GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Dereeniginsleden.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dereeniginsleden.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

NAAST ELKANDER.

Hemelvaartsdag is allengs geworden de dag oor onze Christelijke jongelingsvereenigingen. j an trekken haar vertegenwoordigers, in twee roote legers, op naar de plaats der jaarergadering, om wapenschouwing te houden, m elkander te sterken voor den strijd in het even, om den band der gemeenschap nauwer an te halen, om de belangen van hun verenigingen, van de Christelijke jongelingschap, e regelen en te bevorderen.

Er is lang getwist over de vraag, of-het wel oed, of het wel verdedigbaar is, dat onze ongelingen van christelijken huize worden inedeeld, zooal niet naar een kerkelijke gezind­ d eid dan toch naar een kerkelijke belijdenis. nder onze eigen Gereformeerden zoowel als t nder Hervormden waren er zeer velen, die ang staande hielden, dat een dergelijke split­ d ing schadelijk moest zijn voor de vorming p nzer jongelingen, nadeelig ook voor hun o ereenigingsleven.

H-^t is mogelijk, het is zelfs waarschijnlijk, dat er in onze gereformeerde kringen nog zijn, die er zoo over denken; die liever zouden zien, dat alle jongelingen van christelijken huize plaat selijk, provinciaal en nationaal zich voegden tot ééa vereeniging, tot één bond; dat er fusie ksvam tusschen het Nederlandsch Jongelings-verbond en den Nederlandschen Bond van Jongelings vereenigingen op Gereformeerden grondslag; dat de één straks op Hemelvaartsdag 9 Mei niet te Almelo en de ander te Leeuwarden samenkwam, maar dat zij samen in dezelfde plaats, in hetzelfde lokaal, vergaderden onder gemeenschappelijk gebed en gezang.

Dit is echter een overwonnen standpunt. Een standpunt, dat door de macht der feiten niet meer is in te nemen, althans voor de ontwikkeling van het vereenigings leven van geen be teekeni? meer is.

Het is hier precies als in het politieke leven. Oorspronkelijk behoorden al onze landgenooten, die bewust stonden tegenover het liberalisme, tot ééa partij, de antirevolutionaire partij, eerst onder de leiding van Groen van Prinsterer en daarna van Dr. Kuyper. Er is echter scheuring gekomen; men heeft zich van de antirevolutio naire partij losgemaakt en een andere partij geformeerd. Het spreekt van zelf, dat dit door hen, die bij de stichting van Groen bleven, werd betreurd; dat in den beginne ernstige pogingen werden aangewend om de dissenters tot terugkeer te dringen. Doch op het laatst moest de scheiding, het bestaan var) twee of meer partijen naast en soms tegenover elkander, wel worden aanvaard. En zoo na staat het ook ten opzichte van de Gereformeerde Jongelingsvereenigingen, die zich nu weldra 20 jaren geleden van het Nederlandsch Jongelingsverbond hebben losgemaakt. Daar kan over en weer oirer die scheiding nog heel wat gedispu teerd worden; doch dit heeft ten slotte geer» andere dan theoretische beteekenis, want de practijk heeft ons geleerd, dat er volop plaats is voor twee groote Bonden van Jongelingsvereenigingen; dat die beide Bonden èn in hun kring èn ook wel gezamenlijk tot zegen werkzaam kunnen zijn.

Er is plaats voor beide Bonden. Dat bewijst het getal aangesloten vereenigingen, het grc-ot aantal leden, behoorende tot ieder dier Bonden. Dat bewijzen ook de voortdurende bloei en groei, waarin beide Bonden zich mogen ver heugen. Dat bewijst niet het minst de geest van welwillendheid, van broederlijke genegenheid, die thans tusschen hen de heerschende is en die zoo aangenaam afsteekt bij den geest van verbittering en van concurrentie-zucht, welke uit den aard der zaak in den aanvang en jaren lang bestond.

