GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„verbolgenheid en toorn.”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„verbolgenheid en toorn.”

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Maar dengenen, die twistgierig zijn, en die der waarheid ongehoorzaam, doch der ongerechtigheid gehoorzaam zijn, zal verbolgenheid en toorn vergolden worden. Verdrukking en benauwdheid over alle ziele des menschen die het kwade werkt, eerst van den Jood, en ook van den Griek. Rom. 2 : 8, 9.

Vergelding is de balans, het herstellen van het verbroken evenwicht, in de verhouding tusschen u en uw God.

Maar vergelding op zichzelf is hier niet genoeg, Gods Woord voegt er bij: „verbolgenheid en toorn.”

Den zondaar zal vergolden worden „verbolgenheid en toorn, verdrukking en benauwdheid over alle ziel, die het kwade werkt.”

Hierin ligt meer dan handhaving van het Recht, het duidt op een worsteling van macht, op het reageeren van een macht, die geschonden, aangerand en beleedigd wordt, en tegen dat boos verzet reageert in heiligen hartstocht.

Dat verstaan de oppervlakkigen, dal doorzien de gemoedelijk gevoeligen niet. God, zoo roepen ze u toe, is Liefde, en met dat hoog ideaal van de Eeuwige Liefde in God is reeds het enkele denkbeeld van „toorn", de enkele gedachte aan „verbolgenheid", volstrekt onvereenigbaar. Zoo sust men de conscientie. Zoo wiegt men de ongeruste ziel in slaap. Een God die Liefde, zuivere, heilige en eeuwige Liefde is, kan niet anders dan u goed doen, u dulden en dragen, u vergeven en verschoonen. Wat vreeze zou uw hart dan voor de eeuwigheid beklemmen?

Zoo gaat men tegen de Sctirift in; stelt voor het echte Evangelie een slap en zielloos Evangelie in de plaats; neemt den ernst uit het leven weg; geeft een slaapdrank voor de eeuwigheid; en doet met zoo valsche voorstelling den misleide neerdalen in zijn graf.

En daarom, maakt het uit voor uw ziell Waaraan houdt ge u, waarop gaat ge af, in wat woord stelt ge uw vertrouwen? In het sentimenteele spel met de Eeuwige Liefde dat u van de zoetsappigen tegenklinkt, of wel in de Heilige Schrift, in het Woord Gods dat tot u is gekomen in het Evangelie van Christus en van zijn apostelen?

En kiest ge 't laatste, en doet ge dat ernstig, gemeend en welbewust, rukt u dan ook den blinddoek ijlings van de oogen, en staar weer, als onze vaderen, in dien ontzaglijken ernst, die u uit die ontzettende woorden van verbolgenheid en toorn tegenstraalt. Voel dan opnieuw, gelijk men 't voelde in oude tijden, dat als uw God over u komt, niet een idee, maar de Almachtige God zelf u nadert, en u nadert in al de hoogheid zijner nooit ontzuiverde heiligheid. Weet en erken dan, dat wie den strijd tegen dien God opneemt, en daarin volhardt, na hoe lang gerekte worsteling ook, moet komen tot 't oogenblik, dat hij onderligt, bezwijkt, en overmand wordt, hij 't zondige creatuur door zijn Schepper in zijn almachtige Heiligheid en zijn heilige Almachtigheid.

Is hier strijd? Verbolgenheid en Liefde, sluiten die elkaar uit? Staan we hier metterdaad voor een tegenstelling, die zich niet versoenen laat voor ons beseffen?

Reeds onder menschen niet. Stel u voor een kind, dat, tegen het gebod van zijn vader, zich toch op onbetrouwbaar ijs waagt, wegschiet onder de gebroken schotsen, en de vader hoort zijn gil, en loopt toe, en waagt zijn leven om zijn kind te redden, en het is hem gelukt, en hij draagt den drenkeling naar huis, — is dat geen liefde? En zou het nu voor uw eigen besef met die liefde in strijd zijn, indien diezelfde vader daarna datzelfde kind voor zijn roekelooze ongehoorzaamheid straft? Of zou niet veeleer in die straf een poging liggen tot afwending van gevaar in de toekomst, voor dat ongehoorzaam kind en voor de broertjes of zusjes, anders zoo licht door zijn roekeloos voorbeeld tot even gevaarlijke proefneming verlokt?

Reeds hieraan voelt ge, hoé niet-straffeg

liefdeloos kan wezen, en omgekeerd de toorn die straft, redding bedoelen kan.

Maar toch, bij den Heere onzen God gaat 't nog veel dieper.

Vergis u slechts in dat éene niet, dat ge ooit een gave Gods boven God zelf zoudt schatten, als liefdesuiting voor uw geluk, uw levensvreugd, uw zaligheid.

In de liefde Gods is al 't overige bijkomstig, en dit is en blijft eeuwiglijk de hoogste, de rijkste, de meest volkomen uiting van zijn liefde, dat hij u, zijn schepsel, Zichzelven geeft. Hoemeer ge uw God bezit, hoe rijker; hoe minder van uw God ge geniet, hoe armer en ellendiger ge zijt.

Laat een nevel tusschen u en uw God trekken, en alles verdonkert voor u. Denk u uw God verminderd in mogendheid, en ge wordt een speelbal der fortuin. Denk u uw God weg, en alle vreugde der ziel is voor nu en eeuwig ganschelijk voor u verloren.

De liefde in God is, dat Hij u het hoogste geeft; en Hij zelf is het hoogste goed; en al wat hierin mindering aanbrengt, doet aan dit hoogste goed, en daarmee aan uw rein geluk afbreuk.

