GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ingezonden Stukken.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ingezonden Stukken.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Buiten verantwoordelijkheid van de Jiedactie),

Mijnheer de Redacteur'.

In den laatsten tijd komen in de Heraut nogal eens ingezonden stukken voor, waarin wordt aangedrongen op verrijking^van 'ons kerkgezang, m. a. w. invoering van gezangen.

Ik heb er veel. over nagedacht en stelde de vraag waarom ze dat willen; er moet toch een reden voor zijn. En het ligt voor de 'hand dat ze niet genoeg hebben aan de Psalmen.

Zou ik er mij opk eens over mogen uitspreken? Het komt mij voor dat men niet genoeg thuis is in den eenig heerlijken inhoud van het Boek der Psalmen en er in dat verlangen een groote ondankbaarheid spreekt tegenover den Heere onzen God, die ons dien schat gegeven heeft. Men moet lezen in den Statenbijbel het opschrift boven dat boek geschreven.

Inhoud dezes Boeks.

»Dit boek is onder andere canonieke boeken des O. T. in Gods Kerk met recht geacht als een bizonder kleinood, waarvan men de waardigheid en nuttigheid niet genoeg kan nadenken, veel min met .tongen uitspreken of met pennen eschrijven. Sommigen noemen het een lusthof, en Apotheek, een Thresoor of Schatkamer der hristenen, anderen een anatomie of ontleding er geloovige zielen, een spiegel van Gods enigvuldige en ondoorgrondelijke genade .... nz. enz. lees maar door het heele stuk, laat et drukken en verspreiden bij wijze van trakaatjes.

Ik herinner mij dat in de dagen der Doleantie — waarin ik zoo met hart en ziel heb meegeleefd, want ik beu een B.-zustcr — over deze zelfde zaak een strijd ontstond tusschèn wijlen Ds. Schouten uit Utrecht en Dr. Kuyper. De eerste was natuurlijk vóór de gezangen, de laatste had genoeg aan den Psalmbundel, en niet alleen dat Z. H, Gel. er genoeg aan had, maar hij liet het heele opschrift uit den Statenbijbel in de Heraut afdrukken. Wat had ik er een genot van, o die heerlijke Psalmen, ik ben er Gode zij dank in t'huis geraakt. Het zijn de lofzangen Israels waarbij de Heere wil wonen.' Maar als men zoo gaarne gezangen wil zingen, waarom worden dan de enkelen die aan onzen Psalmbundel zijn toegevoegd, zoo weinig gezongen. Waiineer wordt er gezongen de Bedezang vóór de Predicatie? Zelden. En wanneer het credo ? Veel te weinig; er moest geen Zondag voorbij gaan waarop niet iets van het credo gezongen werd, gelijk er geen Zondag voorbijgaat waarop de Gel. Art. niet worden voorgelezen.

Ik herinntr mij da* Dr. Kuyper eens schreef, »de geloofsartikelen zijn de kaart waarmede wij op reis gaan naar het beloofde Land." Och wat is mij dat dikwijls tot troost geweest. Het leven toch is een wandelen door gciooven en niet door aanschouwen. Wij willen het laatste wel liever, maar het is Gods bestel niet. En dan is het dikwijls tot troost als dé ziele betuigen mag: „ik geloof, ik geloof!" En dit moast de gemeente '^ ok meer op de lippen gelegd worden.

O de Psalmen! voedsel zijn ze voor de ziel; enk aan Ps. 2 waar dg Heilige Geest de volkeren toespreekt, waarin God de Vader spreekt, waarin God de Zoon spreekt

En Ik die "V^orst met zooveel macht bedeeld Zal Gods besluit aan 't wereldrond doen ' hooren..

Hij sprak tot mij .

Eii de Zone Gods onderwijs ons. wat Gód de Vader tot Hem sprak — heeriijkf Ps. 2, 45 en llO ze hooren bij elkander. Ik behoef er heusch geen gezangvèrsje bij te hebben. Verrijking van ons kerkgezang! Neem Ps. 116, lég daar naast Gezang 65; ik zou zeggen: zon en maan, de maan ontvangt het licht van dé zon, oet Gezang 65 soms dienen tot verrijking van s 116?

k zal met vreugd in 't huis des Heeren gaan k zal Uw Naam met dankerkentenis, ..

Verrijking va: n ons kerkgezang! Als de zie! reurt over hare zonden, zijn er dan inniger' laagliederen dan de psalmen die hart en ingeanden raken, Ps. 38, Ps. 6 enz.; als ze veroosing heeft gevonden, waar is een lied aan s. 66 gelijk?

Door 'sHoogsten arm 't geweld onttogen, Zal ik genoopt tot dankbaarheid. Verschijnen voor Uw heilige oogen Met offers aau U toegezeid ...

Komt luistert toe gij Godgezinden... Komt maakt God met mij groot... Komt laat ons zanten Israels Heer...

En is het niet altijd zulk een jubeUied, als ze blijde en goedsmoeds mag zijn, dan zingt ze :

't Betaamt ons Psalmen aan te heffen. Die lieflijk zijn en harten treffen.

Als ze wat eenzaam, dor en doodig is helaas! den leidt de Geest haar naar de psalmen om te doen gedenken. Ja, daar is letterlijk van alles in die Psalmen voor de ziel, het « een lusthof, het is een Apotheek, een schatkamer, een anatomie., (ps. .119). Of zou men denken dat men erden Christus niet in vinden kan? Neen, maardat kan men toch niet denken.

