GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Duitschland. Modernen pleitend voor den hiBtorischen grondslag van bet Paaschevangeiie.

Het orgaan der modernen jn Daitscblacd, de Christliche Welt, gaf in zijn Paaschnummer in twee artikelen het bewijs, dat zijn redactie de heikfeiten, waarop de kerk vsn Christus ge bouwd is, niet meer loochent.

Het eerste artikel is een Schriftbeschouwing over Efeze i : 19 en volgende. De schrijver zegt daarin, dat in de geloofsgetuigenis«< ^n der eerste Christenen de betrekking tot dea opgestane en de blik op het feit der Opstanding geheel op den voorgrond staat. „Zij is het vaste fundament des heUs en tegelijk de vaste rug gegraat, waardoor het geheele geloofsleven \%stgebonden wordt, dus grond voor de zekerheid en bron voor de kracht des Ctiristendoms." Hij betreurt het daarom, dat men tegenwoordig de opstanding van Christus ahijd meer critisch ondeisoekt, en men daar-door de ruggegraat des geloofs verloren heefr, dat de eerste j oogeren en belijders zoo sterk maakte. Men moet tot de ervaring der kracht Gods en van de macht des Heeren tcrugkeeren, die de jongeren in de opstanding van Christus ervoeren; de ervaring van die kracht zal het Christelijk geloof tiit zija „weekdierexistentie" verlosaen.

Duidelijker spreekt nog een tweede artikel van Johannes Herzog. Onder den titel van „Het probleem van de opstanding van Christus, " bespreekt hij een reeks geschriften, die vóór en tegen de opstanding in bet licht gegeven werden; van Arnold Meijer, Riggenbach, Loofs, Koiff, Biückner, von Dob«chütz Holtzmann, Reischle. Hij komt tot de slotsom, dat bij de critici een eigenlijk grootere geloofsenergie aanwezig moest zijn, wijl zij met een minimum van heilsfeiten komen, en bun Paaschgeloot laten rusten op meer of minder subjectief verkregen visioenen. Men zou daar boven het wonderspreukig opschrift kunnen stellen: Zalig zijn zij, die niet zien en toch gelooven. Men kan en mag voorts verder erkennen, dat zich onder die minimum theologie een dubbel groote mate van godsdienstige waarheidsernst en levensenergie verbergen kan, waardoor men zich als Christen en als jonger van Christus beschouwen kan."

Dan zegt de schrijver voorts: Maar wanneer dit alles toegegeven wordt, zoo komt een tweede vraag op: s dit werkelijk het dialect, waarin de levende God tot de jongerenen tot de gemeente gesproken heeft, toen zij hunne Paaschervaringen hadden? " Het geheele Nieuwe Testament betuigt het, dat der.e taal een krachtiger, duidelijker, ondubbeliinniger woord geweest is. En wel, zoo niet uit andere oorzaken, dan.toch op dezen grord, dat alleen deze krachtige taal door hen kond verstaan worden. Zonder dit moment kwam het verlossings-en verlossersgeloof niet tot kracht en leven, hetwelk door Paulus aldus beschreven wordt, wanneer hij in Rom. 1:4 zegt, dat „Christus krachtig is bewezen de Zoon van God te zijn door de opstanding uit de dooden". Daaruit volgt voor ons en voor de gemeente, dat het Paaschgeloof voor hen een andere gestalte, een anderen inhoud, een andere structuur hebben en behouden moet, dan de moderne verklaring van de verschijningen van den opgestanen Christus hun geeft. De moderne verklaring kan niet verlangen hetzelfde recht te hebben met, of gesanctioneerd te worden door het vere resurrexit (Hij is waarlijk opgestaan), gelijk de gemeente dit van oudsher verstaat. Het geloof der gemeente aan het Paaschwonder moet vas ter, massiever grondslag hebben. — Wan neer wij dezen staat van zaken nuchter inzien, dan wordt veel onnoodige en dikwerf hatelijke strijd bespaard. Ten slotte nog een laatste wenk. De ellende van onzen kerkelijken en theologischen toestand en van zoo oneindig veel misverstand en verwarring ligt dieper als in de wrijving tusschen theologie en gemeente, als in gebrek aan historischen zin of gebrek­ kige dogmatische begrippen; zij heeft baar grond in gebrek aan godsdienstige kracht, in gemis aan dieper Christelijke ervaring. Dit geldt ook van het ontvangen van het Paaschevangelie. Om dit levendig te verstaan, is niet alleen ideale zin en godsdienstige belangstelling en een historische blik op de toen bestaande omstandigheden noodig, ma9, r ook zoodanige zielkundige gesteldheid, welke gelijkt op die waarin de eerste jongeren verkeerden. Dus een zoodanige inwendige spanning der ziel bij het strijden om te komen tot zekerheid, of om te geraken tot het Christelijk leven, die het bin nenste van den mensch in aanraking brengt met de „kracht van de opstanding van Christus, " waarvan Paulus in Pbil. 3 : 10 spreekt. In deze richting is de eenige plaats te vinden, waarop critisch-en conservatief aangelegde Christenen en theologen elkander zoo kunnen ontmoeten, dat zij elkander verstaan of althans beter kunnen verstaan, als op den grond van het verstandelijk, van het historisch critisch en dogmatisch metaphysische onder joek mogelijk is."

Dit betoog bevredigt ons wel niet geheel, doch er is toch duidelijk uit te zien, dat er, even als ten onzent, aen kentering onder de modernen plaats heeft gehad. Gelijk in dit blad eenige maanden geleden werd aangetoond, heeft men ook in Nederland het merkwaardig ver schijnsel waargenomen, dat men op een vergadering van moderne theologen weer een lans brak voor de waarheid der historische feiten, waarop de kerk des Heeren is gebouwd, terwijl de ethischen der linkerzijde meer neiging betoonen om de heilsfeiten te laten vallen; cm genoeg te hebben aan de ideeën, die daaraan ten grondslag liggen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 mei 1909

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 mei 1909

De Heraut | 4 Pagina's