GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Verschillend oordeel.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verschillend oordeel.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het vonnis in zake Dr. Bahler, heeft in de pers heel wat pennen ia beweging gebracht.

De Hervorming juicht. De leervrijheid is pnieuw verzekerd. Aaa „oazedelijke" poingen als van Friesland's kerkbesturen om l h de conscientie geweld aan te doen, is een eind gemaakt. Het modernisme heeft voorloopig niets te vreezen vai) de Synode.

Toch is het lijfblad der modernen in één opzicht oprechter dan de moderne Synodus Contracta was.

Het verklaart ronduit:

Dat, onder de omstandigheden waarin de Ned. Herv. Kerk veikeert, de leervrijheid, gehandhaafd bleef, is een reden tot voldoening. Maar dat zoowel Bahler e tutti quanti als de mannen, die de meerderheid van Frieslands Kerkbestuur uitmaken, volgens de Reglementen moeten geacht worden in overeenstemming te zijn met den geest en de beginselen van de Belijdenis der Ned. Kerk, daarin is.... ja, daarin is toch wel iets verbijsterends!

Metterdaad, in die uitspraak, althans wat Dr. Bahler aangaat, ligt iets verbijsterends. En het eert de Hervorming, dat ten slotte, boven alle partijgeknoei, haar eerlijkheidsgevoel de overhand krijgt, en ze door dat ééne teekenende woord, het scherpste oordeel velt over de leugenachtigheid van heel dit synodaal gescharrel.

Dat voorts de orthodoxe pers steen en been klaagt over den afloop dezer procedure, is te begrijpen. Alleen maar, het blijft bij klagen ea tot daden komt het niet. Eén machtig protest uit heel de kerk tegen deze verzaking van den Christus Gods zou indruk maken. Bij duizenden en duizenden moest zulk eea protest onderteekend worden. Het moest de stem der Christelijke conscientie zijn, die toornde tegen zulk een gruwel en om rechtsherstel vroeg.

Maar helaas, de moed ca de kracht ontbreken. Men ontwaakt even, slaakt een zucht, keert zich om en dommelt weer rustig voort.

Want een geest des diepen slaaps is over de broederen uitgegoten.

En wat het droefst is, de Gereformeerde Kerk grijpt deze gelegenheid aan om, zoo zoudt ge verwachten, al de fiolen van haar toorn over de Hervormde Synode uit te gieten, de modernen met doornen te striemen — ge vergist u, om ia woorden van ongeëvenaard feilen hartstocht de Afgescheidenen en Doleerenden te lijf te gaan, en de Antirevolutionaire pers van „hooggestemd Pharizeïsme" en ik weet niet wat al, te beschuldigen.

Natuurlijk, er moest een bliksemafleider gevonden worden. De oogen mochten eens opengaan voor den gruwel der verwoesting ia de heilige plaats. Aaa het lijdelijk nietsdoen en stille zitten, mocht eens een einde worden gemaakt. De heilige ijver om Gods huis te zuiveren, mocht eens ontwaken te midden van het lauwe Laodicea, En om dat gevaar af te wenden, moest er een zondebok worden gevonden.

Zoo worden de gevoelens uit menig hart openbaar.

Gelukkig, dat ook onder de broeders in de Hervormde Kerk er toch zijn, die tegen zulk een tactiek protesteeren. De Gerejormeerde Kerk van 7 September bevatte het volgende ingezonden stuk, dat eershalve ook in onze kolommen een plaats moge vinden:

Mijnheer de Redacteur!

In de Gereformeerde Kerk, Ko. 881, komt een stukske van de hand des heeren Jac. Eringa voor, die in de rubriek Binnenland naar gewoonte enkele opmerkingen ten beste geeft, ditmaal onder het opschrift: „Uitspraak Bahler.— Zelfverdediging.”

Wat mijn geachte Collega over de vrijspraak van Bahler schrijft, laat ik aan zijne plaats, al had men, meen ik, billijk mogen verwachten, dat bij zulk een verguizing van de belijdenis onzer kerk ook eea andere toon nog gehoord zou worden en de gemeente tot diepe verootmoediging voor God opgewekt.

In vuur eerst geraakt mijn waarde Collega, als hij zich geroepen acht, ter zake van het hangend geschil tusschen de Friesch Christ.-Historischen en de Antirevolutionairen advies te geven.

Zijn politieken vrienden raadt hij aan, het zelfstandig, onafhankelijk optreden van den Frieschen Bond te bevorderen en de verdediging hunner rechtvaardige zaak in Voiksbode en Banier, maar te laten varen als vruchtelooze moeite tegenover

„menschen die zulk een hoogen dunk van zichzelf hebben of om politieke redenen zóó moeten redeneeren, dat ten slotte wit zwart wordt; ”

„deze menschen die altijd zichzelven de kroon op het hoofd zetten", en hoe meer gij redeneert, des te meer u voor „een kind des duivels" houden, zoodat eindelijk „de meest woordenrijke aanklager uitgepraat raakt.”

De mannen der pers van „de Standaard en dergelijke bladen" beschuldigt mijn Woerdensch Ambtgenoot van „leugenachtige voorstellicgeD, " „vullen laster, " „hooggestemd Farizeïsme, " „lage manieren.”

Het lust me niet. Mijnheer de Redacteur, ia het geschil zelf me te mengen noch ook over dezen „woordenrijken aanklager" der broederen een oordeel uit te spreken: wie zoo schrijft, heeft zichzelven geoordeeld en voorloopig het recht verbeurd, anderen over „lage manieren" te bestraffen.

Wél echter voel ik me gedrongen, mijn bevreemding uit te drukken, hoe de Eindredacteur zulk gesch-ijf passeeren laat, dat niet alleen dit blad ontsiert, maar ook de goede zaak schaadt, welke immers zoozeer U ter harte gaat.

Daarom ook verstout ik me, beleefd U te verzoeken zulke kwesties buiten deze kolommen te houden, tenzij de geëerde Redactie soms meenen mocht, dat, van „lage manieren" nu afgezien, het voorstaan van de politieke denkbeelden welke de Friesch Christ.-Historische groep kenmerken, op de lijn der beginselen van de Confessioneele Vereeniging ligt, ter verspreiding waarvan als orgaan de Gereformeerde Kerk heet te dienen.

U dank zeggend voor de plaatsing van deze regelen, noem ik me gaarne, met bijzondere hoogachting,

Uw dienstw. br.

H.

L. J. v. A.

Voor dit goede woord danken we.

Metterdaad de Gereformeerde Kerk ontsiert zich zelve en schaadt de zaak, die ze dient, door voortdurend in zoo scherpe polemiek te bestrijden niet de modernen en liberalen, maar de broeders van hetzelfde uis.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 september 1905

De Heraut | 4 Pagina's

Verschillend oordeel.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 september 1905

De Heraut | 4 Pagina's