GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ingezonden Stukken.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ingezonden Stukken.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Buiten verantwoordelijkheid van de Redactie). Mijnheer de Redacteur!

Vergun mij s. v. p. voor onderstaand stuk een plaatsje in de Heraut. Bij voot^baat mijn dank,

In Uw nummer van j.l. Zondag 4 Juni las ik een Ingezonden Stuk van „Een zuster der gemeente" over de gezangen, of, laat ik het juister zeggen, over de Psalmen. Ik voelde mij gedrongen hier een en ander van te zeggen. In de eerste plaats spreekt het natuurlijk van zelf, dat onze Psalrnbündel, die mede een deel uitmaakt van de Heilige Schrift, nooit overtroffen kan worden door een een of anderen bundel, hetzij de , , Gezangen" die in de Ned. Herv. Kerk gebruikt worden, hetzij andere Christelijke liederenbundels. God heeft ons hierin voorzeker een grooten schat gegeven, en hoe heerlijk is het, wanneer wij in die Psalmen voedsel vinden voor onze ziel, en stof orn God te loven en te prijzen. Toch speet het mij, dat deze zuster meende, dat zij die aandringen op verrijking van ons kerkgezang, niet genoeg thuis zijn in den inhoud van dit boek, en een groote ondankbaarheid jegens den, Heeïe onzen God, die ons dien schat gegeveii heeft, toonen. Want waarom dit ? Wij hebben immefi 'niet alleen-de Psalmen van God ontvangen, maar geheel de Heilige Schrift. En waarom zouden we-nu niet, evenals we dit met de Psalmen, dat is een gedeelte uit het Oude Testament, gedaan hebben, een gedeelte van het Nieuwe Testament op rijm mogen. brengen.

Israël kon dit niet doen. Israël had de Heilige Schrift, nog niet compleet, zooals wij die bezitten. Het „oude Israël", het moest medewerken, om voor.het „nieuwe Israël", het volk der nieuwe bedéeling, dien schat te vergaderen. En nu had „oud Israël" genoeg aan de Psalmen. Het zong daarin van zijn komenden Messias. Het kende 'Hem nog niet bij name, maar het gaf Hem wèl Namen. Het stemde wel in met David, wanneer deze het lijden van den Messias in zijn Psalmen schetste. Zijn profeten profeteerden van Hem. Jesaja noemde Hem: Won-' derlijk. Raad, Sterke God, Vader der eeuwigheid. Vredevorst. En hiervan zong „oud Israël" in zijn Psalmen. Denk aan Psalm 2 waar wij van Zijn Sterkte lezen. Denk aan Psalm 72. Denk aan zoovele Psalmen, waarin ons iets van den Messias wordt afgebeeld. Maar Jesaja profeteerde ook van Hem „Hij is als een rijsken voor Zijn aangezicht opgeschoten, en als een wortel uit een, dorre aarde; Hij had geen gedaante noch heerlijkheid, als wij Hem aanzagen, zoo was er geen gestalte.

dat wij Hem zouden begeerd hebben. Ook daarvan zongen de Psalmen. Denk aan Psalm 22, waar David het schaduwachtig op den Messias uitriep: „Mijn God, Mijn God, waaróm hebt Gij mij verlaten" ? en dan verder. „Maar ik ben worm en geen man; een smaad van menschen en veracht van volk". En zoó leefde „oud Israël" voort, totdat Hij kwam, zonder gedaante en heerlijkheid, en toen vérwierpen zij Hem, toen wilden zij hem niet en kruisigden Hem. Maar het „nieuwe Israël", het volk der nieuwe bedeeling^ dat Hem aanvaardde, die veracht was, het kent zijn Verlosser bij name. Het lette nauwkeurig op wat de engel tot Maria zeide „En gij zult Zijnen Naam heeten Jezus, want Hij zal Zijn volk zalig maken van hunne zonden".

En nu weet het, dat zijn Heiland heet Jezus, dat is zaligmaker, dat is gezalfde. En nu leïft „oud Israël" nog voort, wachtend op zijn Messias, wachtend op één die sterk, machtig groot zal zijn en die hen weder zal voeren naar hun land. Én ook „nieuw Israël" wacht op zijn Messias, die weder zal komen, gelijk Hij beloofd heeft, om ook hen mee te voeren naar hét „eeuwig Vaderland". En nu heelt „oud Israël", nog genoeg aan het Oude Testament, want het vindt daarin niet den Naam van Hem, den valschen Messias, volgens hen. Maar God oordeelde het niet genoeg voor het „Israël der nieuwe bedeeling" en schonk het daarom, naast het Oude, nog een Nieuw Testament. En zoo ontvingen wij onzen Bijbel, bestaande uit 2 deelen, het Oude en het Nieuwe Testament. En nu lezen - wij het Oude zoowel' als het Nieuwe Testament, prediken zoowel uit het Oude, als uit het Nieuwe doch zingen alleen uil het' Oude.

