GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ds. Schouten zet in de Geldersche Kerkbede zijn practicale verhandeling ovei het catecaetisch onderwijs voort. Ditmaal heeft hij het over de roeping der ouders:

Wij hebben de vorige week stilgestaan bij de roeping van de ambtdragers in de gemeente, en willen thans op de roeping der ouders inzake dit gewichtig gemeentebelang de aandacht vestigen.

Onze kinderen zijn in het koninkrijk Gods geboren en dragen zijn merk-en veldteeken aan hunne voorhooiden. Zii hebben niet meer te kiezen God beeft voor hen gekozen, doordat hij hun door geboorte en doop een plaats schonk in het midden van zijn volk. Zij worden vermaand en verpUcbt den Heere hunnen God liet te hebben van ganscher harte, van ganscher ziele, van ganschen gemoede en met alle krachten, de wereld te verlaten, de oude natuur te doeden en in een Godzalig leven te wandelen. Zij moeten in hun jeugd gevormd en toegerust worden voor de taak die ben op de erve van de kerk des Heeren wacht. Bij die vorming en toerusting nu, neemt het catechetisch onderwijs een gewichtige plaats in. Zij moeten op de hoogte zijn met de waarheid in Gods Woord geopenbaard en door de ketk beleden Met name in den tegenwoordigen tijd, nu onder den naam van godsdienst allerlei wind van leer aan den man wordt gebracht Wat moet er van de kerk des Heeren worden, indien het opkomend geslaeht slechts een oppervlakkige kennis bezit van de leer der waarheid ?

Aan het catechetisch onderwijs de scboone roe ping, om de kinderen der gemeente op de hoogte te brengen met hunne belijdenis. Bij het licht van die belijdenis moeten de vraagstukken bezien, die in onze dagen de aandacht trekken.

Laat ons eens aannemen, dat een kind der ge meente van zijn 13e tot zijn 20e jaar de catechisatie bezoekt. Het ontvangt dan acht maal vijftig uren catechetisch onderwijs. In dien korten tijd moet het met heel de leer der waarheid op de hoogte worden gebracht. Ons dunkt, er zal niemand zijn, die durft te beweren, dat hiervoor te veel tijd wordt gevraagd.

Men zou met recht mogen verwachten, dat lettende op dezen korten tijd, de ouders nu ook al het mogelijke zouden doen, om te zorgen dat hunne kinderen zoo getrouw mogelijk de catechisatie bezochten. Wie eesigssins met de toestanden op de hoogte is, komt tot de ontdekking, dat juist het tegenoverstelde het geval is.

Er is in ons gemeentelijk leven bijna geen zaak aan te wijzen, waarin minder belang wordt gesteld en die meer wordt verwaarloosd, dan het catechetisch onderwijs.

De nietigste dingen en de geringste omstandigheden wettigen voor velen reeds het wegblijven van de catechisatie.

Komt er een familielid op visite, moet er een kennis worden weggebracht, valt er een boodschap te verrichten, dan meent men reeds redenen te hebben voor gewettigd verzuim. Men ziet u met een paar groote oogen aan, indien gij durft beweren, dat al zulke beuzelingen toch geen voldoenden grond opleveren voor het niet komen ter catechisatie.

Het heeft zoo al den schijn, alsof alle andere dingen voorgaan, en dat het catechetisch onderwijs een zaak van uiterst geringe betèekenis is.

Sommigen zijn van oordeel dat hunne kinderen l toch al zooveel te leeren hebben, en daarom komen zij tot u met de verklaring, dat zij het niet over hun hart kunnen verkrijgen, om ze nu ook nog met catechetisch onderwijs lastig te vallen.

Doch waartoe meer? Het aantal uitvluchten en drogredenen is hier legio Het wordt meer dan tijd. dat op dit gebied de oogen eens open gaan

De ouders beloofden toch bij den H. Uoop, dat zij hunne kinderen, in de voorzeide leer, naar hun vermogen zouden doen en belpen onderwijzen

Is dat een voldoen aan de belofte bij den doop afgelegd, indien men met het catechetisch onder wijs met den minsten ernst maakt?

Het is uitnemend dat gij voor de toekomst van uwe kinderen zorgt, en dat gij geen middel onbeproefd laat om hun een goede positie in de maatschappij te verzekeren.

Vergeet echter niet, dat uw kind niet alleen stoffelijke belangen, maar ook geestelijke behoeften heeft. Het heefc straks niet alleen een taak in de maatschappij te verrichten, maar ook een roeping in de Kerk te vervullen. Het belang uwer kinde-| ren en de toekomst der gemeente eischeo, dat de catechisatie zoo getrouw mogelijk worde be j zocht.

De Waarheidsvriend, het orgaan van den Gercformterden Bond, in de Hervormde Ketk, ^eeft een breede reeks artikelen over dt „Zilveren Koorde", waarin op uitnemende wijz uiteen wordt gezet, hoe de fiaantieele afhanke ujkheid van den Staat altoos gevaren voor é< r Kerk mede brengt, en een Kerk, die zelf voor tiet onderhoud van haar dienaren zorgt, het nneest beantwoordt aan wat de Schrift ons leen

Ditmaal geeft ze uit de Synodale acta vai) de Christelijk Gereformeerde Synode van 1S60 een reeks getuigenissen van buitenlacdsche afgevaardigden, wier woorden ook in onzen kiin^ nog wel eens beluisterd mogen worden.

