GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De finantiëele nood onzer predikanten.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De finantiëele nood onzer predikanten.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

III.

Met opzet verwezen we naar de Vrije Kerken in het buitenland om de gedachte af te snijden, alsof de oplossing van dit vraagstuk zonder hulp van den Staat onmogelijk ware.

In deze Vrije Kerken heeft men voor dezelfde moeilijkheden gestaan als bij ons. Ook daar moest een bevolking, die aan 't geven voor de Kerk ontwend was, plotseling voor een aanzienlijk kerkelijk budget zorgen. En indien het, dank zij de offervaardigheid der gemeente, toch gelukt is dit bezwaar te overwinnen en aan de Dienaren des Woord een behoorlijk tractement te verschaffen, waarom zou dit dan in ons land niet kunnen.'

Het gevaar voor onze Kerken schuilt juist in den geest van moedeloosheid, die ons bij de pakken doet neerzitten met het rampzalig gevoel, dat er toch niets aan te doen is. Er wordt reeds zooveel gevraagd voor Kerk en School, Zending en Barmhartigheid. Telkens komen er nieuwe nooden en behoeften bij, en de beurs onzer Christenbelijders is reeds bijna uitgemergeld. Hoe zou men er dan in ernst aan kunnen denken, de tractementen onzer Dienaren des Woords ook maar eenigszins belangrijk te verhoogen? Men erkent wel van harte, dat de meeste predikanten van hun sober tractement nauwelijks met moeite kunnen rondkomen, maar tot een krachtige en etsergieke poging, om in dien noodstand verandering te brengen, komt het niet. De gemeeate kan immers niet meer doen dan KC doet en berusten is het eenige, wat overblijft.

Juist om die wanhopende gedachte weg te nemen, willen we ditmaal eens met enkele sprekende cijfers aantoonen, wat de Vrije Kerken in het buitenland doen, opdat onze Kerken daaraan zich spiegelen mogen.

In de eerste plaats vestigen we de aandacht op Zuid-Afrika, omdat we daar té doen hebben met een stamverwante bevolking. In Zuid-Afrika ontvangt de Kerk geen staatssubsidie voor de predikantstractementen ea moeten deze door de gemeenteleden vrijwillig worden bijeengebracht. Nemen we nu de numeriek talrijkste kerk, de Nederduitsche Gereformeerde Kerk, zoo varieeren de tractementen van 250 tot 800 pond per jaar; terwijl het gemiddelde tractement wordt geschat op 400 pond. Dat wil dus zeggen, dat de laagste tractementen /3000 bedragen en de hoogste bijna f 10 000, terwijl als doorsnéde-cijfer / 5000 wordt opgegeven. Nu is het zeker waar, dat de bevolking in Zuid-Afrika, gemiddeld genomen, rijker is dan in ons land. En ook mag niet vergeten worden, dat de geldswaarde in Europa en Afrika niet gelijk is; gewoonlijk schat men, dat een tractement in Zuid-Afrika dubbel zoo hoog moet rijn als in Nederland, om op gelijken voet te leven. Maar daartegenover staat dat de bevolking nog altoos gebogen gaat onder de naweeën van den oorlog, de finantieele toestand daardoor verre van rooskleurig is en de boer veel meer dan bij ons van droogte, misgewas, sprinkhanen enz. te lijden heeft. En wat den levensstandaard aangaat, zoo zijn wel kleeren, huisraad, boeken enz. veel duurder dan bij ons, maar de levensmiddelen, waarop het vooral aankomt, zijn daarentegen goedkooper. De prijs van het vleesch is de helft van dien bij ons. Wie eenvoudig leven wil kan in Zuid-Afrika van zijn tractement niet alleen met gemak rondkomen, maar zelfs nog overhouden.

Evenzoo staat het in Noord-Amerika, waar de Staat evenmin eenige subsidie aan de Kerken uitkeert en de predikanten uitsluitend leven moeten, van wat de gemeenteleden opbrengen. Juist die finantieele scheiding van Staat en Kerk heeft voor de Kerk de beste vruchten gedragen. Daardoor is een gezond, energiek kerkelijk leven ontstaan, dat de bewondering opwekt van iede»", dié Amerika bezoekt. Men mag in Amerika den „Almachtigen dollar" te veel vereeren, maar men weet ook met K chier vorstelijke mildheid voor School en erk te geven. Een Christen in Amerika W n eschouwt het niet als een lastige verplich­ h ing, maar als de natuurlijkste zaak van de ereld, dat hij een goed deel van zijn In­ m komsten voor de Kerk afzondert. De gemiddelde bezoldiging van de predikanten op kleine plaatsen bedraagt 700 dollars, d. i. / 1750; voor de steden stijgt dit echter enorm; predikanten, die tot 10.000dollars, d. w. z. / 25 000, inkomen hebben, zijn geen zeldzaamheid en enkele predikers in New-York ontvangen zelfs 20 000 dollars, d. i. ƒ 50003 per jaar. Ook de tractementen in de HoUandsche gemeenten in Amerika zijn gemeenlijk hooger dan in het moederland en de predikanten, die van hier naar Amerika verhuisden, deden fïnantieel geen kwaden ruil. En al hangt dit ongetwijfeld saam met het feit, dat de verdiensten in Amerika algemeen hooger zijn en de gemeenteleden daarom meer geven kunnen, toch is door ieder die Amerika's kerkelijk leven nader kennen leert, het eervol getuigenis gegeven, dat de offervaardigheid dezer Kerken groot is.

