GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

NIEUWJAAR.

Onder de vele goden die de Romeinen hadden, was er een die Janus heette. Hij was de god van het jaar, gelijk b.v. Neptunus van de zee en Mars van den oorlog.

Deze Janus werd, heel zinrijk, afgebeeld met twee aangezichten, om aan te duiden, dat hij zoowel m in het net verloopen jaar als ais in m het net komende kon zien. Waarom het eene gezicht dat van een grijsaard, het andere dat van een jongeUng voorstelde, begrijpt ieder. Ook droeg hij in de hand een sleutel, wat zeggen wilde dat het nieuwe jaar ons de dingen die eerst nog verborgen waren, openbaart, de toekomst ontsluit.

Janus was, zoo vertelde men, de eerste koning van ItaUe geweest. Hij had zoo goed geregeerd, dat heel het volk gelukkig was, en men zijn tijd de gouden eeuw noemde. Natuurlijk hoopte men dat alle nieuwe jaren zoo ge lukkig zouden wezen als die onder koning Janus. Daarom dan ook werd hij tot god van het jaar gemaakt, en zelfs de eerste maand naar hem genoemd. Ook was hij de god van het eerste uur van eiken dag.

Janus was een vreedzaam vorst geweest. Hoe zou ook een volk in den oorlog gelukkig zijn? Daarom was er ook te Rome een tempel van Janus, waarin de menschen als er oorlog was, gingen bidden om vrede. Maar ofschoon de Romeinen om vrede baden, toch waren zij echte vechtersbazen. Gij moet weten, dat als er geen oorlog was, de tempel dicht bleef, , wat van zelf sprak. Want dan viel er niet te bidden om vrede. En nu weten we, dat in zeven eeuwen, ruim zevenhonderd jaar dus, die tempel maar driemaal een poos gesloten is geweest! De Romeinen hadden dus nagenoeg altijd krijg!

Nu, de menschen van onzen tijd lijken nog veel op die oude Romeinen. Als de wereld nog èen vredesPtempel had, hoe vaak zou die ook nu openstaan. Pas is er weer een groote oorlog geweest, die tusschen Rusland en Japan; dit is al de tweede in onze eeuw, die toch nog zoo jong is. Wel gaat men nu een vredespaleis bouwen bij Den Haag, maar ofhet thans ook op aarde vrede zal worden, och vrienden, dat is al zeer onzeker.

Wel komt er een tijd van vrede voor goed, maar dat zal wezen, als de Heere Christus zal geopenbaard zijn in heerlijkheid. Van dien tijd lezen we in Jesaja 2 : 3 en 4:

En vele volken zulhn henengaan, en zeggen: Komt, laat ons opgaan tot den berg des Heeren, tot het Huis van den God Jakobs, opdat Hij ons leere van zijne wegen, en dat wij vvandelen in zijne paden. Want uit Sion zal de wet uitgaan, en des Heeren woord uit Jeruzalem. En Hij zal richten onder de heidenen en bestraffen vele volkeren; en zij zullen hunne zwaarden slaan tot spaden, en hunne spiesen tot sikkelen; het eene volk zal tegen het andere volk geen zwaard opheffen, en zij zullen geen oorlog meer leeren.

Toch kan Janus ons wel wat leeren.

Hij ziet vooruit en terug. Dat moesten alle menschen en kinderen ook doen, als zij staan op het keerpunt, het eind van het oude, het begin van het nieuwe jaar.

De meeste jongens en meisjes denkeu daar niet aan. Zij zeggen: wat er gebeurd is weetik toch wel, en wat mij gebeuren zal weet geen mensch. Dus kunnen we dat alles wel laten rusten. En zij zijn dan maar blij, dat er vacantie is, dat de prettige oudejaarsavond aanbreekt, en straks de heugelijke nieuwjaarsdag, en gelooven dat alles wel goed zal gaan.

Toch kon het wel eens anders loopendanzij meenen. Hoeveel jongens en meisjes, die gezond en blij het jaar 1905 ingingen, liggen nu reeds in het graf. Zij zijn als de bloem waar de Schrift van spreekt. „Als de wind daarover gegaan is, is zij niet meer."

Al weten we ook nog al wat ons in het afgeloopen jaar is gebeurd, het is goed 't ons nog eens voor te stellen. De psalmist wist het ook wel en toch zong hij en zingen we hem na:

'k Zal gedenken hoe voor dezen. Ons de Heer heeft gunst bewezen.

Dit nu kunnen vele jonge lezers ook doen. Want hoeveel gunsten heeft de Heere God ons niet bewezen in dit jaar r905.

Hij liet ons onder de levenden, Hij gaf gezondheid en kracht. We hadden voedsel en kleeding en speelgoed en boeken. We hadden allerlei genoegens, en ouders Of vrienden, die voor ons zorgden. En dit alles is nog maar tijdelijk, en eindigt met dit leven, maar nu biedt God ons in Zijn groote genade wat tot het eeuwige leven noodig is, een schat die met vergaat, een duurzaam goed, een leven dat nooit ophoudt, een vreugd die niet verstoord wordt, alles om niet en uit genade. Hij wil dat geven, en heeft ons dit heel het jaar door, op alle wijzen en op vele plaatsen laten zeggen. Zijn Woord heeft er ons eiken dag — althans zoo behoort het — van gesproken. Hij heeft tot ons gezegd: Mijn zoon, mijn dochter, geef Mij uw hart.

Zie, dat is wel waard overdacht te worden. En evenzoo mogen we aan het einde des jaars wel vragen: Hoe heb ik nu al die weldaden en roepstemmen des Heeren, driehonderd vijf en zestig dagen lang, beantwoord?

En als hét antwoord dan zijn moet: Ik heb geleefd alsof dat al maar van zelf sprak, ik ben onverschillig geweest, en ik heb mij vooral weinig bekommerd om wat het voornaamste is, om genade te vinden nu het nog tijd is — zie dan is het ook nog tijd, om met onze schuld tot den Heere Christus te gaan, en van Hem vergeving en een nieuw hart te vragen. Dan zijn we op weg, om als nieuwe schepselen het nieuwe jaar in te gaan.

En kunnen we dan ook zien wat 1906 ons zal brengen?

Wel vrienden, in bijzonderheden is dat ons niet geopenbaard, maar we hebben toch een Profeet die het ons voorspelt, en dat is de Heilige Geest, die door het Woord spreekt en zegt:

Dien zal het welgaan, die God vreezen.

De Heere zal uw ziel bewaren. Hij zal zegenen die den Heere vreezen, de kleinen met de grooten.

Die den Heere verwachten zullen de kracht vernieuwen.

Zie al weten we niet alles, dit is genoeg. Want alle woorden des Heeren zijn getrouw en waarachtig, en al Zijn beloften ja en amen in

Christus onzen Heere. Dat zijn de beloften voor die den Heere vreezen, en zij zullen er op vertrouwen en niet bedrogen uitkomen,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 31 december 1905

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 31 december 1905

De Heraut | 4 Pagina's