En wanneer God het ons nu eens zal vragen Waarom hebt gij niet van Uwen Heiland gezongen in uw bedehuis, waarom ook daar niet geroemd van uw Verlosser in uw lied? Wat zullen we dan moeten antwoorden? ^tleere, Gij gaaft ons alleen maar de Psalmen? Dat dachten wij, ten minste, dat we die alleen maar konden en behoefden te zingen? Neen, dan zullen wij het moeten bekennen, dat'wij met het talent dat Hij ons daarin schonk, niet ge woekerd hebben.

Laten wij daarom ons Nieuw Testament eens doorbladeren, en we zullen zien, dat daar tientallen hoofdstukken gevonden worden, vooral in de brieven, zeer geschikt om op rijm gebracht te worden. Dan kunnen wij van onzen Jezus, dien wij als volk der nieuwe bedeeling hebben mogen aanschouwen, ook in ons bedehuis zin-• gen. En daarom zijn we verheugd, dat er tegenwoordig mannen gevonden worden, die er naar streven, om voor de Christelijke Kerk ook Christelijke liederen, zien te verkrijgen, om ze dan met de Psalmen te gebruiken tot eer van onzen Drieëenigen God.

Een ding is echter jammer, hetwelk deze zuster ook terecht opmerkt. Het zou, wanneer we wat al te haastig te werk gingen, zoo licht verdeeldheid in onze Geref. Kerken teweegbrengen. Dat God ons daar genadiglijk voor beware, zij de bede van ons allen. Doch daarom moeten we het bij het voornemen niet laten, niet ontmoedigd, niet terneergeslagen zijn, maar als één man, met Gods hulp, onze broeders en zusters die nog in meening met ons verschillen, trachten te overtuigen. Dat ligt op onzen weg. Dat is onze roeping, en geve God dan ook over dit moeilijk werk Zynen onmisbaren zegen.

Toch is er nog een noodzakelijkheid waar we voor alles acht op moeten slaan, en dit is wel: de wijzen waarop onze Psalmen gezongen worden. Dat deze van verscheidene Psalmen wel wat te wenschen overlaten, kan niemand ontkennen. Is het niet jammer dat, waar we iSO Psalmen bezitten, erplm. SO zijn die bijna nooit, althans zeer weinig, gezongen worden, en dit ligt voor 't grootste gedeelte aan de wijzen. Ons gezang dient toch in de eerste plaats ter eere Gods en niet, zooals som.migen maar meenen, ter variatie of verpoozing, tijdens de godsdienstoefening.

Neen, evenals van alles Gode de eer moet toekomen, dienen wij Hem ook in en door ons gezang te verheerlijken. Maar dat moet dan ook op een behoorlijke manier geschieden. Dan moeten wij de liederen spontaan en uit volle borst aanheffen, en niet, zooals dit zoo vaak gebeurt bij minder schoone en minder aangename zoo'n beetje neuriënd met het orgel mee. Wij dienen toch van onzen kant alles in het werk te stellen, opdat ons gezang zoo'n ordelijk en zoo'n geregeld mogelijk verloop heeft. En dat geschiedt wanneer er behoorlijke wijzen zijn, waarop men de liederen zingt. En waarom kan dit ook niet. Waarom kunnen we niet alle psalmen zingen op een schoone, en ook geregelde wijze, waarop we b.v. de Psalmen 25, 32, 36, 38, 42, 63, 75, 98, en zoo zijn er nog wel meer, zingen. ^

Nu moet de predikant er nog rekening mee houden, of de wijze wel goed is. Vooral in kleine gemeenten is dit het geval. Is dit niet treurig? -Neen, in de eerste plaats dienen onze psalmwijzen eens nauwkeurig te worden nagezien. Dit toch is wel een noodzakelijkheid, waarvan, naar ik gelooven mag, wel een ieder doordrongen is, en dit zal dan toch ook wel bij geen der broeders of zusters tegenkanting vinden.

Veel meer vertrouwen we, dat allen zullen medewerken tot verbetering onzer psalmwijzen, opdat God die ons zooveel schenkt, ook steeds door ons op 't hoogst geprezen worde.

EEN BROEDER DER GEMEENTE.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 juni 1916

De Heraut | 4 Pagina's

Ingezonden Stukken.

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 juni 1916

De Heraut | 4 Pagina's