Luther zei van Ps. 118: dat is de mijne, ik zei dan echter zachtjes: van mij ook, Luther. En nu moet' ik nog eens jaren teruggaan in mijne gedachten, toen ik nog niet lang hét nieuwe leven deelachtig was. Johannes zegt: „En het was de 10de ure. Hij was oud-toen hij dit schreef, maar wie van Gods kinderen zou de 1 Ode ure vergeten ?

En dan komt. de zangtijd en Jesaja zegt: «zij zingen van dien wijngaard bij beui-te. En och waarlijk, het werd ook mijn beurt. Wat heerlijke tijd.

De predikant waar ik gewoonlijk'kerkte, liet één gezangvers zingen en ik zong van karte mede, het ontbrak mij nog veel aan kennis en licht. Op een avond aan zijn huis vertoevende zeide hij in den loop van het gesprek: „U zingt de gezangen mede? "

Ik zette groote oogen op en zei met verwondering „wat? ! en U geeft ze op". Ja zei hij aarzelend, doch ernstig, ik geel ze wel op, maar niet voor menschen zooals.u. Ik wist niet wat ik hoorde, ach, een Dominee was bij mij een heilige, eerst ziet men de menschen als boomcn wandelen, daarna zien wij ze ver en klaar.

Als het wordt doorgedreven om gezangen in te voeren, zal er weer menig leeraar in moeielijkheid komen die zwak zijn van karakter en het alle menschen naar den zin willen maken.

David zegt: „verios mij Heer van 's menschen , overlast", daarenboven is het klaar als de dag dat er scheuring komt in onze Ger. Kerk, en o hoe vreeselijk zou ik dat vinden; het degclijkstc volk leeft bij de Psalmen, en heeft, geen nieuwigheden noodige' de gemeente des Hcer< : ii heeft zich eeuwen lang met deze geestelijke spijze mogen voeden, in dezen lusthof mogen wandelen, uit deze . Apotheek geneesmiddelen

voor hare ziel ontvangen, en zich verlustigd • in dezen spiegel van Gods menigvuldige en ondoorgrondelijke genade. Als ze, gezalfd met oogenzalf, een blik in dezen spiegel mocht slaan, vloeide het als eene vanzelfsheid van haar lippen:

of: O heerlijk erf, gij kunt mijn ziel vervoeren!

of; Ik roem in God, ik prijs 't onfeilbaar • woord Ik heb het zelf uit Zijnen mond gehoord.

Mijn God, ik zal U eeuwig loven Omdat Gij 't hebt gedaan

maar waar zal ik eindigen. Neen maar die broeders zeggen, we moeten verrijking hebben van ons kerkgezang, het is te arm wat wij hebben. Och waarlijk, het doet mij pijn van binnen, zijn er onder 'die broeders zelfs geen Geref. Predikanten ? Ik meen van ja. .

De Heere Jezus zei tot Nikodemus: „zijt gij een leeraar in Israël en weet gij deze dingen niet?

Die heeren weten toch dat het niet gaat om verrijking van huiselijk. gezang, maar van kerkgezang onder de bediening des Woords.

In het eerste _geval kunnen ze doen zooals het hun zelve goed dunkt, niemand zal hun dat ten kwade duiden, maar in het laatste geval gaat het de gemeente des Heeren aan. Ik herinner mij een leeraar die tot slotzang dikwijls opgaf:

Want deze God is onze God, Hij is ons deel, ons zalig lot Door tijd noch eeuwigheid te scheiden; Ter dood toe zal Hij ons geleiden.

Het is vele jaren geleden, maar nog kan ik de vastigheid en troost daarvan gevoelen. Ook is het zoo Uefelijk, als de dienaar des Woords voor het groote voorgebed de gemeente op de lippen legt:

Mijn bee met opgeheven handen Klimt voor uw heilig aangezicht. Als reukwerk voor U toegericht. Als offers die des avonds branden.

Zoo'n heerlijke toebereiding tot gebed. Of ook :

Sla iedere zucht, mijn hart ontgleden ...

Ach, wat is er een volheid in die psalmen. Neen, zeggen die broeders, ons kerkgezang moet verrijkt worden. Knnnen de Psalmen verrijkt worden ?

Ik zou zoo zeggen, laat ons maar wachten tot we eenmaal mogen staan aan de glazen zee, hebbende de citers Gods, om dan niet met zondige maar met geheiligde lippen tp zingen het lied van Mozes, den dienstknecht Gods en he lied des Lams. Tot zoolang ' moeten we tevreden zijn met wat de Heere ons gaf: de lofzangen Israels, en ons daarin verlustigen. Laat het niet tot ergernis zijn dat een zuster dit schreef, ik had innerlijken drang en kon de woorden niet van mij afzetten; daarin is noch man, noch vrouw. Ik hoop dat er een opstaat om, 1 be kwamer dan ik, de liefelijke Psalmen te bezingen en onze Kerk te waarschuwen tegen afdwaling. Nederland immers is door den Heere in dit opzicht een der bevoörrechtste landen. Laten de dienstknechten des Heeren wakeh over het Pand (Gods Woord) hun toebetrouwd.

Mijn hart, vervuld met heilbespiegelingen, Zal 't schoonste lied van eenen Koning zingen; Terwijl de Geest mijn gladde tonge drijft Is ze als' de pen van een die vaardig schrijft. Beminlijk Vorst, uw schooriheid, hoog te loven. Gaat al het schoon der menschen ver te boven; Gena is op Uw lippen uitgestort Des Ge eeuwiglijk van God gezegend wordt.

Een zuster der gemeente.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 juni 1916

De Heraut | 4 Pagina's

Ingezonden Stukken.

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 juni 1916

De Heraut | 4 Pagina's