GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Raak en degelijk is wat Prof. Dr. Honig in de Bazuin over de nieuw opgekomen religiositeit schrijft. Er is zeer zeker een omkeering in de geesten. Het materieële voldoet niet meer. Maar, zoo gaat hij dan door,

Al schuilt er nu in deze opmerkelijke omkeering in de geesten ook een element, waarover ge u verheugen zult, over het algemeen kan van deze beweging niets, voor het Christendom worden gehoopt. Integendeel oppervlakkige, weinig onderlegde belijders, vooral onder de jongeren van jaren, loopen groot gevaar, , door deze nieuwe religie afgetrokken te worden van de kerk van Christus en van de waarheid, die ons in de Schrift geopenbaard werd.

Deze nieuwe godsdienstigheid zet eenvoudig onzen ouden Bijbel geheel ter zijde. Zij haalt wel woorlen uit de Schrift aan, spreekt ook wel herhaaldelijk van den Vader, van Jezus, van den Geest, maar in de praktijk ontKent zij zoo beslist mogelijk het gezag van Gods Woord, loochent ze het dogma van de heilige drieëenheid, van den val, van de noodzakelijkheid der wedergeboorte en van de rechtvaardiging des zondaars voor God.

Deze religiositeit is zoo vaag, zoo slap, zoo week, dat schier alle geestelijke kracht er aan ontbreekt. Ze laat zich zoo drijven op het gevoel, op stemmingen, op aandoeningen, dat het uw weerzin wekken moet.

Hier wordt de ernst, de groote ernst, der religie feitelijk voorbij gezien.

Hier is religie meer aesthetische aandoening dan een zaak, die een centraal karakter draagt, op den geheelcn mensch beslag legt en elke levenssfeer opeischt voor den hoogen God. *

Zoo geheel anders is het in uwen Bijbel.

Zie het slechts bij de geboorte van Immanuel. Simeon was waarlijk geen koud en onaandoenlijk man. Integendeel. Deze Godvruchtige grijsaard voelde zich oi uitsprekelijk gelukkig, toen Hij eindelijk den lang verwachten Zaligmaker aanschouwen en aan zijn hart drukken mocht. En die groote blijdschap verklankte hij in de betuiging: Nu laat Gij, Heere, uwen dienstknecht in vrede henengaan naar uw woord.

Aan gevoelsaandoening, aan innerlijkheid, aan geestelijke warmte ontbrak het dus waarlijk niet. Simeon houdt niet een dor en splinterig betoog, nu hij de zaligheid Israels vobr zich ziet.

Maar aan de andere zijde verbergt hij onder de t drijving des Geestes zelfs voor de Moeder des Heeren evenmin, dat eenmaal een zwaard door g hare eigene ziel gaan zou. Dat haar moederhan d door pijn vaneengereten zou worden van wege het lot, hetwelk eene van de hoop der vaderen ver­ k vreemde natie later aan haar Messias bereiden zou.

En niet slechts in de dagen zijns vleesches zou zich bittere tegenstand tegen den Christus opmaken. Neen, alle eeuwen door zou Hij zijn een teeken, dat wedersproken werd. De Christus zou verklaren, dat Hij de van God gegeven Zaligmaker en Koning was, dat Hem werd toebetrouwd alle macht in hemel en op aarde. Dat Hij zou wederkomen om te oordeelen de levenden en de dooden.

Maar deze belijdenis, deze banier, dit hoog opgeheven teeken zou gedurig weer met spot en hoon, met een kreet van verontwaardiging en afschuw begroet worden,

Dat teeken omlaag I zou eene ontzinde schare telkens weer uitbrullen!

Dat teeken voor altoos uitgeroeid I zou de leuze zijn, die in enkele tijdperken der geschiedenis bij duizenden het vuur van den haat tot kookhitte opvoeren zou.

De schuld daarvan zou niet liggen bij den Christus. Hij kwam uit gadelooze ontferming, uit elke beschrijving tartende liefde, uit aanbiddelijke genade.

Hij zette zijne heilige voeten op onze vervloekte aarde, niet opdat Hij de wereld veroordeelen, maar opdat Hij haar behouden zou.

Zijne vleeschwording bedoelde het zoeken en het Zdligen van wat verloren was.

Maar hoe kan de in liefde dronken grijsaard dan zoo plechtig verzekeren, dat Jezus door den Vader gezet - icas tot een teeken, dat wedersproken worden zou ?

Ja, dat Hij gezet werd tot een val en opstanding van velen in Israël ?

Vrijuit gesprokeii, zoo fliiistert wellicht een enkele lezer, dient erkend, dat hier de oorzaak van veler haat aan den Vader zelf toegeschreven wordt. Dat hier wel eenerzijds wordt beleden dat Jezus voor velen tot eene opstanding zou zijn, maar dat ook anderzijds wordt aangekondigd, dat God dezen steen zoo voor veler voet plaatsen zou, dat zij wel over hem struikelen en vallen moesten. Dit is echter eene schromelijke vergissing.

Een niet verstaan van dit Schriftwoord.

Een tekort aan inzicht in en kennis van Gods heilige waarheid.

Ongetwijfeld zouden velen zich aan dezen steen stooten, velen zouden op zulk eene manier tegenover den Christus komen te staan, dat hun einde eeuwige rampzaligheid wezen zou. Velen zouden door het in aanraking komen met den Christus hun oordeel rechtvaardig verzwaard zien. En toch zou God verre zijn van Goddeloosheid.

God nimmer de auteur der zonde. De Christus nooit aansprakelijk voor dat vreeselijke : Roeit uit den vervloekte !

Gezet tot een val en een opstanding, gezet tot een teeken dat wedersproken zal worden, beduidt: aan den Christus zouden de gedachten van aller hart openbaar worden. Voor of tegen den Christus zou een iegelijk kiezen moeten. Uit de positie tegenover den Christus zou moeten blijken, waar de schat der ziel lag.

Qhristus rechtvaardig, heilig en goed. Maar de zondaar boos. Van het hoofd tot de voetzool melaatsch. Walgelijk van onreinheid. Een vijand van God en den naaste. Het oor Sluitende voor de vriendelijke en welgemeende noodiging : Kom tot mij en Ik zal u ruste geven.

Daarom door eigen schuld zich aan dezen steen te pletter stootend. Door eigen schuld over dezen steenneerstortend in den meest ijselijken afgrond. Door eigen schuld in razernij opvlammend tegen het teeken, dat door engelenhan^en hoog uitgedragen 'wordt boven de hoofden der menschen.

Ontroerende onderwijzing der Schrift! Maar zoo is nu ook de realiteit. Hier niet een spel met religie, maar ernst. Laat deze waarschuwing zinken tot op de bodem uws harten.

Dit is uitnemend in schets gebracht. Het is niet te scherp geteekend. Maar hoe droef!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 februari 1919

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 februari 1919

De Heraut | 4 Pagina's