Oelijk bekend is, zijn er nog tal van christelijke jongelingsvereenigingen, die zich bij geen der bestaande Bonden hebben aangesloten:33 in de provincie Groningen, 27 in Friesland, i8 in Drente, 27 in Overijsel, 27 in Gelderland, 13. in Uirecht, 18 in Noord-Holland, 28 in Zuid-Holland, 4 in Zeeland en 4 in Noord Brabant; totaal christelijke jongelingsvereenigingen, bij geen Band aangesloten, 198.

Dan is er nog altijd een Friesch Jongelings verbond — voorzitter L. W. de Vries te Minnetsga en secretaris T. Nauta te Ferwerda — tellende 50 vereenigingen; en voorts nog een Nederlandsch Luthersch Jongelingsverbond — voorzitter Ds. H. C. Zwahler, secretaris Ds. J. C. Sciitöder te Kuilenburg. Beide Bonden hebben een eigen orgaan : het Friesch Jongelings-verbond Het Correspondentieblad, redacteur Ds. H. Guittart te Minnertsga; endeNederlandscheLuthersche Jongelingsbond orgaan De Lutheraan, redacteur Ds, Schroder te Kuilenburg.

De overgroote meerderheid der bestaande Chiistelijke Jongelingsvereenigingen behoort echter tot één van de andere twee Bonden:368 vereenigingen met 9564 leden tot het Nederlandsch Jongelingsverbond en 476 vereenigingen met 9409 leden tot den Ned. Bond van Jongelingsvereenigingen op Gereformeerden grondslag. Hieruit blijkt, dat beide Bonden zoo ongeveer tegen elkaar opwegen. Waar dit zoo is, heeft het geen zin meer om te jeremieeren over wat vroeger is voorgevallen; maar hebben we allen den bestaanden toestand te aanvaarden, dankbaar zelfs te aanvaarden. Dankbaar in zoo verre, dat scheuring den bloei van het vereenigings leven onzer jongelingen niet belemmerd, maar veel meer bevorderd heeft. Hier volge een opgave van het aantal vereenigingen of afdeelingen en leden over de verschillende provinciën en voor de beide Bonden:

c Provincie Groningen Friesland Drenthe Overijsel Gelderland Utrecht Nd. Holland Zd. Holland Zeeland Nd. Brabant Ned. Indië Geref, Jongelb. Ned. Jongel. verb. leden 439 794 298 1053 1995 507 1398 2499 414 167 Totaal afdeel. 57 103 9 24 41 34 43 "3 33 18 I 476 leden 1267 1956 190 594 öiS 591 810 2551 531 291 13 9409 afdeel. 1 18 46 10 1 39 75 24 4ï 79 27 9 368 9564

Beide Bonden zullen op Hemelvaartsdag, als naar gewoonte, vergaderen. Het Ned. Jongelingsverbond te Almelo; sprekers: Dr. de Visser (Kamerlid), Mr. H. de Bie te Zwolle, Ds. J. J. van der Broek te Zutphen en Dr, A. van Veldhuizen te Almelo. De Geref. Jongelingsbond ver gadert ditmaal te Leeuwarden. Sprekers: Dr. H. H. Kuyper, Ds. Landwehr, Dr, L..H. Wa genaar en Ds. H, Hoekstra. Beide jaarvergaderingen zullen ook nu weer flink bezocht zijn, al liggen Leeuwarden en Almelo nu juist niet midden in het land. De jaarvergaderingen van den Gereformeerden Jongeliagsbond worden met ieder jaar al drukker bezocht, ook door afge vaardigden van de aangesloten vereenigingen.

In het laatst verschenen nummer van het Geref. Jongelingsblad, welk orgaan nu reeds een oplage heeft van niet minder dan 7000 exem plaren, wordt de meerdere belangstelling in de jaar vergaderingen met cijfers aangetoond:

Jaar 1900 1901 1902 1903 1904 1905 1906 Plaats Groningen Arnhem Amsterdam Dordrecht Zwolle Utrecht Rotterdam Vert. ver. 202 242 267 223 286 3°4 355 Aant. ver. 340 356 374 387 410 455 476