Dit is de liefde Gods, dat Hij u zichzelven geeft, en daarom juist eischt de Liefde Gods, dat lij, om u zichzelven te geven, zichzelven handhaaft, zichzelven niet verkleinen, niet terugdringen laat, maar zich, niet alleen om zichzelf, maar ook ter wille van zijn schepsel, handhaaft in ongeschonden, ongebroken Majesteit.

Gij, die anders dacht, ge hebt op de gave Gods, op den zegen Gods, op de goedertierenheid Gods in uw levensbij zonderheden gestaard, maar ge hebt uw God zelven uit het oog verloren, en niet beseft, niet doorvoeld, dat het alleen uw God-zelf was, op wien uw hart aangelegd en geschapen was, en ds^t daarom Hij, uw God, alleen met zichzelven de diepte van uw hart kon vervullen.

Wat doet nu uw zonde, wat doet uw onge hoorzaamheid, wat doet uw onwil om u, in alle ding, volstrektelijk aan uw God te onderwer pen, anders dan tegen die Majesteit ingaan, tegen die Almachtigheid indringen, en voor uw eigen wil een plek vrijmaken, waar gij heerschen zult, en waar uw God een grens voor zijn macht en majesteit zal vinden?

Wat is uw zonde anders, dan met de macht van uw persoonlijkheid, een plek in hemel of op aarde ontwringen aan, en losmaken uit de gansch het heelal omvattende macht van uw God?

Dat herstelt zich als ge in de schuld valt, als het Kruis wordt opgericht, en ge bij dat Kruis den zoen zoekt.

Maar als ge dat niet doet. Als ge uw schuld ontkent. Als ge volhardt op den boozen weg. Als ge voortgaat, ondanks Gods vermaan in uw conscientie. Zeg zelf, is het dan niet een constant-volgehouden worsteling, om een stuk uit Gods macht voor u uit te breken, en te zeggen: Tot zoover God, maar hier ik heer en meester.

Denk u nu de geheele wereld, zooals ze deze reeks van eeuwen, na den val, voor Gods aangezicht woelt en dobbert. Niet één die rein geboren wordt. Niet één die niet zondigt. Niet één die Hem als God zijn volle eere schenkt. Eer allerwegen verzet in ruwe uitspatting, in 't hoonend woord, in den opgezetten wil, om onzen zin en ons bedoelen voor het welbehagen Gods in de plaats te schuiven; en tast, merkt, voelt ge dan niet, hoe heel 't leven in zijn groote afmetingen, heel de historie door, één inbreuk maken op Gods Majesteit is? Het stellen van een grens aan zijn macht en mogendheid? Het terugdringen van God, om plaats voor den eigenmachtigen, zelfwillenden, zichzelf bedoelenden mensch te maken.

En als uw God nu weet, hoe die mensch heid, hoe al die geslachten, en gij in die geslachten, u al te zaam in doodelijk gevaar begeeft, en door hem terug te dringen, u berooft van uw Hoogste goed, dat immers God zelf, in zijn ongedeelde mogendheid, is, — zou die God dan de Liefde zijn, zoo Hij u begaan liet, dit zonder toorn aanzag, en zijn Majesteit die alleen u zegenen kan, liet schenden?

Nu is zeker èn toorn èn, sterker nog, verbolgenheid, een uitdrukking van temperament, van hartstocht, van passie, ontleend aan onze menschelijke zielsbeweging, en daarom nooit zuiverlijk weergevend, wat er omgaat in het hart van uw God.

De engelen in hun engeleutaal zullen het anders, zullen het zuiverder uitdrukken.

Gij, als mensch, moest worden aangesproken in uw eigen taal, en daarom dreigt u de Schrift met toorn en verbolgenheid, met benauwdheid en verdrukking, allermeest met benauwing en verdrukking over uw ziel. Het lichaam komt er bij, maar is het wezen niet. Uw wezen is in uw ziel. En daarom heet het „toorn, verbolgenheid, verdrukking en benauwdheid over alle zitl des menschen die het kwade werkt.”

En wat zeggen die bange woorden nu? Wat anders, dan dat uw God leeft, dieper, rijker, voller leeft dan gij, en dat hetgeen uit het creatuur tegen Hem ingaat, door lïem gevoeld wordt, doordringend tot in het diepste van zijn Heilig Wezen, en dat heel dat Heilig Wezen van uw God tegen die aanranding en schending van zijn Majesteit in hooge heiligheid reageert.

Het wil zeggen, dat wat gij door uw zonde inbuigt, Hij het weer uitbuigt tot het omgloort in den vollen, ongekreukten omtrek van zijn Majesteit.

Gij dringt door uw zonde uw God terug, en daarom dringt Hij u terug tot binnen de grens, die Hij zelf voor u gesteld heeft.

En dit nu doet uw God, niet met een schroef of veer, of met welk Goddelijk ihstru ment ook, maar dat doet uw God met zijn liart.

De reactie van heel zijn Goddelijk Wezen tegen uw zonde trilt er in. Het is geen mechanisch weer recht zetten van wat gij scheef trokt. Het is met zijn Goddelijk Vaderhart, dat Hij uw zondige machtoverscbrijding in zijn Almacht terugdringt. En dat nu, dat in dit terugdringen van uw zonde, zijn hart, zijn liefde, heel zijn innerlijk wezen spreekt, dat drukt de Schrift uit door toorn en verbolgenheid.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 november 1906

De Heraut | 4 Pagina's

„verbolgenheid en toorn.”

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 november 1906

De Heraut | 4 Pagina's