen verbazend knap, wat hun als kooplui treffelijk te pas kwam. En dat ze mooi schrijven konden met hun ganzepennen, bewijzen nog de fraaie krullen en letters, in de geschrilten, die we uit dien tijd bezitten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 januari 1905

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 januari 1905

De Heraut | 4 Pagina's