Of de opkomst ook thans, nu de jaarvergaering heelemaal in het Noorden des lands ordt gehouden, toenemende belangstelling zal oonen ? Dat dient te worden afgewacht; docb oè dit moge zijn, de gegeven cijfers wijzen uidelijk aan, dat er in ons land wel terdege laats was voor een eigen vereenigingspunt voor nze jongelingen van gereformeerden huise. ndien dat vereenigingspunt niet gevonden ware eweest, het Nederlandsch Jongelingsverbond ou er niet door gebaat, maar geschaad zijn. eschillen van kerkdijken aard, verschil in opatting over den arbeidskring en het karakter an een C^iristelijke jongelingsvereeniging zouen de twee stroomingen en richtingen van zelf erbitterd hebben. Er was een schijn-eenheid eweest, een huisgezin in zich zelf verdeeld. En et gevolg zou zijn geweest, dat vele jongelingen an de eene zoowel als van de andere richting ich zouden hebben onttrokken, of wel zich niet ouden hebben aangesloten.

Zoo beschouwd kan ieder Gereformeerde arme genegenheid hebben voor den Gereforeerden Jongelingsbond, maar ook oprechte beangstelling gevoelen voor iedere poging om et Ned, Jongelings verbond tot meerderen roei en bloei te brengen.

Met vergelijkingen behoort voorzichightid etracht te worden. En daarom kan een oord van den spreker bij de Openingsamenkomst der Nederlandsche Tentzending op rijdag 12 April te Dordrecht gehouden, niei eheel van toepassing zijn op het voorgaande. e Tentzending werd nl. aanbevolen op grond at de kerk, zooals deze optreedt, in tal van pzichten te kort schiet; dat er een ontelbare chare is, die nooit in de kerk komt, en dat aarom ook de Tentzending een uitstekende elegenheid biedt tot samenwerking van peronen uit alle kerken onder de banier van het ruis. Geheel verwerpelijk is dat woord zeker iet. Al moet van Gereformeerde zijde op het nkerkelijk karakter van veler arbfid, onderde erk vallende, gewezen worden, al worden hier n daar de grenzen voor het algemeen christeijke wel wat ver getrokken — daarom zal och niet gewenscht kunnen worden, dat ereenigingen als die van de Tentzending, Leger es Heils, Jeruël op staanden voet zullen verwijnen, met name niet de Tentzending wier rondslag voor haar arbeid is die der Evan elische Alliantie. Ook door zulke vereenigingen, l mag geen Gereformeerde vrede met haar rondslag hebben, kan in de voorzienigheid Gods og veel zegen verspreid worden.

Welnu, zoo ongeveer kan een gereformeerde taan tegenover den arbeid van het Ned. Jongengsverbond, wiens bloei onder gelijkgezinden oor ieder gereformeerde van harte wordt geenscht. Immers, als dat verbond er niet was, r zouden tal van jongelingen niet komen onder en invloed van nuttigen arbeid, onder den vloed van de Christelijke beginselen.

Doch van zelf gaat bij de gereformeerden de ympathie het meest uit naar den Gereformeeren Jongelingsbond, die door zijn oprichting erstaan heeft, dat niet slechts in het gezin en de school, maar ook op den jongelingseftijd de Gereformeerde beginselen geëerd n tot ontwikkeling behooren gebracht woren; verstaan heeft ook, dat het Calvinisme oor te staan, niet uitsluit waardeering voor nderer gevoelens, doch bovenal eischt opbou­ o ing en versterking in de eigen beginselen,

Bloeie en groeie daaarom de Gereformeerde ongelings-bond en zij en blijve de leiding in ien Bond zoo principieel en tegelijk zoo geuigend van waardeering voor den arbeid van nderen, die ook de uitbreiding van bet Koninkijk Gods bedoelen, dat deze Bond met het ed. Jongelings-verbond op menig punt moge amenwerken, en dat bij voortduring de nu eeds niet onwelwillende verhouding vriendchappelijker en broederlijk moge worden.

d Een gereformeerde, die eenmaal met be­ hhddnes ustheid en beslistheid het door zijn beginselen eeischt standpunt inneemt, is vanzelf ruim gens allen, die ook het goede zoeken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 april 1907

De Heraut | 4 Pagina's

Dereeniginsleden.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 april 1907

De Heraut | 4 Pagina's