GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Naarmate de oorlogstoestand langer

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Naarmate de oorlogstoestand langer

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 5 Maart 1915.

Naarmate de oorlogstoestand langer aanhoudt en dientengevolge handel en nijverheid achteruit gaan en al zwaarder lasten ons volk worden opgelegd, zal bezuiniging steeds meer eisch worden.

Niet dat we daarom, ziende op andere landen, te klagen hebben. Het oorlogsgevaar bleef nog door de genade Gods van ons afgewend. Van rechtstreeksch gebrek aan levensmiddelen, zooals elders, is bij ons nog geen sprake. Geheel stil staat onze handel, en nijverheid nog: niet. Na de eerste paniek in Augustus van het vorig jaar, herstelde zich spoedig weer het crediet. En hoe flauw de beurs ook zijn moge, dff algemeene krach; dien men vreesde, wanneer dê beurs weer geopend werd, bleef uit.

Maar hoe da: nkbaar, ' we''voor dit alles hebben . te zijn, toch is de toekomst, zelfs indien we vrij blijven, van .den oorlog, verre van rooskleurig. De meest noodzakelijke levensmiddelen stijgen voortdurend in prijs, en wanneer de vexatoire maatregelen, waarmede de oorlogvoerende Mogendheden elkaar bedreigen, maar waaronder de neutrale Staten niet het minst te lijden hebben, doorgevoerd worden, zal dat nog veel erger worden. En daarbij komen de sterk verhoogde belastingen, die noodig zijn om de uitgaven van de mobilisatie te dekken, en die, wanneer de vrede niet vóór April geteekend wórdt, waarop wel niemand meer hopen durft, nog belangrijk stijgen zullen en van menige beurs een geduchte aderlating zullen eischen. En daartegenover staat, dat tengevolge van den oorlogstoestand in het algemeen, wanneer men de landbouwende bevolking uitzondert, de inkomsten eer dalen dan stijgen, zoodat het mes aan beide kanten begint te snijden. Wie vroeger van zijn salaris of tractemént ruim leven kon, zal nu moeten inkrimpen, al wat naar luxe zweemde, moeten afschaffen; én nog veel meer moeite zal het kosten, om de tering naar de nering te zetten, waar van weelde geen sprake was, en het inkomen juist .toereikend was voor de noodige uitgaven van het gezin.

Bezuiniging zal dus eisch zijn voor ieder, en we vertrouwen, dat ons Christenvolk daarbij zelfs een goed voorbeeld aan onze andere staatsburgers zal geven. Moeilijker is echter de vraag, waarop die bezuiniging zal moeten gevonden worden. Een wereldsch mensch heeft tal van vermaken en uitspanningen, die veel geld kosten en die zonder eenige schade achterwege kunnen gelaten worden. Maar een Christenvolk geeft voor dergelijke dingen gewoonlijk niet veel geld uit, en dê uitgaven buiten zijn gezin geschieden meest voor allerlei Christelijke doeleinden, Kerk, Armen, Scholen, Stichtingen van barmhartigheid, Zending enz. Komt nu de nood aan den man, dan ligt de verzoeking voor de hand om juist op deze uitgaven te gaan inkrimpen. Zeker kan dit plicht wezen. In de eerste plaats •heeft men te zorgen voor zijn eigen huisgenooten, leert ons de Schrift, en wie, om maar veel te kunnen geven aan allerlei Christelijke doeleinden, zijn vrouw en kinderen schade liet lijden, zou zeker niet handelen naar Gods gebod. En evenzeer spreekt, het wel vanzelf, dat wie vroeger, omdat hij een rijk inkomen 'had, mildeUjk bijdroeg voor al deze Christelijke doeleinden, genoodzaakt kan worden, ' wanneer dit inkomen plotseling bela: ngrijk daalde, om ook op deze bijdragen te korten of ze zelfs ten deele geheel in te houden. Van niemand mag geëischt worden, dat hij voor deze Christelijke doeleinden meer geeft, dan zijn inkonien hem veroorloven, zou. Een vasten maatstaf hiervoor aan te geven s natuurlijk Diimogelijk ; daarv.oor verschil" en de omstandigheden én behoeften te eer. Wie eengroot gezin heeft, of kindéren, ier opleiding veel geld kost, kan niet zooveel op zijn gezin bezuinigen als wie geen kinderen heeft of wiens kinderen zelf reeds geld verdienen. Hier - heeft ieder in zijn eigen conscientie voor God den Heere te onderzoeken, wat, op de uitgaven aan zijn eigen gezin nog bezuinigd kan worden, voordat hij het snoeimes in deze giften en contributies voor Christelijke doeleinden zet.

Maar wel mag daarbij de ernstige raad worden gegeven om deze bezuiniging eerst in de laatste plaats toe te passen op wat men voor-de Kerk en voor de Armen geeft. Wat dezer duigen gemeld werd, dat in de Hervormde Kerk te Heerenveen het tractemént van den predikant van ƒ 1600 op ƒ 1100 verminderd móést worden, omdat de inkomsten der Kerk zoo gedaald vyraren, is wel een schande voor een Kerk, waartoe zoovele rijken behooren. Gelukkig kwam in onze Kerken zulk een tracteméhtsveriaging van den. predikant nog niet voor. Eer werd ons van meer dan e«ne zijde bericht, dat de collecten voor de Kerk en de Arrnen dusver nog geen vermindering ondergingen. En zoo behoort het te blijven. Onze predikantstractementen, al zijn ze sinds de ernstige opwekking van de Amsterdamsche Synode over 't algemeen gestegen, staan toch nog volstrekt niet op peil. , 0p menige plaats verdient een Hoofd der School nog meer dan de predikant. Vergeet daarbij niet, dat de predikanten evenzeer lijdeB onder den druk der tijden, doordat ze meer hebben uit te geven voor de levensmiddelen en straks ook meer belasting zuUen te betalen hebben. Eer zouden ze dus recht hebben, waar de uitgaven stijgen, op verhooging van liun salaris, want de Kerk heeft beloofd te zorgen, dat ze zonder zorg van het Evangelie zouden kunnen leven. Maar .ook waarvan zulk een. verhooging van salaris met hét oog op de vermeerdering der uitgaven moeilijk sprake l< an wezen, omdat menige gemeente, daartoe thans reeds niet bij machte bleek, daar zorge men toch, dat althans de predikantstractementen niet dalen. Al wat men. voor andere Christelijke doeleinden uitgeeft aan contributie is vrijwillige i offerande, maar wat men voor de Kerk geeft, is kwijting van schuldigen plicht. Het. is de gemeente, die den Dienaar beroepen heeft en hem zijn salaris heeft toegezegd, en aan die verplichting mag ze zich niet onttrekken. Moet er daarom bezuinigd worden en kan dit niet gevonden worden door vermindering der uitgaven-voor het gezin, dan gelde die bezuiniging eerst in de allerlaatste plaats de Kerk des Heeren. Ook hier geldt, dat gehoorzaamheid aan het bevel des Heeren, dat de arbeider van het Evangelie leven , BaoetT beter is dan offeranden.

Toch hopen we, .7dat het tot dit dilemma niet zal behoeven" : le kprnen. Door de ouderdomspensioenwet zijn onze.diakonieën voor een groot deeli ontlast geworden; de subsidié aan de bijzondere scholen maakt, dat ook voor dit 'Christelijke doel veel minder dan vroeger behoeft gegeven te worden. Èn wanneer men in eigen leven werkelijk bezuinigen wil, blijkt telkens op verrassende wijze, hoe menige uitgave, die men vroeger noodig. keurde, toch metterdaad luxe was.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 maart 1915

De Heraut | 4 Pagina's

Naarmate de oorlogstoestand langer

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 maart 1915

De Heraut | 4 Pagina's