Onze onderwijzers.
Evenals onze predikanten lijden ook onze Christelijke onderwijzers onder den nood der tijden.
Hun salaris, vóór den oorlogstoestand vastgesteld en meest op eenzelfde peil gebleven, is feitelijk meer dan de helft teruggegaan, omdat heel het leven 50% duurder is geworden. En al moet ieder in deze dure. tijden zich bekrimpen en de uiterste zuinigheid in acht nemen, met hun betrekkelijk toch reeds gering salaris kunnen zij niet meer rond komen.
Te grievender nu is dit, omdat de openbare - onderwijzers, die toch ook steen en beeii klagen', door de bank een veel hooger salaris hebben dan zij. En al zal, wanneer de nieuwe Onderwijswet tot stand komt, hierin wel verbetering komen-, doordat de salarissen dan gelijk worden gemaakt, toch. neemt dit den nood, waarin ze nu verkeeren, niet weg.
Reeds meer dan één christelijk ^onderwijzer is dan ook voor de verleiding bezweken om van de Christelijke naar de Openbare school over te gaan. En al getuigt zulk een overgang zeker niet van beslistheid van overtuiging, evenmin als van bereidheid om voor zijn beginsel een offer te brengen, toch mag men niet vergeten, dat honger een scherp zwaard is. Het is beter, te zorgen, dat onze onderwijzers aan zulk een verzoeking niet worden bloot . gesteld.
Regel behoort te wezen dat degenen, die de Christelijke school dienen, niet minder salaris ontvangen, dan degenen, die aan bet Openbaar onderwijs verbonden zijn. En waar de wettelijke regeling dezer materie nog niet verkregen is, behooren onze Schoolbesturen reeds nu zorg te dragen, dat de salarissen verhoogd worden.
Nu de Staatssubsidie reeds voor zulk een belangrijk deel in de kosten van ons onderwijs voorziet, is dit ook niet onmogelijk. Vooral niet, waar het een tijdelijke maatregel zal wezen. Daarom mogen onze Schoolbesturen wel met ernst hun plicht ter harte nemen. Een duurtetoeslag behoort, evenals aan ieder, predikant, zoo ook aan ieder oiidervi'ijzer te worden gegeven. Niet als een aalmoes ut barmhartigheid hun geschonken, maar als een hun toekomend recht. Want de arbeider, heeft Christus gezegd, is zijn loon waardig.
Niets werkt, ontmoedigender en dempt meer den lust tot arbeid bij hén, die aan het Christelijk onderwijs zich hebben gegeven, dan wanneer zij den indruk ontvangen, dat het Schoolbestuur, dat voor hun belangen te zorgen heeft, zich niets aantrekt van den nood, waarin zij verkeeren.
Natuurlijk geldt dit niet van alle Schoolbesturen. Er zijn er, die hun roeping verstaan. Maar de talrijke klachten, die we vernamen, bewijzen, dat een ernstige waarschuwing niet te onpas is.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 16 december 1917
De Heraut | 4 Pagina's