Op de Synode der Afgescheidenen In i860 te Hoogeveen gehouden waren broeders der buiten lardsche Kerken, in Schotland en Amerika, tegerswoordig, die, over het subsidieeren der Kerk aoot den Staat ook hun gevoelen hebben gezegd.

Dr. William Peddie, predikant van de Vtreenigde Presbyteriaansche Kerk te Edinburgh, zei toen o.a: suwe kerk telt even als weleer de onze voornamelijk armen naar de wereld onder hare leden; er zijn niet vele rijken, niet vele edelen, doch gij zult ondervinden, dat gij zult blijven 11 staat gesteld, in uw onderhoud te voorzien, zondei genoodjaakt te zijn, onderstand te vragen van den Staat. In het bewaren dezer onafnankelijkheid be staat uw behoud, uw geluk, uw waardigheid. Het is uw levensbeginsel. Vreest niet! onze Kerk hao in den beginne met veel moeilijkheden en veel tegenstand te kampen, doch wij zijn dit alles te boven gekomen. Onze predikanten werden karig bezoldigd; zij hadden slechts weinige middelen om in hun onderhoud te voorzien en tha^s worden zij allen rijkelijk gesalarieerd door de vrijwillige bijdragen hunner kudden».

Daarna sprak de heer John Dick Peddie, ouderling van diezelfde Kerk: »Daar is ééieomstandig heid, waaraan wij onder den goddelijkén zegen in geen geringe mate den wasdom onzer Kerk toeschrijven en de bewaring van hare zuiverheid; bet is deze, dat zij altijd onafhankelijk is geweest van de hulp van den Staat en nimmer ondersteuning gezocht heeft, anders dan in de gaven van het volk, uit vrije beweging geschied. En ik durf van de leden onzer Kerk verzekeren, dat zij hun recht om hunne leeraars en de mstellingen der Kerk zonder bijstand te onderhouden, als een van hunne dierbaarste voorrechten zouden handhaven«.

Op de Synode in '63 te Franeker gehouden, zeide de Schot Dr. Thomson: »Ik zeide daar zooeven, dat wij in onze vereenigde Presbyteriaansche Kerk dezelfde leer verkondigen als de vaderei, onzer afscheiding en dat het 't Evangelie van de Erskines is, dat eiken Zondag van onze 560 predikstoelen gehoord wordt. Gij zult het niet in strijd hiermee beschouwen, wanneer ik zeg, dat wij op één punt tot duidelijker en meer bestaanbaar inzicht zijn gekomen dan onze vaders. Zij deden afstand van de ondersteuning, die zij van den Staat ontvingen, omdat zij met behoud van die het doel van hun afscheiding niet konden ten uitvoer brengen. Wij, hunne kinderen en nakomelingen, zouden da ondersteuning van den Staai onder alle omstandigheden Weigeren; want door ondervinding en een nauwgezette studie van Gods Woord, zijn. wij van deze twee dingen overtuiga geworden, dat onze Heere in den Bijbel eene duidelijke wet heeft neergelegd aangaande hei onderhoud der leeraren, en dat het onmogelijk is ondersteuning van den Staat te ontvangen en tei zelfder tijde lang bevrijd te blijven van zijn tusschenkomst en 't ingrijpen in 't bestaan der Kerk.

Met andere woorden: wij zijn tot de overtuiging gekomen, dat geestelijke onafnankelijkh id in eene Kerk niet kan samengaan met ondersteuning van wege den Staat, en dat wij, om vrij te zijn en vrij te blijven, ons zei ven moeten onderhouden.

Wij beschouwen iiet als een van de meest eervolle feiten in onze geschiedenis, dat wij gedurende een reeks van zoo vele jaren bestaan hebben en toegenomen zijn, zonder ooit het geld van den Staat te hebben aangeroerd En indien het ons morgen werd aangeboden, zoo is er geen leeraar in onze Kerken; die het niet met verontwaardiging van de band zou wijzen«.

En Prof. H. de Cock, de bekende man van de Afscheiding, sprak in 1874: x> de Kerk behoort naijverig te wezen op baar onafhankelijk, geestelijk karakter. Het koninkrijk van onzen Heere is niet van deze wereld. Geen staatsmacht mag zij willen om haar te schragen, geen staatsgeld om haar te verzorgen n Jezus alleen zij de eer om de gemeente te behouden, te bewaren, te verzorgen «

Deze en dergelijke woorden zijn waard om nog eens te worden nagelezen.

Want hier wringt de schoen.

Onze Hervormde Keik is wel groot — maar onze Hervormde Kerk beeft afgeleerd zichzelf te onderhouden.

ED daarom is het een groot, maar log lichaam. Een staatskerk, maar weinig krachtig.

En men mag er over denken zooals men wil maar wanneer men b.v. de Kerk in Duitschland eens vergelijkt met de Kerken in Schotland en Amerika, ja, dan kan men bezwaren inbrengen tegen de Kerken ginds, maar de ellende van d Staatskerk in Duitschland is honderdmaal grooter. Men leze eens het boek nZu Vülh, eine ernste ­ Parole fur den Kampf um dir Landeskirche von Max Glage, pastor in Hamburg. (Fr. Bahn) Schwerin, igii).

Het verblijdt ons, dat de Waarheidsvriend den moed bad ook in de Hervormde Kerk op te komen tegen de „Zilveren Koorde".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 februari 1912

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 februari 1912

De Heraut | 4 Pagina's