GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

TWEE WERELDEN.

IN DE STAD.

IX.

Grootvader voelde zich echter niet bevredigd, nu hij op de laatste en gewichtigste vraag geen antwoord had gekregen, dat zei wat hij weten wilde.

„Het is volstrekt niet noodzakelijk, dat Rika van hier gaat, " sprak hij; „waarom zou zij daa niet veel liever blijven? In de vreemde stad is zij geheel buiten ons oog, hoe goed die menseben ook wezen mogen."

Het baatte echter niet veel wat de oude man zei. Want Rika geloofde nu eenmaal vast en zeker, dat zij op het dorp nooit recht gelukkig kon leven, en haar ouders gaven toe, ook wijl ze meenden, dat hun dochter er bij winnen zou. Echter ging vader nog eens eerst mijnheer Brandwijk bezoeken om over 't een en ander te spreken. O. a. of zijn dochter ook geregeld ter kerk kon gaan en de catechisatie bezoeken.

„O zeker, "^ sprak mijnheer Brandwijk geruststellend, „zij kan al haar godsdienstplichten waarnemen naar behooren. Wij zelf wenschen het Opperwezen, als betamelijk is, te eeren. Uw dochter kan ter kerk gaan en naar de catechisatie, wanneer het daartoe ^de tijd is. Al wat deugd en braafheid kan bevorderen, is ons. altijd aangenaam; dat weet hier trouwens menigeen,

Nu voelde vader zich geheel gerust. En het stelde hem zeer te leur toen zijn schoonvader nog al niet tevreden was en zei:

„Ik had gaarne nog iets anders en beters gehoord. Ik meen dat als de dienst des Heeren ons niet meer dan een plicht en geen lust is, wij niet zijn, waar we wezen moeten."

Een maand later vertrok Rika naar haar nieuwe woonplaats. Moeder bracht haar weg. Beiden werden door mijnheer en mevrouw Braniwijk heel vriendelijk ontvangen.

Rika was nog maar heel zelden in zulk een mooi huis geweest, als waarin nu haar woning zou zijn. Het was een groot, niet hoog gebouw, waarin het er net uitzag. Er heerschte geen pracht, maar alles toonde, dat de bewoners het goed hadden en 't gemakkelijk en degelijk verlangden. Rika's kamertje zag er allerliefst uit. Op de tafel stonden mooie bloemen en het venster gaf een vriendelijk uitzicht in den tuin. Aan de muren hingen fraaie schilderijen, er waren twee groote glimmende kasten om alles in te bergen, ook een inkt-en zandkoker, en een rek met boeken. Kortom, Rika dacht dat zij neg nooit zulk een prettig kamertje had gezien. En dat zou nu het hare zijn. Moeder en zij werden door mevrouw het heele huis rondgeleid, en daarna nam de eerste hartelijk afscheid en vertrok.

Een paar uur lang was Rika nu dtuk bezig net al wat in een grooten koffer was meegekomen uit te pakken en neijes in de kasten te bergen, waarin echter nog vrij wat ruimte overbleef. Terwijl zij hiermee bezig was, kwam mevrouw binnen om te vragen of zij ook wat helpen kon. Juist lag op de tafel het Bijbeltje, dat grootvader zijn kleindochter had meegegeven en waar hij den tekst in geschreven had waarin gfivraagd wordt, wat het den mensch baten zou zoo hij de geheele wereld won en hij leed schade aan zijn ziel.

„Zoo heb je dat boek ook meegebracht? " zei mevrouw Brandwijk, terwijl zij las wat er vooraan instond. „Nu 't is heel goed, maar anders, we hebben hier ook nog wel een Bijbel voor ji".

Een poosje later werd het meisje geroepen om te komen eten. Vooraf werd er gegebeden, dat wil zeggen: alle aanwezigen waren een oogenblikje stil, met gesloten oogen. Thuis was Rika gewoon geweest, dat groot vader hardop bad. De maaltijd zelf was ook anders dan thuis en vrij wat meer naar den smaa's: der nieuwe huisgenoote, al voelde die zich overigens nog niet zoo aanstonds op haar gemak. Ea mijnheer èn mevrouw echter waren zoo vriendelijk, dat Rika al spoedig niet meer schuchter was, en in druk gesprek raakte met mijnheer die haar veel vsn de Zandhoeve liet vertellen en met mevrouw over kleeding en huis houdfcp. Na den eten en nadat men weer eventjes stil was geweest, gingen de oudsten van het gezelschap wat rusten, en trok de jongste weder naar haar kamertje tot er een bel luidde voor het theediinken.

Ook daarbij was het recht gezellig, en Rika moest nu vast leeren hoe alles in zijn werk giog, om later zelf te kunnen behulpzaam wezen. Er kwamen ook een paar dames die met haar praatten, en zeiden dat zij heel verstandig ge daan had, in de stad te komen, nu er zulk een goede gelegenheid was om het verder in de wereld te brengen dan op het dorp mogelijk was. Zij moet nu maar op de school en in huis haar best doen, ian zou zij later heel nuttig kunnen zijn en een gelukkig leven hebben.

Reeds een paar dagen na hun aankomst ging Rika naar de school. Zij vond er een aantal meisjes, die v/; l gewoon schenen vreemde gezichten te zien, 't geen ook trouwens hier nog al eens voorkwam. Niemand scheen op haar bijzonder te letten, wat Rika heel aangenaam vond. Een week lang woonde zij de lessen bij, die door heeren en juffrouwen werden gegeven. Daarna moest zij bij den hoofdonderwijzer der inrichting komen, die haar vertelde dat zij, als ze lust en ijver bleef betoonen als tot nu toe, bij de klasse blijven kon, waarin men haar had geplaatst. Ze moest maar haar best doen dati zou Blies wel gaan.

Rika vond dat recht aangenaam, ook toen zij het aan haar nieuwe huisgsnooten kon vertellen. Dat het goed en noodig was den Heere te vragen haar te helpen, en haar gezondheid en bekwaamheid te geven, kwam niet bij haar op, Trouwens niemand scheen dit hier noodig te vinden, noch mijnheer of mevrouw, noch de hoofdonderwijzer. Op de school werd over God en Zijn dienst ook bijna nooit gesproken. Als des morgens de lessen zouden beginnen, werd er niet gebeden, maar luidde een bel die het teeken gaf. Rika zag daar eerst wel vreemd van op, maar daar ieder ander het heel gewoon scheen te vinden dacht zij er spoedig even eens over.

Zondags ging zij — voor het eerst alleen — naar de kerk. Want mijnheer was te moe en bleef thuis en nsevrouw had hoofdpijn en kon niet gaan. Ze hadden echter eigen plaatsen in de kerk en zoo kon Rika daarvan gebruik maken, wat haar veel verlegenheid spaarde. Op haar plaats kon zij uitnemend al wat gesproken werd verstaan en zij nam zich voor om goed te luisteren, dan kon zij aan hen die thuis waven gebleven, straks 't een en ander er van vertellïn.

CORRESPONDENTIE.

Op eenige der ingekomen vragen en? , hopen we in 't volgend nr., te antwoorden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 december 1906

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 december 1906

De Heraut | 4 Pagina's