GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

VOOE EN NA EEST WOELIGEN PAASOHDAG.

I.

EEK BRANDSTAPEL EN KEN TEGENSLAG.

In Zeeland traden vele aanzienlijken tot het Verbond der Edelen (1565) toe, doch de meeste hunner verlieten, evenals Oratje, het land bij Alva's nadering; over niet minder dan een honderdtal ingezetenen van Middelburg, Vlissingen en Veere sprak Alva het banvonnis ten eeuwigen dage uit en verklaarde bun goederen verbeurd; onder deze (sommige hunner waren reeds uitgeweket), bevonden zich zelfs geestelijken der Middelburgsche Abdij en der loofdkerken; doch zij bleken, volgens het door Alva gelaste, strenge onderzoek, heimelijk de Hervorming toegedaan. Wekte deze maatregel reeds verbittering, zonder het bedwang der gezonden Spaansche en Waalsche benden zou openlijk verzet weldra hebben plaats gemaakt voor inwendige wrevel; nu droeg elke maatregel van willekeur en geweld wrange vruchten en versterkte den geweldigen haat der Zeeuwen tegen Spanje; een haat, die zich reeds had lucht gegeven in 1561 bij het vertrek der Spaansche troepen.

’t Brielsche eiland en Walcheren hadden zooveel door de afpersingen der ingekwartierde soldaten geleden, dat de Zeenwen zelts ten aanhoore der bevelhebbers weigerden aan hun geteisterde dijken te arbeiden, zeggende: „Wij willen liever door de zee overstroomd worden, dan éen voet verzetten om aan dezelve wederstand te bieden, zoolang deze vreemde krijgslieden zich op onzen grond bevinden".— Luide klonk het gejaich op der tallooze schare, op de schoone reede van Vlissingen verzameld, toen de schepen met de veifoeide Spacjoolen vertrokken ; niet onaardig zegt een geEcbiedschrijver: „Het gejuich van alle provinciën deed de zeilen hunner schepen zwellen".

Reeds in 1549 drukte Kirel V zijn zoon Filip» bij diens inhuldiging op het hart, toch goede zorg voor Zeeland te dragen, in 't bijzonder voor Vlissingen den sleutel der Nederlanden., gelijk de keizer deze stad noemde.

Als stad bijna zoo oud als Middelburg klimt haar oorsprong tot WiUebrord op; die het plaatsje een zilveren kruikje of fl^scbje met twee oonjïs ter gedachtenis van zijn verblijf schonk. Zij wordt in den schat ten stadbuize nog steeds bewaard; verder vertoont deze fleech haar gedaante, op een goud veld, als stadswapen. Waarschijnlijk ontstond zoo de naam Vlissingen. Anderen schrijven dien aan de Noormannen toe, aangezien in 't Deensch de wisseling van het getij vies heet, en de Denen en Noormannen op Walcheren menig spoor hunner roof(ochten achterlieten. Hoe 't rij, Karel V hield zijn Nederlandschen sleutel in waarde, en deze verdiende 't.

Door Karel versterkt, bood de reede een rnime, dd Oude-Haven een veilige ligplaats voor de talrijke schepen, die op de bsnnenmttiren of ter zee voereo. D« Oade-Have& j verdeelde zich in twee takken, welke het Rondeel, een ronde bemuurde landtong, geschikt voor een batterij, omspoelden. Lwgs den eenen tak der Oude-Haven loopt de Bierkade tot de zoogenaamde IJseren brug, (zoogenaamd, wijl die brug ijzeren leuningen had, een uitzondering in die dagen); de andere tak bespoelde de Engelsche-en de Pottenkade; een sluis met bouten ophaalbrug, de Roode brug geheeten, scheidt de twee deelen der Oude-Haven.

Op sommige avonden kon men langs de Bierkade naar de Groote Markt, een regelmatig, ruim, vierkant plein, enkele personen zwijgend zien voortsluipen, liefst bij donkere maan, om in een deftig, steenen huis, met leien dak, gesticht en versterkt te worden in het geloof den heiligen eenmaal overgeleverd; om onderwezen te worden in de leer der godsaligheid naar Gods onfeilbaar woord; welks licht door de Hervorming der zestiende eeuw weder op den kandelaar was herplaatst.

Velen bescheen in deze plaats dit heldere licht des Evangelies niet; want de voorganger een vroom, godzalig man, (geen predikantj die de saamgekomenen onderrichtte sprak alleen zijn moedertaal, het Fransch. Toch vormde zich hier een kleine gemeente, die als meer het geval was in die benauwde tijden èn ouderling èn diaken met andere kruiskerken gemeen had en somtijds de bondiegelen van een doortrekkend dienaar des woords ontvangen mocht.

In het museum te Utrecht bewaart men nog het tafelkleed, dat bij een avonmaalsbediening gebiuikt werd, toen de heilige disch stond aangericht in den diepen kelder van 't bovenvermelde buis, een der onversaagde Franscbe predikers uit Vlaanderen reikte daar, inden nacbt, den geloovigen brood en beker tot 's Heilands gedachtenis.

In later dagen hield deze Waalsche gemeente haar godsdienstoefeningen in het Prinsenbuis, gebouwd van de steenen der onvoltooide citadel; en 's Prinsen hof prediker, P.ërre Lloyseleur, chevalier de Villiers (bij dezen laatsten naam meest bekend, ) zelf een gevluchte en van alles beroofde Hugenoot, gaf telkens als Z. H. binnen Vlissingen toefde, zijn groote gaven en wel sprekende taal ten beste; tot de Fransch sprekende Vlissiogers in 1582 een eigen bedehuis en predikant kregen. Bj den zwaren brand van 1749 werd ook het Prinsenbuis in de asch gelegd. *)

Men schijnt de bezoekers dier late of nachtelijke godsdienstoefeningen evenals den heer Doutreleau ongemoeid te hebben gelaten, slechts eenmaal rookte de brandstapel in de stad der fljsch.

Een eenvoudig, vroom man Diik Mieuwes zoon geheeten, werd beschuldigd van herdoopt te weien en daarop gevangen gezet. Hij be hoorde gelijk honderden anderen tot de weerloore of doopsgezinde Coristenen, wel te onderscheiden van de oproerige wellustige wederdoopers. Zij noemden zich weerloozen omdat lij, zich beroepende o. a. op 's Heiland woord elke verdediging voor ongeoorloofd hielden en met beroep op Marcus XVI:16 alleen den doop der volwassenen door Cüristus ingesteld achtten; waarom elk discipel, die onderwezen was en belijdenis 8flegde, gedoopt of volgens de Gereformeerden, Luthetschen en Roomschen herdoopt werd. Veelmaals net de Wederdoopers op éen lijn gesteld is het aantal hunner martelaars zeer groot; zelfs van personen vau slechts rs en 16 jaar oud, leest men aandoenlijke verhalen van standvastige vroomheid en Godvcrheerlijkend sterven.

Keeren we tot onzen Dirk terug. De baljuw van Vlissingen liet hem gevangen zetten; doch het ging Duk als eertijds Jozef: hij vond genade in de oogen das stokmeesters, zoo noemde men toen ter tijd den gevangenbewaarder of cipier. Verschillende weikiaamheden droeg de cipier hem op, die volvaardig en getrouw .door hem werden verricht. NAeenigentijd was bet vertrouwen van den stokmeester in Dirk zoo groot, dat hij hem zelfs soms gebruikte buiten de gevangenis. Men ried Ditk aan zulk een gelegenheid aan te wenden om te ontsnappen. „Neen, vrouwe", zeide de vrome man, de stokmeester vertrouwt op mijn gegeven woord dat ik zal wederkeeren; bleef ik weg, zoo zou deze meester in ongenade, wellicht in zwaren last geraken, aangezien hij van denbaijaw mijn diensten mocht benuttigen, doch de stokmsester alleen heeft mij het niiloopen toegelaten op mijn „ji woord."

Aldus bleef Dirk gevangen en werd 6 Maart 1570 verboord. Niet genegen zijn medegeloovigen te noemen, of de verblijfplaats van een ieeraar te ontdekken, zag hij zich ten palei (een katrol) verweien. Door middel van zulk een palei werd de beschuldigde opgeheschen en soms uren lang, alleen aan de handen hangende! zwevende gehouden; waardoor het geheele lijf als uiteengerekt werd en de palei een ware pijnbank-marteling verrichtte.

Dirk bleef volstandig in zijn weigeren en legde tevens eea eenvoudige en kloeke belijdenis der waarheid af; waarna hij in de gevangenis tot 8 Mei 1571 verbleef.

Op dien schoonen Meidag aanschouwden toen vele Vlissiogers, boe Dirk Mieuweszoon met groote standvastigheid den vuurdood op de Groote Markt ondergiog; biddende, zelfs voor zijn beulen, te midden der vlammen.

*) Op dezelfde plaats in het Prinsenboschje bevindt zich thans een café.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 juli 1911

De Heraut | 2 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 juli 1911

De Heraut | 2 Pagina's