Officieele Berichten.

Vrije Universiteit.

Men schrijft ons:

De actie tot verhooging |der contributiën is weer in vollen ^ang.

Amsterdam begint met kracht om door het aanwerven van nieuwe leden of verhooging der contributie den gestadigen achteruitgang te voorkomen of te genezen.

Groote steden te bewerken is zeer moeilijk. Belanghebbenden zijn of niet thuis of beloven om antwoord te zenden en. . . . denken dan soms niet meer aan de belofte.

Men is met hart en ziel aan de Vrije Universiteit verbonden, maar he| leven is er zoo druk, dat er te weinig tijd over blijft om de goede voornemens in een daad om te zetten.

Amsterdaifi Zuid zal spoedig de hand aan den ploeg slaan; een kleine 70 contribuanten bij ruim 2000 toegelatenen tot het H. Avondmaal is toch geen goede verhouding.

De provincie Groningen zal weer met^Trisschen moed de bewerking aanpakken.

D.V. wordt daar 19 November^n provinciale samenkomst belegd, waar Mr. H. de Wilde en Dr. J. C. de Moor het woord zullen voeren.

Groningen blijft vergaderen en verzamelen. Bewerken en vermeerderen. Ook Friesland blijft niet achter.

En het is noodig, dringend noodig. De begrooting die spoedig zal worden vastgesteld, loopt thans ver over de f 100.000.— in uitgaven en sluit met een belangrijk tekort.

Ea met f 100.000.— per jaar is de Vrije Universiteit nog pas op twee derde van, de f 158.000.— die —«zooals op de vergadering in Utrecht duidelijk werd uiteengezet — onmisbaar zijn.

Honderdduizend gulden per jaar, wie ha-d voor omstreeks 40 jaren durven veronderstellen, dat dit bedrag zou durven begroot worden.

Men leze toch de geschiedenis der Vrije Uni­verdieit.

In De Heraut van 24 November J878 werden dr statuten der V.U. voor Hooger onderwijs als voorloopig vastgesteld aan de lezers voorgelegd en op 5 December 1878 de vereeniging te Utrecht opgericht.

In 1879 bedroeg de contributie f 2455.—. In 1880 was dit bedrag verviervoudigd, maar reeds in 1883 waren deze inkomsten niet voldoende, en moest een tekort op de rekening worden gebracht, hoewel de uitgaven nog maar de helft be? 3roegen van hetgeen over 1918 zal noodig zijn.

Men ziet dat er op tweeërlei wijze tekorten kunnen voorkomen warden; de eerste is, ophouden met de uitbreiding, de tweede is de vermeerdering van inkomsten. Het antwoord is aan de gereformeerde broeders en zuster».

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen