GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE TEGENHANGER.

III

HARRY.

Een maand later kreeg moeder de boodschap an mijnheer dat ik zou overgeplaatst worden p een hoogere school, waar meer onderwezen erd dan op de mijne, en waar men onder nderen opgeleid kon worden tot koopman. eze school was bestemd voor kinderen uit oogeren stand dan de mijne, .Er werd een eel hooger schoolgeld betaal^. Ook de boeken ostten vrij wat geld en daarbij moest ik.veel' eter in de kleeren zijn dan vroeger, wijl mijn edeleerlingen allen kinderen waren van geoede ouders. "

De nieuwe school beviel mij bijzonder goed. Ik maakte weldra goede vorderingen. Na drie maanden het mijnheer mij weer bij zich komen. Hij was zeer vriendelijk en vertelde mij dat dé onderwijzers over mij tevreden waren. Daarop volgde een lang gesprek, waarin hij onderzoek deed naar mijn kundigheden. Dat viel blijkbaar bevredigend uit. Ook over mijn schoolleven moest ik allerlei vertellen, wat mijnheer soms geweldig deed lachen.

Ten slotte zei hij;

Ga maar zoo voort Hendrik, dan katx êi en degelijk man uit ü groeien."

Als ik zoo'n 'prettig . uurtje bij den patioüxj. had doorgebracht, moest ik natuurlijk .alles aan moeder vertellen. De goede vrouw was er over opgetogen en liet zich zelfs eens ontvallen: „Ja Hendrik, wie weet wat er nog gebeurt, 't Is meer voorgekomen dat een rijk heer een armen, flinken, leergragen jongen tot zoon aannam, vooral wanneer hij zelf geen kinderen had". Of het nu verstandig was van mijn moeder zoo tot mij te spreken, laat ik daar. Ik lachte er toen om. Maar toch iets bleef er van hangep, en vervulde mij soms met allerlei groote gedachten. Het kwam wel eens voor, dat ik Zondagavond bij mijnheer Lehman het avondeten mocht blijven gebruiken. Bij het heenganri, kreeg ik dan soms een mooi boek uit de kleine ver-. zameling van den gestorven Frederik : ils geschenk mee. Eens zelfs schonk mijnheer mij et fraaie wandelstokje, dat aan zijn zoontje be; hoord had. Was het wonder dat ik er w«l eens van droomde nog eens geheel diens plaats in te nemen, en een groot, rijk koopman te worden f

Op zekeren dag hield een huurrijtuig voor de deur stil, . terwijl ik in het voorhuis stond. Uit de koets stegen een schoone in het zwart geklcede datöe, wier gezicht mij bekend voorkwam en een knaap van mijn grootte. Mijnheer Lehman die hen zeker wachtende was, groette hen hartelijk. De dame was, zooals ik later hoorde. Mevrouw van Salteren, de eenige zuster van den heer Lehman. Zij was gehuwd geweest met éen hooggeplaatst officier, die echter eenige jaren geleden in den oorlog gesneuveld was. Zij kwam, gelijk mij ook later bleek, om met haar zoon Harry voor goed bij haar broeder te blijven.

Het trof zoo dat ik in het voorhuis was, juist toen de' bezoekers kwamen. Mijnheer Lehman ging hun tegemoet en keerde weldra met beiden terug. Ik wilde met een beleefden groet hen voorbij laten gaan, maar de patroon hield mij terug en zei op vriendelijken toon

tot den knaap: »Kijk, Harry, dat is Hendrik Wolters, de zoon van mijn goeden pakhuismeester, die niet meer in leven is. Hendrik was een vriend.van uw neefje Frit», dien ik nog niet vergeten kan. Ik hoop dat gij en Hendrik veel samen zult spelen."

Ik keek den slanken knaap eens aan. Zijn uiterlijk beviel mij wel en ik reikte hem gul de hand. Maar' hij deed alsof hij het niet zag, en knikte _ slechts even met het hoofd, terwijl hij met een trotsch uiterlijk, waar ieder ander om gelachen .zou hebben, mij uit "de hoogte aan zag. Ik echter lachte niet, maar gevoelde mij ten hoogste gekrenkt. Met een gloeiend rood gezicht lichtte ik even mijn hoed, en ging zwijgend heen. In het weggaan hoorde ik nog dat Harry .op iets dat de heer Lehman hena toefluisterde, overlaid antwoordde:

«Gij neemt het, toch wel niet [kwalijk, oom, niaar Papa Wilde altijd dat ik alleen met jongens uit mijn stand zou omgaan."

Hoe mij dit smaakte behoef ik niet te zeggen. Wat er verder tusschen mijnheer Lehman, zijn zuster en zijn neef voorviel weet ik niet. Dit echter is zeker, van dien tijd afhield mijn vriendschappelijke omgang met den eersten óp. Mijn schoone droomen begonnen al te vervliegen. Wel bleef mijnheer Lehman goed en vriendelijk voor mij als vroeger; wel betaalde hij mijn schoolgeld en mijn kleeding ook verder; wel sprak hij öiij vriendelijk toe, als hij mij in huis tegenkwam, maar op zijn kamer werd ik niet meer genood. Daar bracht nu Harry, die blijkbaar dadelijk in de gunst gekomen was bijna al zijn vrijen tijd door. Hij maakte zijn schoolwerk bij oom in de kamer, en gebruikte het speelgoed dat aan den vroeg gestorven Frits had behoord. Ja, zelfs ging mijnheer Lehman zelden uit zondei: Harry, dien hij' in den eersten tijd trouw aan de hand hield. De moeder van Harry zag ik zelden of nooit. Zij scheen lijdende te zijn, en wellicht was ook dit een reden, waarom mijnheer Lehman, die zelf vrouw noch kind meer had, zich een vader wilde betoonen voor het kind zijner zuster. Zeker is dat zijn gansche hart aan den welgevormden, rijk begaafden jongen scheen te hangen. Dikwijls werden er ook vriendjes genoodigd, en dan kon ik uit het venster van m^jn dakkamer zien, hoe het vroolijke troepje net gekleede jongeheeren zich op de ruime binnenplaats vermaakten. Ik had er het aankijken van en het griefde raij.

Eens moest ik, juist toen er ztilk een partijtje was, voor moeder éen boodschap óvei-brehgen naar Jiet pakhuis. Of-ik wilde of niet, 'ik inoest de plaats over waar Harry-met zijn vriendjes soldaatje speelde. Eeft der jongehsi had geen buurman in het gelid, 't Was de zopn van een aanzienlek koopman. Wij kenden elkaar heel goed, daar wij dezelfde school bezochten.

Ik wou haastig voorbij loopen, maar hij riep mij toe:

„Wolters, kOm, speel mee, ga naast mij staan." Ik stond ^eeu oogenblik besluiteloos. Lust om mee te spelen en wrok tegenover Harry streden ia mij. Doch de jonge edelman maakte mij de beslissing makkelijk.\.

„Gij hebt geen buurwan noodig, " riep hij zijn vriend toe, dien lüj tegelijk een wenk gaf welken ik maar al te wel begreep; ., gij moet mijn sergeant zijn Karel. Kom naast mij staan."

Zwijgend ging ik heen. Zonder verder ook waar naar mij om te zien, gehoorzaamde de knaap zijn jongen aanvoerder. 2k)0 gehoorzaamden hem trouwens allen: zijnspeelmakkersmaar ook mijnheer Lehman, de dienstboden zoowel als de knechts. .Vroeger «vas ik in het huis altijd min of meer ontzien al» iemand die bij mijuheyr in^ hooge gunst .stond, die een hoogere school bezocht, en beter gekleed was dan de kinderen der andere ondergeschikten. Maar nu bogen allen, van den heer de» huizes af tot den kleinsten loopjongen, onder den scepter van den kleinen jonker, die optrad als een ridder, met zijn moeder Fransch sprak, en zijn bevelen wist te geven met een onnavolgbare innemend-, heid. 21elfs mijn moeder werd er door ingepakt.

, .Gij zijt een flinke jongen, Hendrik, " placht zij op vriendelijken loon tot mij te zeggen, „en ik geloof nog altijd dat er iets groots uit u groeien zal. Maar 'die Harry is u de baas. Die ziet er uit als een geboren prins. Men moet doen wat hij verkiest of men wil of niet."

Ik echter deed toch niet wat Ijij verkoos. De tooverkracht vau zijn jjersoonlijkheid had op mij geen werking.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 april 1916

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 april 1916

De Heraut | 4 Pagina's