GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

TWEE WERELDEN.

EEN TERUGSLAG.

XXIII.

Groot nieuws had de directeur mee te deelen. Eeo lieer, die veel voor de school had gedaan, en later naar St.Petetersburg was vertrokken, waar hij een post bekleedde bij een groot handelshuis, was weer in Nederland teruggekeerd, om er een poos te blijven. Hij zou ook de school be zoeken, voor welke hij nog steeds had bijgedragen, en nu wiide de directeur, dat men den bezoeker met eere zou ontvangen. Daartoe behoorde ook, dat voor hem een welkomstgedicht zou worden opgezegd, en een woord van dank namens de leerlingen gesproken.

De laatsten vonden dat heel goed, en nu werd er om geloot, wat ieder doen zou. Rika trof het opzeggen van het gedicht. Dat zou wel gaan meende zij, al had zij nog maar drie dagen lijd er voor. Eigenlijk was dat haar gemakkelijker, dan het lang in 't geheugen te houden. Toen zij echter om het vers vroeg, kreeg zij ten antwoord, dat het nog niet geheel af was, maar dat zij het den volgenden morgen hebben zou. De directeur dichtte het zelf.

Het werd vrij laat eer alles besproken was. 01 het nu daardoor kwam of door het dichten, genoeg, de dichter voelde zich toen allen weg waren zoo slaperig, dat hij onmogelijk langer opblijven, laat staan dichten kon. Dj, t was recht verdrietig voor meer dan één. Maar onze directeur troostte zich met het oude gezegde: „Tot het onmogelijke is niemand gehouden, " ea sliep toen rustig in.

Den volgenden morgen stond Rika heel vroeg op, en ging zoo gaaw mogelijk naar beneden, in de hoop, het vers wellicht al in de brievenbus te vinden. Doch 't was er niet, en zij begreep nu dat het nog wat vroeg was. Doch toen de post het begeerde stuk ook niet bracht, en het na 't ontbijt, ja later, er nog niet wa? , werd het meisje ongerust. Eindelijk 3ond zij een boodschap, en kreeg bericht: 't Zou heel gauw komen. Maar 't werd middag en nog was er niets. Rika werd al meer onge rust, want de tijd ging inmiddels voort en was kostbaar! Eindelijk kon zij 't niet meer uithouden en ging zelf hooren wat er aan schortte.

Gelukkig was de dichter nu juist met zijn vers gereed en kon het, onder veel verontschuldigingen, haar ter hand stellen, 't Was nog al uitgedijd, zei hij zelf, maar dat zou we! niet hinderen, wijl Rika zoo vlug leerde. Haastig nam zij het papier en spoedde zich naar buis. 't Was juist tijd van eten, maar 't meisje gunde zich daar ter nauwernood tijd voor. Zoodra het even ging zocht zij haar kamer op, en zette zich aan het lezen en leeren van het ge wichtige stuk.

Zoo zat zij daar twee uur achtereen zich met inspanning te oefenen — want het vers was lang en moeilijk — tot eindelijk mevrouw, die ongerust werd, eens kwam zien, waar het meisje bleef. Met tegenzin volgde zij mevrouw naarde theetafel en bleef daar een poosje, doch bijna zonder iets te zeggen. Door de spanning waarin zij eerst verkeerd had, en de inspanning daarna, zag zij er vermoeid en bleek uit. Mijnheer Brandwijk en zijn vrouw die dat opmerkten, raadden haar aan, vroeg naar bed te gaan. Eerst wilde Rika dat niet. Doch plotseling scheen zij van besluit te veranderen en zei:

„Ik geloof toch, dat het maar beter voor mij is, naar boven te gaan. Ik ben erg moe."

„Ja, doe dat, " zei mijnheer bezorgd, „als js geslapen hebt, zal 't wel weer over zijn."

Maar Rika dacht aan heel wat anders dan rusten. Zoodra zij boven was ontkleedde zij zich wel een weinig en legde zich te bed, doch in plaats van nu te trachten te slapen, plaatste zij zich zoo gemakkelijk mogelijk in de kussens en begon te lezen. Toen het donker was geworden kwam mevrouw nog eens zien hoe zij het maakte. Rika die haar had hooren aankon: en, deed alsof ze sliep en toen ging de dame weer heen.

Nauwelijks echter was mevrouw Brandwijk weg, of het meisje, nu zeker wetend dat zij niet meer gestoord zou worden, verliet het bed, stak licht op, zette dat achter een schermptje op een tafelije voor het bed, en legde zich toen weer daarop, maar met het schrijfboek bij zich waar het gedicht in stond, 't Was pas negea uur. Ze kon, docht haar, nog wel een paar uur op het vers studeeren, en dan nog lang genoeg slapen.

Eerst overhoorde hij zich zelf. Dat viel mee. Zij kon het lange stuk bijna zonder haperen uit het hoofd opzeggen. Had zij 't in een piaruur zoo ver gebracht, dan zou, meende zij, het overige ook wel gaan.

Maar dat overige was juist 't moeilijkst, en lang niet geschikt om op den laten avond te ]|forden beoefend door iemand, die een dag vol W gejaagdheid achter zich heeft. Want het kwam er na op aan, het ven sierlijk op te zeggen, met behoorlijke buiging van de stem, in doen rechten toon, met geschikte gebaren en zoo meer. Rika wist dat, maar juist dat moeilijke prikkelde haar tot doorzetten en volhouden.

Reeds had de klok elf uur geslagen en nog altijd was Rika druk bezig. Zij had ge/reesd slaperig te zullen worden. Maar vreemd genoeg, zij bespeurde zelfs geen zweem van lust tot sluimeren. Integendeel 't was haar ais werd ze steeds helderder en als ging het steeds vlugger. Haar hart klopte sneller van blijdschap bij de gedachte, dat alles zou gelukken, dat zij d eer zou hebben, ten aanhoore van zoovelen, het gedicht voor te dragen. Wat zou men baar toejuichen! hoe voldaan zou de directeur niet zijn. Hoe....

Eensklaps was 't haar, als kreeg zij een zwaren slag op het hoofd, het schrijfboek ont viel haar hand, zij zonk achterover in d kussens.

’t Was omstreeks twee uur na middernacht, toen mijnheer Brandwijk, wiens slaapvertrek op dat van Rika uitzicht had, meende daar nog licht te bespeuren, wat anders niet het geval was. Hij maakte zijn vrouw opmerkzaam, die dadelijk opstond en naar de kamer van het meisje gitig.

Toen zij, op haar roepen geen antwoord kreeg, schrikte zij. Ze ging aan het bed en vond bij het licht der lamp, hoe Rika daar lag, doodsbleek, zwaar adem halend en met een uit­ t drukking op 't gekat, die de dame deed schrik ken. Het schrijfboek waarin zij gelezen had lag nog op het bed.

Mevrouw begreep niet zoo aanstonds wat er gebeurd was, want Rika had van haar werk niets verteld. Zij haaste zich het meisje te roepen, doch er kwam geen antwoord. Zelf3 toen mevrouw haar poogde wakker te schudden, ontwaakte zij niet.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 april 1907

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 april 1907

De Heraut | 4 Pagina's