Toch zijn deze toestanden in Noord-Amerika en Zuid-Afrika ten deele exceptioneel ; men heeft hier rekening te houden met de meerdere weivaart der bevolking en met het verschil in geldswaarde. Een zuiveren maatstaf ter vergelijking leveren ze niet op. Vandaar, dat we ook op de Vrije Kerken in Europa te letten hebben, omdat daar de toestanden veel meer in overeenstemming zijn met wat in ons land gevonden wordt.

Nu hebben deze Vrije Kerken zich vooral ontwikkeld in Engeland en Schotland. Zelfs is deze ontwikkeling zoo voorspoedig geweest, dat de Vrije Kerken in getalsterkte reeds de Staatskerk overtreffen. In Schotland was dit reeds lang het geval, omdat de Staatskerk daar een betrekkelijk onbeteekenende rol speelt. Maar ook in Engeland, waar de Episcopale Staatskerk veel dieper wortelen sloeg in. het volksleven, gaat het dieazelfden weg op. Bepaalde statistieken heeft men voor Engeland niet; men rekent daar niet met het aantal leden, maar met het aantal zitplaatsen in de Kerk, In 1801 stond de verhouding zoo, dat de Staatskerk 4 millioen zitplaatsen had, alle vrije Kerken saam 881.000. Maar in 1896 was de verhouding reeds zoover gewqzigd, dat de Staatskerk pl.m. 6778.000 zitplaatsen heeft en de Protestantsche Vrije Kerken saam 7 600.000. De Vrije Kerken overtreffen de Staatskerk dus reeds met één millioen zitplaatsen en deskundigen erlcennen dan ook, dat de Staatskerk niet eens meer de helft der bevolking omvat.

Nu staan voor Engeland zelf ons geen ofifi; ieele cijfers ter beschikking, hoe hoog hier de tractementen bij de Vrije Kerken zijn. Wel weet men, dat deze tractementen gemiddeld die van de Staatskerk overtreffen. En hoe groot de offervaardigheid is, kan wei daaruit blijken, dat de Methodistische Kerk in 1895 alleen voor de Zending 600000 pond uitgaf, dat is zeven millioen twee honderdduizend gulden. Het aantal leden dezer Kerk wordt op i millioen gejïchat, wat dus per hoofd ongeveer fj ge< fc. Rekent men het aantal leden onzer Kerken op 300.000, dan zou dat voor de Zer, ding alleen een budget geven van ruim twee millioen gulden.

Bïter zijn we ingelicht omtrent Schot land, daar de Vrije Kerken hier generale maatregelen van de predikantstractementen genomen hebben. De twee groote Vrije KP, ! ken, de Free Church en de United Presbytrrian Church, die onlangs zijn saamgef molten, hadden vroeger elk haar eigen regelirsg. Daar de predikantstractementen in de Schotsche Hooglanden, waar de bevolking arm is, gering waren, richtte de Free Church een generaal fonds op (sustentati onsfonds), waaruit aan alle predikanten een minimum tractement van 2400 gulden werd uitbetaald. De gemeenten konden zelf dit tractement door vrijwillige bijdragen nog verhoogen. De United Presbyterian Church giog van de veel juistere gedachte uit, dat de Kerken zelve voor het onderhoud der Dienaren te zorgen hebben, maar er werd een suppletie-fonds (augmentationsfon ]s) opgericht, waardoor de te lage tractementen werden verhoogd, en ook hier gold als regel, dat het minimumtractement 200 pond, dus ƒ 2400, moest bedragen met vrije pastorie. Zoo bestonden in deze beide Vrije Kerken „keine elenden Gehalter", geen slechte tractementen meer; in den noodsta'.id was afdoende voorzien. Na de saamvloeiing van beide Kerkengroepen ging het centrale fonds voor de Vrije Kerk verloren, maar op aanvrage van de Synode werden binren enkele maanden meer dan voldoende sommen ingeteekend, om in den nood te voordien. De Synode vroeg 1.200 000 gulden en kreeg direct 1.800.000. Het gezamenlijk budget der vereenigde Kerk bedraagt rond 7 millioen gulden; het aantal Avondmaalgangers 500000; wat per hoofd geeft 14 gulden.

Over de offervaardigheid van de Vrije Kerken in Zwitserland en Frankrijk valt zeker niet in die mate te roemen. De Egiise iibre in Frankrijk telt nauwelijks meer mee. En de Vrije Kerk in Zwitserland, hoewel ze hoofdzakelijk uit zeer gegoede leden bestaat en niet bezwaard is met de zorg voor school of armen, keerde tot kort geleden aan hare predikanten een uniform tractement uit van fr. 3000, waarvoor de predikant dan nog zijn eigen huis moet huren. In de grootere steden gaat met huishuur en belasting bijna het geheeie tractement weg. En al is dit uniformtractement thans iets verhoogd, toch is het op verre na niet voldoende voor de behoeften van een predikantsgezin.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 juni 1908

De Heraut | 4 Pagina's

De finantiëele nood onzer predikanten.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 juni 1908

De Heraut | 4 Pagina's