GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

HET GOEDE DEEL.

XXXV.

NOG MEER.

Weldra werd het duidelijk, dat noch de vriend van Becker noca hij zelf zich hadden vergist.

Aan den laatste werd namelijk een regeeringsbesluit toegezonden, door hertog Miximi-Uaan van Beieren onderteekend, waarcij den magister von Rothenfels gelast werd het land te verlaten, en verboden werd er ooit terug te keeren. Dit besluit was genomen, omdat hij, ondanks herhaalde waarschuwingen, toch was voortgegaan de kettersche leer te verbreiden met het landvolk vergaderingen te houden enz. lles tegen het uitdrukkelijk bevel der regeeliog in.

Wat nu te doen ? Tegenstand te bieden was onmogelijk. Evenmin kon iets verwacht worden wan een verzoek om het besluit te herroepen. Daarover waren graaf O.to en zijn buiskapel*an het spoedig eens, ZJO bleef dan niets over dan het bevel op te volgen, waartoe den predikant trouwens niet meer dan een week tijd gelaten werd. Was hij dan niet vertrokken zoo zou men hem met den sterken arm verwijderen.

Gelukkig leefde destijds beer Koenraad nog, en hadden te Neurenberg, zijn woonplaats, de Gereformeerden volle vrijheid van godsdienstoefening. Tot hem wendde zich graaf O to, en, als zoo vaak, niet te vergeefsch. Hij verklaarde zich bereid den uit de Pjihs verbannen leeraar m zijn huis te ontvangen en te herbergen, zoo lang het noodig mocöt zijn. Weinige d'gen later reeds vertrok de grijze prediker naar Ncurenberg. Droevig en ontroerend was hst afscheid, dat hij van zijn vele vrienden nam. Vo? r de meesten was er naar menschelijke berekening geen kans, dat zij den getrouwen herder en vriend ooit op aarde zouden wederzien.

Niet lang nadat de magister afscheid had genomen, ontving de bezitter van Rathenfels bezoek van twee geestelijke heeren, Jeiüiten uit Amberg. Zij waren zeer vriendelijk, en xeiden gekomen te zijn om een schikking te tnffiD. Nu de vorige huiskapelaan voor goed wegwas moest heer Otto, zoo meenden zij, er maar toe over gaan een anderen aan te stellen die den Roomschen godsdienst beleed, die nu toch weer landsgodsdienst geworden was. Kon hij echter hiertoe nog niet besluiten, dan moest hij nogtans afzien van alle pogingen om zijn onderhoorigen bij het Esrangeiisch geloof te bewaren. Voegde de graaf zich naar het veriangen van den nieuwen lands vorst, dan zou deze, zoo zeiden de bezoekers, zich ongetwijfeld ook zeer inschikkelijk betoonen, j* geneigd zijn geheel te vergeten hoe hij, graaf O.to, indertijd den koning van Bohemen had gediend en aan diens bedrijven had deel genomen. Allerlei gUns.en waren dan van hertog Miximiliain te wachten. Verzet tegen hem was in elk geval onmogelijk.

Graaf Otto vroeg aan de heeren hem een poos uitstel te verleenen, dan zou hij het antwoord naar Amberg zenden. Toen de bezoekers

vcrtiokkea wateo, deelde hij si{n vrouw mee w«t men hem h»d voorgesteld. Beiden waren het ei echter spoedig over eens, dat zij wat de heeren wilden niet konden aanvaarden. Gezamenlijk zochten sij in het gebed licht eo wijsheid van den Heere te ontvangen. Doch steeds werd hi^n duidelijker, dat zij tot geen ander besluit kouden komen dan het reeds genoemde. Wel wisten tij, dat dit ook voor hen bedenkelijke gevolgen kon hebben, maar het stond bij hen vaat niet om tijdelijk voordeel of uit vrees, de waarheid en het geloof naarde Schriften prijs te geven. Zoo schreef dan de graaf aan de heeren te Amberg eerbiedig maat beslist, dat bij gaarne weder een huisprediker zou aanstellen, maar geen Roomsche, wijl dit tegen zijn overtuiging streed.

Het antwoord hierop liet zich niet lai? g wachten. De regeering, zoo luidde het, was zeer verbaasd en ontstemd over de afwijzing van haar voorstel. Toch wilde hertog Maximiliaan nog zijn lankmoedigheid betoocen. Graaf Otto kon weder een Evangelischen kapelaan benoemen. Miar deze mocht ten eerste niet op het kasteel wonen, ten tweede er alleen vertoeven om godsdienstoefeningen te houden, ten derde zou zich strikt onthouden van allen omgang met de pachters en boeren. Weigerde hij deze voorwaarden aan te nemen, dan zou hij de aan< stelling niet mogen aanvaarden.

Er zat, dat was duidelijk, weinig anders op dan zich aan de gestelde bspaliugeo te houden. Magister Becker die zich nu te Neurenberg gevestigd had, wist een jongen leeraar, een zoogenaamden^ulpprediker te vinden, die bereid was althans om de veertien dagen den dienst op het kasteel te leiden. Later werd ook iemand gevonden, die de andere beurt waarnam. Doch als ge< egd, meer dan prediken was aan de nieuwe leeraars niet vergund. Blijkbaar hoopte men te Amberg, dat hun verblijf van korten duur zou zijn en graaf Oito wel van inzicht zou veranderen. Van tijd tot tijd ontving men dan ook op het slot weder betoek van geestelijke of van wereldlijke heeren die, na eens vriendelijk dan weer dreigiend, den slotheer trachtten over te halen voor Rome te buigen. Dit weigerde hij echter volstandig en, gelijk de bezoekers L wel moesten bemerken, zijn vrouw die in haat omgeving grooten invloed had, was het met haar man geheel eens.

Meermalen had de gravin zich voorgenomen haar ouders in de Nederlanden te gaan bezoeken. Ia het eerste jaar na haar huwelijk .badden zij en haar echtgenoot ook des zomers eeuige maanden op Groenheuvel doorgebracht, waar zooveel liefelijke herinneringen aan verbonden waren. Ook Ada's ouders hadden een paar maal hun kinderen een bezoek gebracht. Natuurlijk was er vaak gesproken over den treurigen loop van zaken in de Palts en over de bewocers van Rothenfels. Meermalen was ook overwogen wat den laatsten te doen stond, ab hertog Maximiliaan tot het uiterste overging, en alle ketters eenvoudig uit zijn land joeg. Tot een besluit was het echter niet gekomen.

In den laatsten tijd waren de besoeken over i en weer zelzamer geworden. Dit kwam ten blR dcale doordat de oude heer van Groenheuvel ziekelijk werd. Maar in hoofdzaak droeg er toe bij, dat de oorlog in Duiischland nog altijd woedde, ea legers zoowel van Duitscbers als van vreemden het land doorkruisten en onveilig maakten. Niemand ging zonder dticgende noodzaak op reis. Trouwens heel de toestand was zoo, dat alle partijen ten slotte uitgeput raakten en naar den vrede begonnen te verlangen. In de Nederlanden was het juist anders. Daar was de Spaansch-Roomsche macht geknot door Frederik Hendrik, den sledend winger. Onder zijn bestuur heerscbte zulk een welvaart, bloei en vooruitgang op alle gebied, dat men dien tijd latet en met recht de gouden eeuw van onze republiek heeft genoemd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 februari 1913

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 februari 1913

De Heraut | 4 Pagina's